Naar inhoud springen

Oost-Timor

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Republika Demokratika Timor Lorosa'e
República Democrática Timor-Leste
Republik Demokrat Timor-Leste
Kaart
Basisgegevens
Officiële taal Portugees, Tetun
Hoofdstad Dili
Regerings­vorm Republiek
Staatshoofd José Ramos-Horta
Regerings­leider Xanana Gusmão
Religie Katholicisme 98%, protestantisme 1%, islam <1%[1]
Oppervlakte 14.919 km²[2] (-% water)
Inwoners 1.066.582 (2010)[3]
1.383.723 (2020)[4] (92,7/km² (2020))
Bijv. naamwoord Oost-Timorees
Inwoner­aanduiding Oost-Timorees (m./v.)
Oost-Timorese (v.)
Overige
Volkslied Pátria
Munteenheid Amerikaanse dollar en Oost-Timorese centavomunten (USD)
UTC +9
Nationale feestdag 28 november (uitroeping onafhankelijkheid) en 20 mei (herstel van de onafhankelijkheid)
Web | Code | Tel. .tl | TLS | 670
Voorgaande staten
Indonesië Indonesië 2002 (onafhankelijk van Indonesië)
Detailkaart
Kaart van Oost-Timor
Portaal  Portaalpictogram  Landen & Volken

De Democratische Republiek Oost-Timor of Timor-Leste (Tetun: Timór Lorosa'e; Portugees: Timor-Leste) is een land in Zuidoost-Azië.[5] Het land bestaat uit de oostelijke helft van het eiland Timor, de eilanden Atauro en Jaco, en Oecusse, een politieke exclave van Oost-Timor, aan de westelijke zijde van het eiland, omsloten door West-Timor. West-Timor behoort tot Indonesië.[6]

Vóór de erkenning van onafhankelijkheid op 20 mei 2002 was Oost-Timor 24 jaar lang met harde hand bezet door Indonesië.[7] Toen Oost-Timor in 2002 lid werd van de Verenigde Naties, koos het voor zijn Portugese naam Timor-Leste.[8]

Etymologisch gezien is de naam Timor een verbastering van het Maleise timur dat "oost" betekent.[9] De Indonesische naam voor Oost-Timor, Timor Timur, betekent letterlijk het "oostelijke oosten". Deze naam wordt in Indonesië vaak weergegeven als Timtim.

Oost-Timor ligt op het oostelijk deel van Timor in de Timorzee, ongeveer 640 kilometer ten noordwesten van Darwin (Australië) en ten oosten van de Indonesische archipel. Het land heeft een oppervlakte van ongeveer 14.874 km² en een tropisch klimaat.[10]

Het hoogste punt van het land is Tatamailau (Foho Tatamailau of Ramelau) met 2.963 meter.[11] Het landschap is overwegend bergachtig en grotendeels bedekt met regenwouden.

Bestuurlijke indeling

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Bestuurlijke indeling van Oost-Timor voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Oost-Timor is verdeeld in 13 gemeenten die op hun beurt weer zijn verdeeld in postos administrativos (bestuurlijke posten).[12][13] De gemeenten zijn: Lautém, Baucau, Viqueque, Manatuto, Dili, Aileu, Manufahi, Liquiçá, Ermera, Ainaro, Bobonaro, Cova Lima en Oecusse.

Oost-Timor heeft ongeveer 1,3 miljoen inwoners (2020).[14] Ongeveer 40% van de bevolking is jonger dan 15 jaar.[15] De bevolkingsdichtheid bedraagt circa 87 inwoners per km².[16] De meerderheid woont in landelijke gebieden.

De officiële talen van Oost-Timor zijn Portugees en Tetun. Daarnaast worden meer dan 30 inheemse talen gesproken.[17] In het oostelijk deel van het land is Fataluku een belangrijke omgangstaal. In sommige dorpen wordt het Makoewa gesproken, een taal gedocumenteerd door Aone van Engelenhoven van de Universiteit Leiden.[18]

Indonesisch wordt nog steeds veel gesproken, vooral door de oudere generatie die tijdens de Indonesische bezetting werd opgeleid. Engels wordt steeds belangrijker als handelstaal en in het onderwijs.

Ongeveer 98% van de bevolking is rooms-katholiek, 1% protestant en minder dan 1% moslim.[19][20] Daarmee is Oost-Timor, met de Filipijnen, een van de meest katholieke landen in Azië.

Zie Geschiedenis van Oost-Timor voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Koloniale periode

[bewerken | brontekst bewerken]

Oost-Timor was vanaf de 16e eeuw een Portugese kolonie. In 1859 werd het eiland formeel verdeeld tussen Portugal en Nederland.[21]

Indonesische bezetting

[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Anjerrevolutie in Portugal in 1974 riep Oost-Timor op 28 november 1975 zijn onafhankelijkheid uit. Negen dagen later viel Indonesië binnen. De bezetting duurde 24 jaar en kostte naar schatting 100.000–200.000 mensenlevens.[22]

Onafhankelijkheid

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1999 stemde de bevolking onder VN-toezicht in met onafhankelijkheid, waarna een VN-overgangsbestuur volgde (UNTAET). Op 20 mei 2002 werd Oost-Timor officieel onafhankelijk en lid van de Verenigde Naties.[23]

Oost-Timor heeft economisch zwaar geleden onder de onafhankelijkheidsstrijd. Met een BBP per hoofd van circa 1.560 dollar (2020) behoort het tot de armste landen van Azië.[24] De werkloosheid wordt geschat op 50%.[25]

Olie- en gasvelden in de Timorzee zijn de belangrijkste inkomstenbron. De samenwerking met Australië is vastgelegd in het Timor Sea Treaty.[26]

Na het geweld van 1999 was circa 70% van de infrastructuur verwoest.[27] Meer dan 300.000 mensen vluchtten tijdelijk naar West-Timor. UNTAET en internationale hulporganisaties zetten in de daaropvolgende jaren een grootschalig wederopbouwprogramma op.

Crisis van 2006

[bewerken | brontekst bewerken]

De binnenlandse crisis van 2006 zorgde voor politieke instabiliteit. Australië stuurde later nieuwe troepen na de aanslagen op de president en premier in 2008.[28]

Landbouw is de voornaamste bron van inkomsten; belangrijke gewassen zijn koffie, rijst, maïs, cassave en zoete aardappel.[29] Koffie is het belangrijkste exportproduct na olie en gas. Historisch speelde ook sandelhout een rol.[30]

Staatsinrichting

[bewerken | brontekst bewerken]

Oost-Timor is een republiek met een semi-presidentieel systeem. De president is het staatshoofd en wordt rechtstreeks gekozen voor een termijn van vijf jaar. De premier is de regeringsleider en wordt benoemd door de president op basis van de uitslag van de parlementsverkiezingen.

Het parlement (Tetun: Parlamentu Nasionál) heeft 65 zetels en wordt gekozen voor een termijn van vijf jaar[31].

Huidige leiders

[bewerken | brontekst bewerken]

De huidige president van Oost-Timor is José Ramos-Horta, die in mei 2022 aantrad nadat hij bij de verkiezingen zijn voorganger Francisco Guterres had verslagen[32]. Ramos-Horta bekleedde het presidentschap al eerder tussen 2007 en 2012. In 1996 ontving hij samen met landgenoot en bisschop Carlos Belo de Nobelprijs voor de Vrede voor hun inzet voor een vreedzame oplossing van het conflict in Oost-Timor[33].

De premier van Oost-Timor is sinds juli 2023 Xanana Gusmão.[34] Hij was eerder ook al premier (2007–2015) en president (2002–2007). Gusmão was de leider van het verzet tegen de Indonesische bezetting.

De cultuur combineert Austronesische, Melanesische en Portugese invloeden. De katholieke kerk vervult een centrale maatschappelijke rol.[35]

Traditionele dansen en muziek zijn belangrijk. Tais, traditioneel geweven textiel, is erkend als immaterieel cultureel erfgoed.[36]

Voetbal is de populairste sport. Het Oost-Timorees voetbalelftal is lid van FIFA en de Asian Football Confederation (AFC).[37]

  • Regeringsportaal (pt) (en)
Zie de categorie East Timor van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.