Naar inhoud springen

Lila satijnvezelkop

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lila satijnvezelkop
Lila satijnvezelkop
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota (Steeltjeszwam)
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Agaricomycetidae
Orde:Agaricales (Plaatjeszwam)
Familie:Inocybaceae
Geslacht:Inosperma
Soort
Inosperma lilacina
(Peck) Kauffman (1918[1])
Synoniemen

Inocybe geophylla var. lilacina

Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De lila satijnvezelkop (Inocybe lilacina) is een schimmel uit de familie Inocybaceae. De zwam vormt ectomycorrhiza. Vruchtlichamen komen voor van mei tot en met november. Hij groeit in loof- en naaldbossen, in parken en bermen op voedselrijke grond.

Uiterlijke kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]
Hoed

De hoed heeft een diameter van 1,5 tot 3,5 cm. De vorm is kegelvormig en hij wordt later breder tot een koepelvorm met een uitgesproken bult. Het oppervlak is zijdeachtig. De kleur is violet. De randen van de hoed zijn gebogen als ze jong zijn voordat ze omhoog gaan en zijn verbonden met de steel.

Lamellen

De lamellen zijn aan de steel aangehecht. De kleur is crème of bleekgrijs en later okerbruin.

Steel

De steel heeft een lengte van 1 tot 6 cm en een dikte van 3 tot 6 mm. Het heeft dezelfde kleur als de hoed. De cortina laat geen ring achter.

Geur en smaak

Het vlees smaakt pittig. De sterke geur wordt wel vergeleken met meel of aarde.

Sporenprint

De sporenprint is okerbruin.

Microscopische kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]

De sporen zijn glad, min of meer elliptisch en meten 7-9 × 4-5,5 µm. Pleurocystidia zijn dikwandig, apicaal bezet en hebben de afmeting 40-60 × 10-20 µm. Cheilocystidia zijn vergelijkbaar met pleurocystidia.[2]

De lila statijnvezelkop komt voor in Europa en Noord-Amerika.[3] In Nederland en België komt de zwam algemeen voor.[4]