Overleg:Charles Van Lerberghe

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

CHARLES VAN LERBERGHE[brontekst bewerken]

LEVEN :

Over zijn leven vindt men weinig terug. Hij is geboren op 21 oktober 1861 te Gent en was afkomstig uit een familie van de bourgeoisie van de stad. Zijn ouders sterven jong, zijn moeder op 19 september 1872. Hij wordt dan onder voogdij geplaatst van ene Désiré van Hove, die een oom was van Maeterlinck. Misschien kwam het door deze voogdij, maar hij was alleszins de minst gefortuneerde onder de Franstalige Vlaamse symbolisten.

Voordien, in september 1867 gaat hij naar het Sint-Amandsinstituut en volgt er de lagere klassen (5de, 4de en 3de). In augustus 1870, wordt hij in het Sint-Barbaracollege ingeschevren. Omwille van gezondheidsredenen worden zijn studies onderbroken in 1871. In 1875 bevindt hij zich weer in het Sint-Barbaracollege, waar hij twee metgezellen ontmoet : Maurice Maeterlinck en Grégoire Le Roy.

Van hem zegt Maeterlinck in zijn Bulles bleues : “Que c’était le meilleur des poètes…”. Hij was ook anglofiel. Het is tevens aan hem te danken dat de eerste dichtbundel van Maeterlinck de titel Les Serres Chaudes kreeg.

Zijn meest bekende werk is La Chanson d’Ève (1904). Tien van zijn gedichten werden getoonzet in een melodiecyclus op. 95 van Gabriel Fauré en zes gedichten door Paul Lacombe, uitgegeven bij Hayet in 1909.

Hij sterft te Brussel op 26 oktober 1907.

WERKEN :

- Entrevisions (1898) De titel is op zichzelf tekenend voor een esthetisch project dat enkel bedoeld is voor de suggestie van het vluchtige en onbesliste. Hij richt zich geheel en al tot de gevoeligheid van de lezer. De cyclus is verdeeld in drie hoofdstukken, maar zonder dat er enige ontwikkeling te bespeuren valt van het ene op het andere. Hij heeft een melodische toonaard, die meer van het gefluister weg heeft dan van de spraak.

Rond één spil organiseert zich echter de ganse bundel : “Psyche”, de onzichtbare. De Vrouw en de Liefde, waarvan de geestelijke, maar ook zinnelijke aantrekkingskracht in de bundel overheerst : nimf of fee.

Hij doet denken aan een reeks delicate aquarellen, maar deelt ook in de nadelen van de tijd, zoals een overdadige smaak voor rozen, zwanen, engelen en bleke maagden à la Boticelli.

- La Chanson d’Ève (1904) Het is in het idyllisch kader van de afzondering te Bouillon, nabij de Semois, dat dit gedicht geschreven werd en dit is wellicht niet vreemd aan het algemeen klimaat dat aan zijn schepping ten gronde ligt.

Deze bundel is zijn meesterwerk, een minder filosofisch dan wel initiatiedicht. Zedig omfloerst Van Lerberghe er zijn individualiteit met mythologische allegorieën waarin hij zijn dromen en zijn nostalgie van overgave aan het kosmische leven uit.

Het gedicht kan men moeilijk samenvatten, het is echter mogelijk om in het avontuur van Eva diverse initiatiestadia te onderscheiden. Zoals de poëet door de taal neemt Eva bezit van de wezens en de dingen en heeft zij deel aan de schoonheid van de wereld van het gevoel om zelf tot schepper te veranderen. Daarna, na de contemplatieve fase volgt de nostalgie van een “elders”, die één na één verwekt wordt door de engelen, de lucht, het water, het vuur, de planten, de dieren en de vogels.

Het schuldige verlangen om het mysterie van de wereld beter te leren kennen wordt weldra een verleiding tot de liefde en het geluk. Dan begint het spel van de inbezitname – 1.000 verzen, hetzij meer dan de helft van het gedicht. De maagd wordt overweldigd door een dyonisische staat. Voorgesteld in een golvende heen en weer beweging, een eb en vloed, komt de bekoring tot haar besluit in de apotheose van de dans van Eva.

Daarna, bij avondschemering, losprijs van de kennis, ontdekt Eva dat zij sterfelijk is. Dit wordt echter niet zwaarmoedig opgevat : “La mort n’est qu’une ‘poussière d’étoiles’”, die de oplossing in het grote geheel suggereert.

Verder dan loutere analogieën met Genesis, moet men er zich van onthouden om in La Chanson d’Ève slechts een mythisch verhaal te zien over de geboorte van de wereld of de evolutie van de mensheid. Het is dat alles en nog veel meer. Door de dualiteit ervan leende zich Eva tot het objectiveren van de hoogste hoedanigheden en waarden naar de ogen van Van Lerberghe.

Zij vertegenwoordigt “het symbolisme in haar zuiverste staat”, één van de meest doorgedreven en meest authentiek beleefde experimenten van de beweging.

Voorts waren er nog :

- L’intruse (1890) Een drama waarin hij vóór Maeterlinck het “toneel van de angst” tot leven brengt.

- Pan (1906) Een satirische komedie

- Contes hors du temps (1992) Een bundeltje waarin verschillende sprookjes werden verzameld die voordien op diverse tijdstippen en in diverse tijdschriften gepubliceerd waren geweest. Persoonlijk vind ik dit werkje minder boeiend.

BIBLIOGRAFIE

- Histoire de la littérature belge 1830-2000, Paris, Fayard, 2003

- Fin de siècle et symbolisme en Belgique –, œuvres poétiques -, Bruxelles, Éditions Complexe, 1998

- Wikipedia français

– De voorgaande bijdrage werd geplaatst door 81.241.154.199 (overleg · bijdragen) 24 okt 2014 22:59‎