Naar inhoud springen

Esoterie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Occultist)

Esoterie verwijst naar speculatieve overtuigingen en leertradities, die slechts voor ingewijden, geïnitieerden, toegankelijk zijn. Esoterie staat tegenover exoterie, waarvan de informatie en kennis voor iedereen verifieerbaar en toegankelijk is.

Heel wat levensbeschouwelijke stromingen en genootschappen beroepen zich op speculatieve, esoterische opvattingen, over het individu en over de kosmos. Deze esoterische stromingen ontwikkelen daarbij een eigen leer en methodiek. Esoterisch, occult en arcaan hebben gelijkaardige betekenissen, en zijn in de meeste contexten onderling verwisselbaar.

Als academisch studiegebied is esoterie de wetenschappelijke bestudering van alternatieve, gemarginaliseerde religieuze bewegingen of filosofieën. De aanhangers van dergelijke bewegingen hebben hun eigen overtuigingen, praktijken en ervaringen, waardoor deze zich onderscheiden van de publieke, geïnstitutionaliseerde religieuze tradities. Tot de wetenschappelijke onderzoeksgebieden naar esoterie behoren alchemie, astrologie, gnosticisme, hermetisme, kabbala, magie, mystiek, neoplatonisme, nieuwe religieuze bewegingen die verband houden met deze stromingen, negentiende-, twintigste- en eenentwintigste-eeuwse occulte bewegingen, de rozenkruisers, geheime genootschappen en de christelijke theosofie.

Etymologie en definitie

[bewerken | brontekst bewerken]

Het woord esoterie is afkomstig van het Griekse εσωτερική, en betekent het inwendige of het verborgene. Esoterie houdt zich bezig met wat haar aanhangers beschouwen als verborgen aspecten van de werkelijkheid, die niet zintuiglijk waarneembaar zijn. Dergelijke opvattingen staan haaks op natuurwetenschappelijke kennis, die stoelt op waarnemingen, logica en verifieerbaarheid.

In zijn dialoog Alcibiades (ca. 390 v.Chr.) gebruikt Plato de uitdrukking ta esô, de 'innerlijke dingen', en in zijn dialoog Theaetetus (ca.360 v.Chr.) schreef hij over ta eksô, of 'uiterlijke dingen'. De eerste keer dat het begrip esôterikos opdook, was in Lucianus van Samosata's Βίων πρᾶσις (Biōn prãsis, Veiling van levens) dat rond 166 werd geschreven. Daarin heeft Lucianus het over Aristoteles, die zowel esoterisch (innerlijk) als exoterisch (uiterlijk) onderwijs gaf.

Het begrip esoterie dekt vele ladingen, en duidt zowel op individuele belevingen als op mystieke stromingen en scholen, die beweren over verborgen, esoterische wijsheden te beschikken. In veel esoterische stromingen worden symbolen, visioenen en andere bemiddelende elementen gebruikt, waarvan aanhangers geloven dat deze toegang bieden tot verborgen spirituele inzichten. Vaak is ook sprake van een vorm van initiatie om tot de esoterische kring te worden toegelaten.

Om esoterische stromingen, die voornamelijk gebaseerd zijn op bronnen uit de late oudheid en de Europese middeleeuwen, te onderscheiden van bijvoorbeeld islamitische of joodse stromingen, wordt de term "westerse esoterie" gebruikt.

De westerse esoterische tradities hebben hun wortels in een religieuze manier van denken, die teruggaat tot het gnosticisme, het hermetisme en het neoplatonisme van de hellenistische wereld, tijdens de eerste eeuwen van onze jaartelling. In de renaissance leidde de herontdekking van oude teksten tot de wetenschappelijke studie en de herleving van magie, astrologie, alchemie en kabbala. Na de reformatie leidde deze geestelijke stroming tot bewegingen als de theosofie, de rozenkruisers en de vrijmetselarij. De hernieuwde belangstelling voor esoterie in de moderne tijd begint met het 19e-eeuws spiritualisme, Blavatsky’s theosofie en de oprichting van een aantal magische ordes zoals de Golden Dawn. Invloedrijke 20e-eeuwse auteurs over esoterie waren onder meer Rudolf Steiner, Alice Bailey, George Gurdjieff, en de analytische psycholoog Carl Gustav Jung.

Niet-westerse tradities kunnen ook kenmerken van esoterische bewegingen vertonen. Zo benadrukken Ismaïli-moslims ook een onderscheid tussen het innerlijke en het uiterlijke. Geestelijke verlossing wordt bereikt door het ontvangen van de Nur (licht) door middel van het esoterische, dat wil zeggen de spirituele zoektocht naar verlichting. Ismaili-islam heeft ook enkele van de kenmerken die geassocieerd worden met esoterie zoals gedefinieerd door Antoine Faivre (zie artikel Westerse esoterie), zoals het geloof in een tussenliggende geestelijke sfeer als bemiddelaar tussen de mens en het goddelijke. Esoterische stromingen in het boeddhisme, die onder de algemene categorie van het Vajrayana-boeddhisme vallen, passen esoterische trainingen toe in Boeddha's leer, door het gebruik van symbolen, mantra's en handgebaren, of mudra. De vooruitgang die studenten boeken op deze paden wordt gemarkeerd met inwijdingsrituelen.

Esoterische (of mystieke) scholen of stromingen

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]
  • Wouter Hanegraaff, Western Esotericism. A Guide for the Perplexed, 2013, ISBN 9781441136466
  • Arthur M. Melzer, Philosophy Between the Lines. The Lost History of Esoteric Writing, 2014. ISBN 9780226479170
Op andere Wikimedia-projecten