Naar inhoud springen

Maurice Roelants

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Maurice Roelants
Roelants (1939)
Roelants (1939)
Algemene informatie
Volledige naam Mauritius Adolphus Roelants
Pseudoniem(en) Maurice MinneBewerken op Wikidata
Geboortedatum 19 december 1895
Geboorteplaats Gent
Overlijdensdatum 25 april 1966
Overlijdensplaats Sint-Martens-Lennik
Geboorteland Vlag van België België
Land(en) van nationaliteit België
Beroep schrijver
Werk
Lid van Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren
Werken in collectie Stedelijk Museum Amsterdam[1]
Archief­locatie Letterenhuis[2]Bewerken op Wikidata
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur
Zijn modernistisch woonhuis - een ontwerp van architect Willy Van Der Meeren uit 1962

Mauritius Adolphus (Maurice) Roelants (Gent, 19 december 1895 - Sint-Martens-Lennik, 25 april 1966) was een Vlaams romanschrijver en dichter.

Met Menno ter Braak en E. du Perron was Roelants een van de oprichters van het gezaghebbende literaire tijdschrift Forum.

Tijdens zijn leven had hij verschillende betrekkingen, van onderwijzer, ambtenaar, journalist, tot conservator van het nationale museum het kasteel van Gaasbeek.[3]

Roelants was medeoprichter van meerdere tijdschriften, waaronder 't Fonteintje (met Richard Minne), Forum en het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Daarnaast was hij een tijdlang redacteur van Elsevier's Weekblad. In 1915 verliet Roelants Gent om te Brussel zijn geluk te beproeven. Hij werd onderwijzer in Sint-Jans-Molenbeek, hierin weldra gevolgd door Herreman en Leroux.

Net als Gerard Walschap zette Roelants zich af tegen de naturalistische boerenroman, het genre dat door Stijn Streuvels boven het niveau van de streekroman werd uitgetild, en dat voor de Eerste Wereldoorlog het landschap van de Vlaamse literatuur domineerde. Hij keerde zich tegen de regionalistische setting van deze literatuur, en tegen het naturalisme überhaupt, dat hij als niet realistisch bestempelde.

Het oeuvre van Roelants wordt gekarakteriseerd door het spaarzame gebruik van romanpersonages en weinig intrige. In zijn verhalen draait het dikwijls om zielsstrijd en het oplossen ervan. Ondanks de speelsheid en de humor kan zijn stijl, waarin psychologie en moraal nauw verweven zijn, als neoklassiek en idealistisch worden aangemerkt.

Roelants kreeg verschillende literaire prijzen: de Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza in 1930, de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie in 1950.

Soms schreef hij onder pseudoniem: Maurice Minne; M.A. Minne.

  • Fragment uit het Nederlandse tijdschrift "Regenboog". Publicatie van de tekst "De Late Missie", geschreven door Maurice Roelants in 1917.[4]
    De driedubbele verrassing (verhalen, 1917) (omvattend: De late missie, De lach, De stille verbranding)
  • De driedubbele verrassing (1917)
  • De kom der loutering (dichtbundel, 1918) (Digitale versie)
  • Komen en Gaan (1927) roman (Digitale versie)
  • De Jazzspeler. Kleine roman met één personnage en zeven instrumenten zijnde een volledige slagwerk-batterij (1928) verhalen
  • Twee helden (1928) verhaal (Digitale versie)
  • Van de vele mogelijkheden om gelukkig te zijn (1929) essay (Digitale versie)
  • Het verzaken. Gedichten (1930) (Digitale versie)
  • Het leven dat wij droomden (1931) (Digitale versie)
  • Een episode (1937)
  • Alles komt terecht (1937) (Digitale versie)
  • Bakkeleien met Jan Greshoff (1938) (Digitale versie)
  • Mijn vader de veldwachter (1941)
  • Op strooptocht (1941)
  • Schrijvers, wat is er van den mensch? Een verzameling schrifturen van Maurice Roelants over critische normen, dansen, schermen en lezen, verder herinneringen aan schrijvers die duurzame piëteit verdienen, jubilea, gelegenheidscritiek en propoosten van bewondering voor wat juist en echt is in vers en proza mitsgaders eenige afwijzingen
  • Drie romanellipsen (1943) (Omvattend: Zusterliefde, Het negerinnebeeld, De jazzspeler)
  • Altijd opnieuw (1943) roman
  • Schrijvers, wat is er van den mensch (1943) essay
  • De weduwe Becker, wat ik hoorde en zag op haar proces (1943)
  • Gebed om een goed einde (1944)
  • Uit het dagelijksch leven naar den heiligen stal (1944)
  • Pygmalion (poëzie, 1947) (Digitale versie)
  • Edgard Tytgat (1948)
  • De lof der liefde. Omvattende Pygmalion, Aphrodite op aarde, Wat het orakel weet (1949)
  • Marnix Gijsen (essay, 1958)
  • Schrijvers, wat is er van de mens, Delen I en II (1956-57)
  • Gun goede wijn zijn krans (1957)
  • Vuur en dauw (1965)
  • De roman van het tijdschrift Forum of Les liaisons dangereuses (1965)
  • De jazzspeler en andere verhalen (1972)
  • Gun goede wijn zijn krans
  • Het leven dat wij droomden (oa; Zusterliefde, De overweldiger, Uit het dagelijks leven naar de heilige stal) (1974)
  • Het kasteel van Gaasbeek (non-fictie)
  • Het negerinnenbeeld
  • Brieven aan Elisa. Vert. van: Lettres à Elise van Charles De Coster (1928) (Digitale versie)
  • De os en de ezel van den heiligen stal van Jules Supervielle (1933)

Publicaties over Roelants

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Themanummer van ZL (Zacht Lawijd), jaarg. 5 nr. 3 (2006)