Ornaatmees

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ornaatmees
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Ornaatmees
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Paridae (Mezen)
Geslacht:Pardaliparus
Soort
Pardaliparus elegans
(Lesson, 1831)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Ornaatmees op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De ornaatmees (Pardaliparus elegans; synoniem: Parus elegans) is een zangvogel die alleen voorkomt in de Filipijnen.

De Filipijnse naam voor deze vogel is Baungan, de Tagalog naam is Pitit motas en in de Visayas wordt de ornmaatmees Boriringon genoemd

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

De mannetjes en vrouwtjes van deze relatief kleine soort lijken sterk op elkaar. De verschillende ondersoorten verschillen van elkaar in kleur en door de hoeveelheid en locatie van de witte of gele vlekken op de vleugels en rug. Bij P. e. elegans is het mannetje aan de bovenzijde van de kop, op de keel en de bovenkant van de borst glimmend blauwzwart. De nek is zwart met gele plekken. De bovenzijde van de rug is zwart met witte plekken en de onderzijde geelachtig grijs. De staart is zwart met wat wit, voornamelijk aan de uiteinden. De vleugels zijn zwart met grote witte strepen op de vleugels. De voorzijde van de kop, de onderkant van de borst en de buik is geel. Een vrouwtje is valer van kleur. De snavel is zwart en aan de basis some grijs. De ogen zijn donkerbruin en de poten grijs.

Deze soort wordt inclusief staart 11,5 centimeter lang en heeft een vleugellengte van 6,5 centimeter.

Ondersoorten en verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn negen verschillende ondersoorten bekend:

Leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

De ornaatmees komt in alle bostypes en op alle mogelijke hoogten voor. Ze zijn meestal te vinden in kleine groepjes met andere vogelsoorten zoals de roodborstbuulbuul (Hypsipetes philipinus), de pluchekapboomklever (Sitta frontalis), de in de Filipijnen voorkomende boszangers (Phylloscopus) en indien aanwezig waaierstaartvliegenvangers (Rhipidura)

Voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn exemplaren met vergrote gonaden waargenomen van januari tot maart en in mei. Er is ook paringsactiviteit waargenomen in april en juni. Over het nest en de eieren van deze soort in het wild is niets bekend.