Orgel van de Église Saint-Eustache

Het orgel

De speeltafel

Het orgel van de Église Saint-Eustache in Parijs is het grootste pijporgel van Frankrijk.

Het instrument werd oorspronkelijk gemaakt door orgelbouwer P.-A. Ducroquet. Het was krachtig genoeg voor de première van het Te Deum van Hector Berlioz tijdens de Exposition Universelle, 1855 waaraan 900 mensen meewerkten. Het orgel werd later door Joseph Bonnet aangepast.

Het huidige orgel werd, onder supervisie van organist-titularis Jean Guillou, ontworpen door Jean-Louis Coignet, nadat het oude orgel onbespeelbaar geworden was. Het werd in 1989 gebouwd door de Nederlandse orgelbouwer Jan van den Heuvel uit Dordrecht. Het werd in de bestaande orgelkast vrijwel geheel opnieuw opgebouwd. Wel werden enkele registers uit het oude orgel hergebruikt.

Iedere zomer vinden er orgelconcerten plaats ter herinnering aan de premières van het Te Deum van Berlioz in 1855 en het oratorium Christus van Franz Liszt in 1886.

Dispositie

Het orgel telt vijf klavieren en pedaal.

I Positif C–c4 Quintaton 16′ Montre 8′ Salicional 8′ Unda-Maris 8′ Bourdon 8′ Prestant 4′ Flûte à Fuseau 4′ Nasard 22/3′ Doublette 2′ Tierce 13/5′ Larigot 11/3′ Septième 11/7′ Fourniture V 2′ Cymbale II 1/3′ Douçaine 16′ Trompette 8′ Cromorne 8′ Clairon 4′ Trémolo II Grand-Orgue C–c4 Montre 32′ Montre 16′ Principal 8′ Flûte à Cheminée 8′ Violoncelle 8′ Grosse Flûte I–II 8′ Prestant 4′ Flûte 4′ Doublette 2′ Grande Fourniture IV–VIII 22/3′ Plein-Jeu IV–V 1′ Sesquialtera II 22/3′ Grand Cornet III–V Bombarde 16′ Trompette 8′ Clairon 4′

III Récit Expressif C–c4 Flûte à Cheminée 16′ Principal 8′ Cor de Nuit 8′ Flûte Traversière 8′ Viole de Gambe 8′ Voix Céleste 8′ Octave 4′ Flûte Octaviante 4′ Octavin 2′ Carillon III 22/3′+13/5′+1′ Plein-Jeu VI 22/3′ Contrebasson 32′ Bombarde 16′ Trompette Harmonique 8′ Basson-Hautbois 8′ Voix Humaine 8′ Clairon Harmonique 4′ Trémolo IV Grand-Chœur C–c4 Violonbasse 16′ Bourdon 16′ Diapason 8′ Flûte Majeure 8′ Violon 8′ Principal 4′ Grande Quinte 51/3′ Flûte Conique 4′ Grande Tierce 31/5′ Quinte 22/3′ Grande Septième 22/7′ Fifre 2′ Grande Neuvième 17/9′ Plein-Jeu Harmonique II–VIII 2′ Clarinette 16′ Cor de Basset 8′ Tuba Magna 16′ Tuba Mirabilis 8′ Cor Harmonique 4′

V Solo C–c4 Flûte Harmonique 8′ Flûte Octaviante 4′ Nasard Harmonique 22/3′ Octavin 2′ Tierce Harmonique 13/5′ Piccolo Harmonique 1′ Harmoniques III 11/3′ +11/7′+8/9′ Ranquette 16′ Chalumeau 8′ Trompeteria II Trompette en Chamade I–III 8′ Trémolo Pédale C–g1 Principale basse 32′ Flûte 16′ Contrebasse 16′ Soubasse 16′ Grande Quinte 102/3′ Flûte 8′ Violoncelle 8′ Grande Tierce 62/5′ Quinte 51/3′ Flûte 4′ Flûte 2′ Théorbe II 44/7′+35/9′ Mixture V 4′ Contre-Bombarde 32′ Contre-Trombone 32′ Bombarde 16′ Basson 16′ Trompette 8′ Baryton 8′ Clairon 4′