Mariamne
Mariamne (54 v.Chr. - 29 v.Chr.) - haar naam wordt ook wel gespeld als Mariamme - was een prinses uit het Joodse koningsgeslacht van de Hasmoneeën en de vrouw van Herodes I. De Joden uit haar tijd zullen haar ongetwijfeld gekend hebben onder haar Hebreeuwse naam Mirjam (een populaire naam in die tijd), maar zij wordt gewoonlijk met haar Griekse naam aangeduid omdat we haar kennen via de in het Grieks geschreven werken van Flavius Josephus.
Afkomst
[bewerken | brontekst bewerken]Mariamne en haar broer Aristobulus III kwamen voort uit een huwelijk tussen Alexander, de zoon van Aristobulus II en Alexandra, de dochter van Hyrcanus II. Aristobulus II en Hyrcanus II waren broers, geboren uit een huwelijk tussen Alexander Janneüs en Salome Alexandra. Daarmee was Mariamne dus zowel via haar vader als via haar moeder een zuivere Hasmonese.
Huwelijk
[bewerken | brontekst bewerken]In 37 v.Chr. neemt Herodes I Mariamne tot vrouw. Dit is hetzelfde jaar waarin Herodes, na het neerslaan van de opstand van Antigonus, door de Senaat in Rome tot koning wordt aangesteld over het Joodse land. Voor veel Joden stond de legitimiteit van Herodes' heerschappij ter discussie. Hij kwam immers niet voort uit het koningsgeslacht van de Hasmoneeën en was bovendien een Idumeeër en daarmee niet van Joodse komaf (Josephus noemt hem een half-Jood [hemiioudaios]). Door zijn huwelijk met de Hasmonese prinses Mariamne probeerde Herodes zijn regering voor Joden meer acceptabel te maken. Mariamne was de tweede vrouw van Herodes de Grote. Later huwde hij ook nog verschillende andere vrouwen, waarvan er één eveneens de naam Mariamne droeg (de dochter van de hogepriester Simon ben Boëthus). Volgens Josephus koesterde Herodes echter voor geen van zijn andere vrouwen zo'n grote liefde als voor Mariamne. De liefde was echter niet wederzijds. Herodes had namelijk Mariamnes vader en haar broer vermoord (uit angst voor een staatsgreep) en Mariamne vergaf hem dat niet.
Dood
[bewerken | brontekst bewerken]Vanwege Herodes' impopulariteit onder zijn onderdanen, was hij constant op zijn hoede voor complotten. Bovendien was er binnen Herodes' familie een grote rivaliteit tussen de Idumeese tak (waarvan Herodes' moeder en zijn zuster Salomé de belangrijkste vertegenwoordigers waren) en de Joods-Hasmonese tak. Toen Mariamne op zekere dag weigerde met Herodes te slapen en Herodes zich hierover zeer beledigd voelde, wist Salomé listig op de situatie in te spelen en beschuldigde zij Mariamne ervan een complot tegen Herodes te beramen. In een schijnproces, waarin naast Salomé's beschuldigingen geen bewijzen voor het complot naar voren konden worden gebracht, werd Mariamne op last van Herodes ter dood gebracht (29 v.Chr.). Zij was toen vermoedelijk ongeveer 25 jaar oud. Al meteen na de dood van Mariamne had Herodes er spijt van dat hij zo overhaast te werk was gegaan. Volgens Josephus heeft hij de rest van zijn leven om Mariamne gerouwd. Enkele jaren na de dood van Mariamne bouwde Herodes in Jeruzalem een toren die hij haar naam gaf, als een postuum eerbewijs. Deze toren maakte deel uit van de verdedigingswerken van de stad en was gelegen naast de toren Phasaël.
Nakomelingen
[bewerken | brontekst bewerken]Herodes en Mariamne kregen twee zonen, Alexander en Aristobulus, en twee dochters, Salampsio en Cyprus. Alexander en Aristobulus werden zelf ook door Herodes ter dood gebracht omdat hij hen verdacht van complotten tegen hem. Aristobulus' zoon Herodes Agrippa I zou later echter een belangrijke rol spelen binnen de Herodiaanse dynastie.
Herodes en Mariamne in de kunst
[bewerken | brontekst bewerken]De perikelen tussen Herodes en Mariamne hebben ook in de kunst hun sporen nagelaten, bijvoorbeeld in treurspelen, zoals dat van Tristan l'Hermite (1636, Nederlandse vertaling en bewerking 1684 door Katharina Lescailje) en dat van Friedrich Hebbel (1849). In een gedicht van Nicolaas Beets rouwt Herodes over Mariamnes dood. Verder vormde de veroordeling van Mariamne de inspiratiebron voor een schilderij van John William Waterhouse (1887).
Stamboom
[bewerken | brontekst bewerken]Mattathias | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Makkabeüs | Simon Makkabeüs | Judas Makkabeüs | Eleazar Makkabeüs | Jonathan Makkabeüs | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Judas | Mattathias | Johannes Hyrkanus | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aristobulus I | Antigonus | Alexander Janneüs | Salome Alexandra | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aristobulus II | Hyrkanus II | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antigonus | Alexander | Alexandra | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aristobulus III | Herodes I | Mariamne | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antipater | Kypros | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Costobarus | Salomé I | Phasaël I | Jozef | Pheroras | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doris | Mariamne I | Herodes de Grote | Mariamne II | Malthake | Cleopatra | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alexander | Aristobulus IV | Berenike | Antipatros | Kypros | Phasaël II | Salampsio | Jozef | Olympias | Herodes Archelaüs | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antipatros | Mariamne | Herodes Agrippa I | Kypros | Herodes Filippus | Herodias | Herodes Antipas | Aristobulus | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mariamne | Herodes van Chalkis | Julia Berenice | Drusilla | Herodes Agrippa II | Aristobulus van Chalkis | Salomé II | Filippus | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Berenicianus | Hyrcanus | Marcus | Antonia | Herodes | Agrippa | Aristobulus | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||