Overleg:De natuurkunde van 't vrije veld

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Zoektocht naar obscure namen[brontekst bewerken]

In alle drie de delen van De Natuurkunde van 't Vrije Veld zijn nogal wat namen van wetenschappers en waarnemers vermeld waar bitter weinig over bekend is. Meestal is enkel hun familienaam vermeld, alsook hetgeen waarvoor ze in deze boeken vermeld zijn (uiteraard). Misschien is zoiets al eens gedaan, maar het zou nuttig kunnen zijn als iemand een alfabetisch register zou maken van al deze obscure namen. Eén zo'n voorbeeld van een obscure naam is Reuleaux op bladzijde 56 in het tweede deel (in het item nummer 42: Eigen geruis van het oor). Deze boeken bevatten geen namenregisters, hetgeen het opzoeken van wetenschappers en waarnemers nogal moeilijk maakt. DannyCaes (overleg) 24 jun 2021 18:46 (CEST)[reageer]

Is Richarz op bladzijde 269 in het eerste deel Franz Joseph Matthias Richarz? (1860-1920). DannyCaes (overleg) 11 jul 2021 20:39 (CEST)[reageer]
Zie Duits Wikipedia artikel: https://de.wikipedia.org/wiki/Franz_Richarz_(Physiker)
Franz Graf von Larisch-Moennich (zie deel 3, bladzijde 166, voetnoot 1) blijkt een fotograaf geweest te zijn van onstuimige zeepartijen (Sturmsee und Brandung, 1925).

Een huzarenstukje dat toch wel eens de moeite waard zou kunnen zijn[brontekst bewerken]

Voor intelligente mensen die, om zich niet te zitten vervelen of om niet continu spelletjes te zitten spelen, aan een betekenisvolle alfabetisch gerangschikte lijst zouden willen werken, en om die lijst, na het voltooien ervan, als deel-artikel (of als deel-lijst) toe te voegen aan het reeds bestaande Wikipedia artikel -De natuurkunde van 't vrije veld-. Het gaat hem dus om de schier ontelbare namen van wetenschappers, uitvinders, en waarnemers die in zowat alle bladzijden van de drie boeken van Minnaert's De natuurkunde van 't vrije veld vermeld zijn. En geloof me, het zijn er wat! (geen klein beetje). Dat zal dus waarschijnlijk de reden geweest zijn waarom er slechts een handjevol namen zijn opgenomen in de drie alfabetische registers van de drie boeken. Het zou tijdens het drukprocédé van deze drie boeken wel eens een vierde bijkomend "index"-boek moeten gevergd hebben om een overzicht van al deze namen te verkrijgen. Misschien is het onze taak om aan zo'n bijkomend "index"-boek te beginnen, waarvan het eindprodukt mogelijks een onderdeel van Wikipedia zou kunnen zijn. Wie voelt zich geroepen? DannyCaes (overleg) 22 jul 2021 12:22 (CEST)[reageer]

De kunst bestaat erin om elkeen van de vermelde namen in de drie delen van De natuurkunde van 't vrije veld aan te duiden met (bijvoorbeeld) een rode ballpoint (een kort horizontaal lijntje, getrokken m.b.v. een klein meetlatje, net onder de betreffende naam). Let er wel op dat tijdens het trekken van zo'n rood lijntje er steeds een hard plastic plakkaatje onder de bladzijde gehouden wordt, omdat anders het lijntje doorgedrukt staat op het aantal bladzijden daaronder ("bas-relief"). Men zou deze namen ook met behulp van een fluorescerende stift kunnen aanduiden, maar uit ondervinding weet ik dat de opvallende markeringen van dit soort fluorescerende stiften (ook al is het de stralende kleur geel) na verloop van een aantal maanden of jaren "grauw" beginnen te worden. De fluorescentie gaat eruit, en een vuil soort "saffraangeel" blijft over. Waarschijnlijk is dit te wijten aan de nogal "ruwe" gelige papiersoort die voor deze boeken is gebruikt. Had het glad en glanzend wit papier geweest, de opvallende fluorescentie zou blijvend zijn (denk ik). DannyCaes (overleg) 3 aug 2021 12:03 (CEST)[reageer]

Emil du Bois-Reymond, of... Paul du Bois-Reymond?[brontekst bewerken]

Zeker weet ik het niet, maar ik veronderstel dat het Emil du Bois-Reymond is die op bladzijde 307 van het derde deel van De natuurkunde van 't vrije veld vermeld is, in het item § 178: Adempluimen. In dit item lezen we:

  • Du Bois Reymond bemerkt, dat de adempluim beter zichtbaar wordt als men de lucht eerst zo sterk mogelijk in de borstholte samengeperst houdt, en dan ineens de mond opent. Door de plotselinge „adiabatische” uitzetting wordt de uitgeademde lucht afgekoeld en de waterdamp condenseert, vooral als er stofkernen in de buurt zijn.

Emil du Bois-Reymond had een broer: Paul du Bois-Reymond, maar dat blijkt een wiskundige geweest te zijn, zie Engelstalig Wikipedia artikel:

Antoni Bolesław Dobrowolski[brontekst bewerken]

Professor M. G. J. Minnaert had de gewoonte om elk hoofdstuk in De natuurkunde van 't vrije veld op een spitsvondige manier te starten, bijvoorbeeld het hoofdstuk HET WONDERBARE IJS, in Deel 2 (bladzijde 265). § 193: De eerste stadia van de ijsvorming, ijskiemen:

  • Het is wel merkwaardig hoe we honderden malen in ons leven opmerken dat water in ijs veranderd is, terwijl de meesten onzer het bevriezen nooit vóór hun ogen hebben zien gebeuren!

Een toonaangevend wetenschapper in dit hoofdstuk is Antoni Bolesław Dobrowolski die rond 1922 of 1923 een 880 bladzijden tellend standaardwerk omtrent ijs heeft geschreven (zie voetnoot op bladzijde 265). Wie was Antoni Bolesław Dobrowolski? Zie het Engelstalig Wikipedia artikel:

Was Minnaert's Bryan O'Leary dezelfde als NASA's ex-astronaut Brian T. O'Leary?[brontekst bewerken]

Op bladzijde 226 in het eerste deel van De natuurkunde van 't vrije veld is iets vermeld omtrent de polarisatiegraad van het haloverschijnsel Kleine Kring (radius 22°). Die polarisatiegraad zou, ochot, slechts een luttele 4 % bedragen. Praktisch onzichtbaar dus als we er met onze polarisatiefilter naar kijken. Volgens een voetnoot op bladzijde 226 zou deze opmeting afkomstig moeten zijn van een zekere Bryan O'Leary (Astrophysical Journal, 146, 754, 1966). Wie was Bryan O'Leary? Het zal waarschijnlijk toeval zijn dat er ooit een NASA astronaut heeft bestaan die Brian T. O'Leary heette (Brian Todd O'Leary). Nu, die B. T. O'Leary kreeg het daar bij de NASA zodanig op de heupen dat hij zwaar gefrustreerd de deur achter zich dicht heeft gegooid, en, als gevolg van zijn "dégout", er een boek over heeft geschreven: The Making of an Ex-Astronaut. Nu, we kunnen ons de vraag stellen of de door Minnaert aangehaalde Bryan O'Leary dezelfde was als de ex-astronaut Brian T. O'Leary, of niet? Heeft Brian Todd O'Leary zich ooit beziggehouden met gepolariseerd licht? DannyCaes (overleg) 23 jul 2021 10:32 (CEST)[reageer]

Omtrent NASA's ex-astronaut Brian T. O'Leary, zie Engelstalig Wikipedia artikel:

Benjamin Franklin onderzocht het smeltproces van sneeuw[brontekst bewerken]

Zo lezen we op bladzijde 237 in het tweede deel van De natuurkunde van 't vrije veld (§ 180: Smeltende sneeuw) dat Benjamin Franklin verschillende lapjes gekleurde stof op het oppervlak van een sneeuwtapijt legde. De zon scheen op de lapjes stof en alnaargelang de kleur van zo'n lapje smolt de sneeuw snel of traag, of helemaal niet. Onder het zwarte lapje smolt de sneeuw vrij snel, onder het rode lapje nogal traag, en onder het witte lapje praktisch niet. Vanzelfsprekend slorpte het zwarte lapje de meeste zonnewarmte op. Het witte lapje zo goed als niet, en het rode lapje min-of-meer. Zou het de moeite waard zijn om dat gegeven toe te voegen in het artikel omtrent Benjamin Franklin? (plus bronvermelding natuurlijk). DannyCaes (overleg) 22 jul 2021 19:12 (CEST)[reageer]

Hamilton Hartridge[brontekst bewerken]

Op bladzijde 95 in het eerste deel, bij § 51: Het fonkelen der sterren (scintillatie), lezen we in de voetnoot onderaan deze bladzijde dat de fysioloog Hartridge getracht heeft om aan te tonen dat de oorzaak van het fonkelen der sterren in onze ogen te zoeken zou zijn, en wel in de celbouw van het netvlies. Volgens Minnaert is deze mening onhoudbaar, maar... toch bewijzen de interessante proeven van Hartridge dat er een fysiologische componente in het verschijnsel kan zijn. Wie was Hartridge? Ik veronderstel dat het Hamilton Rartridge was (of wel eens kon zijn), zie Engelstalig Wikipedia artikel:

William Charles Wells[brontekst bewerken]

M. G. J. Minnaert gaf in zijn De natuurkunde van 't vrije veld zoveel mogelijk beschrijvingen van zowat elk soort natuurkundig verschijnsel, zo ook van het verschijnsel DAUW. En dat verschijnsel (dauw) werd uitvoerig bestudeerd door de Schots-Amerikaanse wetenschapper William Charles Wells. In Minnaert's boeken vermeld als W. Ch. Wells (zie bladzijde 245 in het derde deel, § 184: Het meten van de hoeveelheid dauw). Wie was William Charles Wells? Zie het Engelstalig Wikipedia artikel:

William Thomson[brontekst bewerken]

Veel van de door Minnaert vermelde namen zitten her en der verstopt in zijn drie boeken. Het opzoeken van deze namen in de trefwoordenlijsten achteraan deze boeken heeft niet veel zin want slechts een uiterst klein breukdeel van het totale aantal namen is er in opgenomen. We zullen dus zelf eens een namenregister moeten ineen steken. Eén zo'n verstopte naam is William Thomson (een Brits natuurkundige). DannyCaes (overleg) 27 jul 2021 10:10 (CEST)[reageer]

Pulfrich en Purkynje[brontekst bewerken]

Raar om zeggen, maar Pulfrich en Purkynje zijn de enige twee namen die "onafhankelijk" vermeld zijn in de alfabetische trefwoordenlijst achteraan deel 1 van De natuurkunde van 't vrije veld. Let wel: deze lijst bevat heel wat andere namen, maar dan wel steeds betrekking hebbend met de benaming van een verschijnsel of uitvinding, bijvoorbeeld: Beginsel van Babinet, Bundels van Haidinger, Kontrasttheorie van Mach, Polariskoop van Savart, etc... (daar zou eigenlijk een aparte lijst van gemaakt moeten worden). DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 15:59 (CEST)[reageer]

In de alfabetische trefwoordenlijst van de Engelstalige vernieuwde heruitgave van Deel 1 (Light and Color in the Outdoors, Springer-Verlag, 1993) zijn veel meer namen opgenomen. De samenstellers van deze Engelstalige heruitgave zullen dus ook opgemerkt hebben dat de oorspronkelijke trefwoordenlijst hier en daar wat te wensen overliet. Het is dus aan te raden om beide uitgaven, zowel de oorspronkelijke Nederlandstalige als de vernieuwde Engelstalige uitgave, simultaan te gebruiken en met elkaar te vergelijken (de vernieuwde Engelstalige uitgave bevat tevens een aantal recentere namen die niet in Minnaert's oorspronkelijke uitgave te vinden zijn). DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 16:36 (CEST)[reageer]

Deel 1, bladzijde 140, § 92: Het verschijnsel van Purkynje. Kegeltjes en staafjes[brontekst bewerken]

Toch wel frappant dat er omtrent Jan Evangelista Purkynje nog steeds geen Nederlandstalig Wikipedia artikel bestaat! (zomer 2021). Nu, gelukkig zijn er nog andere talen in de wereld, bijvoorbeeld Engels:

John Ruskin[brontekst bewerken]

Veelvuldig vermeld in het eerste deel van De Natuurkunde van 't vrije veld: de Engelse aquarellist John Ruskin (-Modern Painters-). DannyCaes (overleg) 22 jul 2021 09:18 (CEST)[reageer]

Johann Wolfgang von Goethe[brontekst bewerken]

Minnaert was hoogst waarschijnlijk een fervent bewonderaar van Johann Wolfgang von Goethe. In ieder geval speelt Goethe een belangrijke rol in zijn De natuurkunde van 't vrije veld. Toch in het eerste deel ervan, dat uitvoerig het thema kleuren en het waarnemen ervan behandelt. DannyCaes (overleg) 23 jul 2021 12:03 (CEST)[reageer]

Vaughan Cornish[brontekst bewerken]

Ook een veelvuldig aantal keren vermeld in alle drie de delen van De natuurkunde van 't vrije veld: de naam Vaughan Cornish. Daar bestaat nog geen Nederlandstalig Wikipedia artikel van. In ieder geval wel een Engelstalig. DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 13:47 (CEST)[reageer]

Albertus Antonie Nijland[brontekst bewerken]

Lezers van De natuurkunde van 't vrije veld die zich concentreren op de talloze kleinletterige voetnoten onderaan de bladzijden komen regelmatig de naam A. A. Nijland tegen. Dit betreft de Nederlandse sterrenkundige Albertus Antonie Nijland. DannyCaes (overleg) 26 jul 2021 15:00 (CEST)[reageer]

François-Alphonse Forel[brontekst bewerken]

Vermeld als F. A. Forel, en wel in zowat alle onderwerpen waar verschijnselen in of op vloeiend en/of stilstaand water aan bod komen. Kan niemand anders dan François-Alphonse Forel zijn.

Osborne Reynolds[brontekst bewerken]

Eveneens vermeld in onderwerpen waar water in aan bod komt: Osborne Reynolds.

De proef van Fechner[brontekst bewerken]

Minnaert had dus zo de gewoonte om enkel de familienamen van de door hem aangehaalde wetenschappers te vermelden. Zo ook Fechner (van: De proef van Fechner, zie § 77 in Deel 1 van De natuurkunde van 't vrije veld), van wie we ons kunnen afvragen wie Fechner eigenlijk was. Ik veronderstel dat het Gustav Theodor Fechner was (of zou kunnen geweest zijn), maar ik ben het niet zeker. Wie wel? DannyCaes (overleg) 23 jul 2021 09:45 (CEST)[reageer]

Robert Freiherr von Daublebsky von Sterneck (wie?)[brontekst bewerken]

Dankzij M. G. J. Minnaert's De natuurkunde van 't vrije veld ben ik aan de weet gekomen wie (de voor velen totaal onbekende) Robert Freiherr von Daublebsky von Sterneck was. Het blijkt dus dat Robert von Daublebsky vermeld is in het eerste deel van Minnaert's driedelig standaardwerk (deel 1: Licht en Kleur in het Landschap). Minnaert had de nogal nonchalante gewoonte om de in zijn boeken vermelde wetenschappers op een ietwat "zijdelingse" manier op te nemen. Het vergt bij praktisch alle van de door hem vermelde namen heel wat detective-achtig opzoekingswerk om te weten te komen wie hij feitelijk bedoelde. Zo ook Robert von Daublebsky, die in Minnaert's eerste deel vermeld is als R. von Sterneck of von Sterneck (zie bladzijde 183, voetnoot N°2: R. von Sterneck, bladzijde 189: von Sterneck, bladzijde 191: von Sterneck). DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 12:00 (CEST)[reageer]

Is het hem wel degelijk?[brontekst bewerken]

Volgens de Duitstalige Wikipedia zou er nog een andere Robert Freiherr von Daublebsky von Sterneck moeten hebben bestaan, nl. "de jongere". Deze Robert von Daublebsky was de zoon van de hierboven vermelde Robert Freiherr von Daublebsky von Sterneck, en was een wiskundige. Verwarrend! Wie had M. G. J. Minnaert in zijn De natuurkunde van 't vrije veld nu eigenlijk bedoeld? De vader of de zoon? DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 12:16 (CEST)[reageer]

Jean Abraham Chrétien Oudemans[brontekst bewerken]

Ik veronderstel dat de naam Oudemans, vermeld op bladzijde 92 in het eerste deel van De natuurkunde van 't vrije veld, en dan nog tussen haakjes, de astronoom Jean Abraham Chrétien Oudemans moet zijn. Kan bijna niet anders. Hij is hier op bladzijde 92 vermeld in verband met zijn bewering dat een geoefend oog 's winters door de trilling der beelden van verre voorwerpen de warme lucht boven de daken der huizen kan zien opstijgen. Kras! (zie ook het Wikipedia artikel Schaduwbanden). DannyCaes (overleg) 22 jul 2021 11:10 (CEST)[reageer]

Raphael Eduard Liesegang[brontekst bewerken]

Komen we op bladzijde 272 in het tweede deel van De natuurkunde van 't vrije veld een 'en passant' vermelding omtrent de Ringen van Liesegang tegen. Wie was Liesegang? Zie het Engelstalig Wikipedia artikel -Raphael Eduard Liesegang-:

Wie was Quix?[brontekst bewerken]

Zo vinden we op bladzijde 185 van het eerste deel een vermelding i.v.m. de 'theorie van Quix' (deze theorie zou iets te maken hebben met de werking van het evenwichtsorgaan, dus de half-cirkelvormige kanalen in het oor). Maar wie was Quix? DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 08:56 (CEST)[reageer]

Wie was Sumner?[brontekst bewerken]

„Cirkels van Sumner”, lees ik hier in de voetnoot op bladzijde 14 van het derde deel (§ 2: Het schatten van hoeken). Wie was Sumner? DannyCaes (overleg) 8 aug 2021 20:30 (CEST)[reageer]

Wie was Denzin?[brontekst bewerken]

Zie Deel 3, § 7: Inhoud van bomen. De regel van Denzin. Wie was Denzin? DannyCaes (overleg) 7 aug 2021 15:36 (CEST)[reageer]

Wie was J. Trikalinos?[brontekst bewerken]

Zie bladzijde 230 (voetnoot) alsook bladzijde 232 in het derde deel (§ 126: Ribbels van zand en lucht). Enig zoekwerk via Google levert niets op dat stamt uit de tijd van Minnaert of uit het pre-Minnaert tijdperk. Dus, wie was J. Trikalinos? (deed volgens Minnaert nauwkeurige bepalingen van de windsnelheid met behulp van een hand-anemometertje, een molentje van Robinson, om te weten te komen aan welke windsnelheid ribbelvorming op het strand tot stand kwam). DannyCaes (overleg) 27 jul 2021 09:27 (CEST)[reageer]

Wie was Maille?[brontekst bewerken]

Bladzijde 264 in deel 3 (§ 151: Vallende sneeuwvlokken). Volgens Minnaert deelde Maille mee dat sneeuwvlokken van 3 tot 4 centimeter grootte met een snelheid van 0,25 tot 0,35 m/s vallen, vlokken van 1 cm met een snelheid 0,80 m/s. Allemaal goed en wel, maar wie was Maille? DannyCaes (overleg) 27 jul 2021 09:44 (CEST)[reageer]

Wie waren Schmauss en Kiessling?[brontekst bewerken]

Deel 2, Bladzijde 317, § 229: Invloed van de bliksem op de regen?:

  • Schmauss vertelt hoe hij één enkele bliksem zag, waarop de nevel zich onmiddellijk oploste in stromende regen. Kiessling zag gedurende 8 à 10 seconden een donkere regenstreep, precies op de plaats waar zich een bliksemstraal had vertoond.

Wie was Gago Coutinho?[brontekst bewerken]

Het blijkt, althans volgens M. G. J. Minnaert, dat de Portugees Gago Coutinho het optisch verschijnsel groene flits onbeperkt lang kon waarnemen aan het licht van een verre schijnwerper (zie bladzijde 86 in deel 1). Toch wel wiedes dat we, dankzij Wikipedia, eindelijk aan de weet kunnen komen wie Gago Coutinho was. Zie het Engelstalig Wikipedia artikel https://en.wikipedia.org/wiki/Carlos_Viegas_Gago_Coutinho (heette dus voluit Carlos Viegas Gago Coutinho). DannyCaes (overleg) 22 jul 2021 09:55 (CEST)[reageer]

Dat zal dan hoogst waarschijnlijk Allvar Gullstrand zijn[brontekst bewerken]

Zie bladzijde 121 in het eerste deel van De natuurkunde van 't vrije veld. In item § 72: Afwijkingen van de scherpe beeldvorming bij het oog, komen we de naam Gullstrand tegen. Zal dus zonder twijfel de Zweedse oogarts Allvar Gullstrand zijn. DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 13:19 (CEST)[reageer]

Whymper's wonderlijke waarneming[brontekst bewerken]

Op bladzijden 234 en 235 van het eerste deel komen we item 168 tegen (§168: Lichtkruisen). Daarin staat het voorval vermeld omtrent de alpinist Whymper en zijn tochtgenoten die op 14 juli 1865 als eersten de top van de Matterhorn bereikten, maar tijdens de terugtocht gleden vier van Whymper's metgezellen uit en stortten in de afgrond. Tegen de avond zag Whymper aan de lucht een ontzaglijke lichtkring met drie kruisen: „de spookachtige lichtverschijnselen hingen onbewegelijk; het was een wonderlijk en ontzettend schouwspel, enig in mijn ervaring, en onbeschrijfelijk indrukwekkend op zulk een ogenblik“. Het valt niet te betwijfelen dat het in dit item om Edward Whymper gaat. Verrassend interessant om Minnaert's De natuurkunde van 't vrije veld simultaan met Wikipedia te verkennen! DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 17:30 (CEST)[reageer]

De verstuiver van Antolik[brontekst bewerken]

Wie in 's godsnaam was Antolik? Zie bladzijde 203 in het eerste deel, § 142: De regenboog in kunstmatige wolken. Het betreft in dit item dus een soort blaastoestel om er een waternevel mee te produceren waar men de regenboog in kan zien, mits deze nevel door het zonlicht wordt beschenen natuurlijk. Maar wie was Antolik? DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 13:39 (CEST)[reageer]

Ronald Lorenz Ives (vermeld als "Iven" op bladzijde 100 in het eerste deel)[brontekst bewerken]

De naam "Iven" is vermeld in het onderste gedeelte van bladzijde 100 in deel 1 (dus in het "optische" en meest bekende boek van De natuurkunde van 't vrije veld), maar dit is dus een typografische fout, het moet zijn: Ives (Ronald Lorenz Ives). R.L. Ives is in Minnaert's boek op een nogal beknopte manier vermeld, ook al heeft hij grootschalig uitziende schaduwbanden waargenomen tijdens zonsondergang (verwant aan de veel kleinere schaduwbanden die kunnen worden gezien kort voor en kort na een totale zonsverduistering). Dankzij de Amerikaanse uitpluizer van wetenschappelijke literatuur William R. Corliss echter weten we al iets meer (behoorlijk meer!), want de merkwaardige waarnemingen van Ronald L. Ives zijn uitvoerig vermeld in Corliss's boek Rare Halos, Mirages, Anomalous Rainbows, and Related Electromagnetic Phenomena (The Sourcebook Project, 1984). Ik probeer momenteel zoveel mogelijk online informatie te vinden in verband met Ronald Lorenz Ives, en ik heb ondertussen gezien dat er in verband met het leven en werk van R.L. Ives een boek zou moeten bestaan (R.L. Ives was een geograaf die o.a. verschillende gebieden in de U.S.A. en Mexico onderzocht). Ik moet zeggen dat het geval "Iven" (feitelijk Ives dus) mij reeds van in het begin dat ik De Natuurkunde van 't Vrije Veld had gekocht blijft intrigeren, maar ik heb nooit echt een serieuze poging ondernomen om te weten te komen wie "Iven" (Ives) feitelijk was. In 1993 kocht ik W.R. Corliss's boek en aldus kwam ik aan de weet dat het om Ronald L. Ives ging (Ives's waarnemingen zijn uitvoerig beschreven in Corliss's item GEL10: Low-Sun Shadow Bands, bladzijden 133-135). Ik vraag mij af of die grootschalige schaduwbanden (die dus ook vanuit hoogvliegende vliegtuigen kunnen worden waargenomen) soms niet vanuit nog veel hogere locaties kunnen worden gezien, bijvoorbeeld vanuit het I.S.S. (International Space Station). DannyCaes (overleg) 25 jun 2021 12:25 (CEST)[reageer]

Hier nog iets voor de vastberaden bollebozen die toegang hebben tot de specifieke wetenschappelijke literatuur. De eigenlijke bron waar R.L. Ives's en zijn merkwaardige waarnemingen in beschreven staan (en dus ook als voetnoten vermeld zijn in zowel Minnaert's als Corliss's boeken): Journal of the Optical Society of America (J.O.S.A.), 35, 736, 1945 (Ronald L. Ives: Sunset Shadow Bands). DannyCaes (overleg) 25 jun 2021 12:43 (CEST)[reageer]

Deel 1, § 224: „Het donkerste uur komt even voor de dageraad“[brontekst bewerken]

Dit item begint met:

  • Denning, de beroemde waarnemer van vallende sterren, gelooft dat dit Engelse spreekwoord letterlijke waarheid bevat. Even vóór het krieken van de dag schijnt het hem dat voorwerpen verdwijnen, welke tot hiertoe goed zichtbaar waren: een zenuwachtig gevoel komt over hem...
Dat moet dus zonder twijfel William Frederick Denning zijn. Zie Engelstalig Wikipedia artikel: https://en.wikipedia.org/wiki/William_Frederick_Denning DannyCaes (overleg) 21 jul 2021 15:43 (CEST)[reageer]

Wim T. Schippers en De natuurkunde van 't vrije veld[brontekst bewerken]

Misschien interessant om weten dat ook Wim T. Schippers een fervent bewonderaar is van M.G.J. Minnaert's De natuurkunde van 't vrije veld. DannyCaes (overleg) 25 jun 2021 13:20 (CEST)[reageer]