Zuidelijke reuzenstormvogel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Macronectes giganteus)
Zuidelijke reuzenstormvogel
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Zuidelijke reuzenstormvogel, met jong
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Procellariiformes (Buissnaveligen)
Familie:Procellariidae (Stormvogels en pijlstormvogels)
Geslacht:Macronectes
Soort
Macronectes giganteus
(Gmelin, 1789)
Zuidelijke reuzenstormvogel
Zuidelijke reuzenstormvogel
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Zuidelijke reuzenstormvogel op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De zuidelijke reuzenstormvogel (Macronectes giganteus) is een vogel uit de familie van de stormvogels en pijlstormvogels (Procellariidae).

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Volwassen dieren zijn meestal vlekkerig grijsbruin, soms sneeuwwit met donkere vlekjes. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 92 cm en het gewicht 5 kg.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Deze grote en agressieve trekvogels zoeken hun voedsel op het land. Ze hebben een enorme snavel, waarmee ze de huid van aangespoelde walvissen openscheuren. In kolonies van pinguïns en zeeleeuwen leven ze zich uit als predatoren van eieren, kuikens, gestorven of verlaten jonge dieren en de nageboorten van zeezoogdieren.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort komt algemeen voor langs de zeekusten van de zuidelijke oceanen. Broeden gebeurt op Grahamland (Antarctica) en de subantarctische eilanden van de zuidpunt van Chili tot aan de Heard en McDonaldeilanden en Macquarie-eiland.

Status[bewerken | brontekst bewerken]

In 2000 stond zuidelijke reuzenstormvogel als kwetsbaar voor uitsterven op de Rode Lijst van de IUCN. Volgens schatting van het aantal broedparen waren op sommige plaatsen de populatie-aantallen enorm gedaald. Schattingen liepen uiteen van 18% in tien jaar tot 50% in 20 jaar. Na de eeuwwisseling bleek dat de aantallen stabiel bleven en rond de Falklandeilanden en op Zuid-Georgia bleek dat aantallen stegen. In 2009 werd de vogel als niet (meer) bedreigd beschouwd en werd door BirdLife International het totaal aantal broedparen geschat op 54.000.[1]