Overleg:Paul Poustochkine

Pagina-inhoud wordt niet ondersteund in andere talen.
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Nog veel aan te doen, ik zoek foto's[1].

  1. Het geslacht Poustochkine stamt af van een oude aristocratische familie uit Novgorod. In de zestiende eeuw werd de staat Novgorod geannexeerd door het Moskouse Rijk. In 1683 kende tsaar Peter de Grote landgoederen toe aan Josif Poustochkine en op 25 mei 1805 werd het geslacht Poustochkine geregistreerd in het “Eerste Boek van Aristocraten Zonder Erfelijke Titel” (vóór de hervormingen van Peter de Grote). In de zestiende en zeventiende eeuw dienden veel Poustochkines de Moskouse tsaren, doorgaans als vozhevod (gouverneur) van provincies als Rostov en Kargopol, maar ook aan het keizerlijke hof zelf. De familiegeschiedenis kent talloze Poustochkines die adelsmaarschalk, generaal of admiraal waren. Josif Poustochkine was de voorvader van de tegenwoordige Poustochkines. Ivan Petrovich Poustochkine (1796 – 1846) zorgde door middel van een huwelijk voor een band van de familie met het adellijk geslacht Volkov, en uit deze relatie kwam Paul Ivanovich Poustochkine (1826 – 1863) voort. Zijn zoon Constantin Pavlovich Poustochkine werkte als diplomaat voor Alexander II, Alexander III en Nicolaas II. Vier jaar lang was hij de Russische consul in Amsterdam en hij was de laatste tsaristisch-Russische consul-generaal in Genua. Constantin kreeg twee zoons: Dimitri en Pavel. Pavel (Paul) Constantinovich Poustochkine werd in 1886 geboren in Napels. Dimitri en Paul Poustochkine, omstreeks 1898 Van 1888 tot 1892 woonde hij bij zijn ouders in Amsterdam en van 1892 tot 1898 bracht de familie in Oostenrijk door. Foto van een klas van het Keizerlijk Lyceum Alexandrov in St. Petersburg. Zittend in het midden: Paul Poustochkine. Toen Paul Poustochkine de respectabele leeftijd van twaalf jaar had bereikt werd hij naar het Keizerlijk Lyceum Alexandrov in St. Petersburg gestuurd. Dit was een kostschool voor aristocratische jongeheren. In 1906, toen Paul Poustochkine twintig jaar was, betrad hij de wereld van de diplomatieke dienst, bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, onder Sazonov. Zijn eerste ambt was vice-consul van het keizerlijk Russische consulaat-generaal op Kreta, van 1910 tot 1912. In januari 1913, hij was toen zevenentwintig jaar oud, werd hij benoemd tot secretaris van de Russische legatie in Nederland (Koningskade 8, Den Haag) en toen hij zijn ambt in maart van dat jaar aanvaardde had hij geen idee dat hij zijn vaderland nooit meer zou zien. Paul Poustochkine zou de laatste vertegenwoordiger van keizerlijk Rusland in Nederland zijn. Toen in 1917 de directe financiering door Rusland werd stopgezet en de bodem van de schatkist in zicht raakte omdat Nederland de Sovjet-Unie niet wilde erkennen probeerden ad-interim chargé d’affaires Paul Poustochkine en zijn vrouw Nathalie Likhachev (1889 – 1969) aan de kost te komen als kunstschilders. Nathalie was een begaafd schilderes die aan de kunstacademie in St. Petersburg had gestudeerd. Paul verdiende er wat bij door antiek te verkopen terwijl Nathalie jurken ontwierp voor de dames van de Nederlandse high society. Maar zelfs met die verdiensten was het moeilijk om de touwtjes aan elkaar te knopen want Paul was nog altijd de officiële vertegenwoordiger van Rusland en moest alle officiële ceremonieën die bij het ambt horen uit eigen zak betalen. Paul Poustochkine: “In naam van de Nederlandse regering behartigen wij de belangen van Russische krijgsgevangenen in Turkije en Bulgarije. In België wordt deze taak verricht door mijn Spaanse collega Marquis de Villalobar.” Op 2 oktober 1919 vertrok eerste secretaris Henri de Bach van de Russische legatie in Den Haag naar Washington en benoemde hij Paul Poustochkine als ad-interim chargé d’affaires. Nadat Paul’s vader Constantin in 1922 in Genua was overleden verhuisde Paul’s moeder, Lydia Vasilievna Poznansky (1864 – 1957), naar Den Haag. Aanvankelijk werd Paul Poustochkine benoemd tot diplomatieke vertegenwoordiger van de regering Denikin, maar later van de regering Wrangel. In februari 1922 ventileerde het communistische Tweede Kamerlid Willem van Ravesteijn zijn ongenoegen over het feit dat Paul Poustochkine was uitgenodigd voor een banket van koningin Wilhelmina. Jonkeer F. Beelaerts van Blokland, het hoofd van het departement voor Diplomatieke Betrekkingen, probeerde Poustochkine te bewegen de Russische legatie in Den Haag te sluiten, maar Poustochkine antwoordde: “De meeste monarchieën in Europa hebben nog steeds keizerlijk Russische delegaties met diplomatieke status. Ik heb altijd getracht mijn werk zo goed mogelijk te doen, zonder mezelf te profileren of ophef te maken. Mogelijk zal er een dag komen waarop men inziet dat de regering van de bolsjewieken geen lang leven beschoren is, maar ik ben ervan overtuigd dat Nederland als laatste land zal besluiten de bolsjewieken te erkennen.” Beelaerts van Blokland zwichtte voor dit argument en om kritiek van het parlement te voorkomen plaatste hij Poustochkine niet langer op de accreditatielijst als tijdelijke chargé d’affaires maar als eerste secretaris. Daarmee was hij ontlast van de diplomatieke verplichting om hem bij iedere officiële gelegenheid qualitate qua in de schijnwerpers te zetten. Koningin Wilhelmina zag de sovjetrussen liever gaan dan komen. Ze zei: “U mag erkennen wie u wilt zolang u van mij maar niet verwacht dat ik de vertegenwoordiger van Sovjet-Rusland ontvang.” De regering begreep dit standpunt wel. “We willen de koningin niet dwingen tot het ontvangen van een vertegenwoordiger van degenen die haar familie zo wreed hebben omgebracht; Hare Majesteit’s grootmoeder was een Romanov.” Paul Poustochkine en zijn vrouw Nathalie hadden twee kinderen: Constantin (Toto), die op 14 september 1910 op Kreta werd geboren, en Iwan, die op 10 februari 1918 in Den Haag werd geboren. Paul Poustochkine kende koningin Wilhelmina en haar man prins Hendrik zeer goed en koningin Wilhelmina, die altijd trots is geweest op het feit dat Anna Pavlovna’s bloed door haar aad’ren stroomde, zorgde ervoor dat Constantin en Iwan naar de universiteit konden gaan. Constantin ging rechten studeren, Iwan koos voor geneeskunde. In het begin van 1940 stond Paul Poustochkine nog steeds geregistreerd als chargé d’affaires en in die hoedanigheid hield hij contact met Russische vluchtelingen in Parijs. Ook bezocht hij de vergaderingen van de in het buitenland verblijvende diplomaten van keizerlijk Rusland. Ten gevolge van de Duitse bezetting werd de legatie in mei 1940 gesloten. Paul Poustochkine ging na de Tweede Wereldoorlog met pensioen, toen de Sovjetregering door ons land werd erkend. Hij overleed in september 1958 en werd ter aarde besteld op de algemene begraafplaats Westduin in Loosduinen. In Het Binnenhof werd een necrologie gepubliceerd. Paul’s zonen Iwan en Constantin (Toto) waren enorme jazzliefhebbers. In de jaren dertig richtten zij het jazzorkest de Swing Papa’s op en dat was het begin van de jazz scene in Den Haag. Iwan, die gynaecoloog van beroep was, overleed op 3 januari 1978 in Rotterdam. Constantin overleed in januari 1992. Paul Ivanovich Poustochkine, zoon van Iwan en kleinzoon van Paul, werd in 1951 geboren. Hij studeerde rechten in Rotterdam, werkte als chefjurist voor de Raad van State, was plaatsvervangend voorzitter en ondervoorzitter van de Raad van Beroep van het ambtenarengerecht in Utrecht, rechter in Utrecht en is sinds 1993 rechter in Den Haag. Paul mag zichzelf gelukkig prijzen want zijn grootvader was, in tegenstelling tot de vele mensen die Rusland hebben moeten ontvluchten, in de gelegenheid om alle fotoalbums, documenten, uitnodigingen en brieven mee te nemen uit Rusland. Deze nalatenschap vormt een schat aan historisch materiaal en ik ben Paul dankbaar dat ik daar in 1991 een blik in mocht werpen ten behoeve van mijn boek Russians in Exile.