Please don't touch

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
'Please don't touch'
Studioalbum van Steve Hackett
(Albumhoes op en.wikipedia.org)
Uitgebracht april 1978
Opgenomen 1977/1978
Genre progressieve rock
Duur 38:35 (origineel)
Label(s) Charisma Records, Chrysalis Records
Producent(en) John Acock
Chronologie
1975
Voyage of the acolyte
  1978
''Please don't touch''
  1979
Spectral mornings

(en) MusicBrainz-pagina
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Please don't touch is het tweede soloalbum van Steve Hackett. Het is wezen geen soloalbum meer. Hij was los van Genesis.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het is het eerste album van hem na de breuk van Genesis. Hij voelde zich ondergewaardeerd, zijn composities kwamen te weinig aan bod. Strijdpunt bleek zijn nummer Please don't touch. Dat werd afgekeurd voor Wind and Wuthering en in de plaats daarvan koos Genesis Wot Gorilla?. Het verschil met zijn vorige album Voyage of the acolyte is groot. Dat werd grotendeels volgespeeld met Genesisleden, voor Please don't touch schakelde Hackett derden in:

Het album werd opgenomen verspreid over drie geluidsstudios. gedurende de maanden november 1977 tot maart 1978 werden er opnamen verricht in de Cherokee Studio, Record Plant en De Lane Lea Studios. De opnamen in Record Plant bevatten een pijporgeltje, dat later betrokken raakte bij een brand en verloren ging. Hackett zou na het verschijnen op tournee gaan; zijn naam was nog niet geheel gevestigd want de geboekte zaal in Nederland, het Congresgebouw was zeer matig bezet. Als toetsenist trad toen trouwens Nick Magnus op, die voor een langere tijd zou spelen in Hacketts band.

Musici[bewerken | brontekst bewerken]

Muziek[bewerken | brontekst bewerken]

Alle muziek van Steve Hackett

Cd
Nr. Titel Duur
1. Narnia (zang: Steve Walsh) 4:05
2. Carry on up the vicarage (zang: Steve Hackett) 3:11
3. Racing in A (zang: Steve Walsh) 5:07
4. Kim (instrumentaal) 2:13
5. How can I? (zang: Richie Havens) 4:38
6. Hoping love will last (zang: Randy Crawford) 4:23
7. Land of 1000 autumns (instrumentaal) 1:38
8. Please don’t touch (instrumentaal) 3:39
9. The voice of Necam (instrumentaal) 3:11
10. Icarus ascending (zang: Richie Havens) 6:27
11. Narnia (zang: John Perry, bonustrack op de cd uit 2005) 3:36
12. Land of 1000 autumns / Please don’t touch (live, bonustrack op de cd uit 2005) 7:53
13. Narnia (alternatieve versie, zang: Steve Walsh, bonustrack op de cd uit 2005) 4:30

De eerste compact discversie van het album bevatte 2 seconden stilte tijdens overgang tussen Land of a thousand autums en Please don’t touch. Later uitgaven lieten de natuurlijke overgang weer horen.

Verklaring[bewerken | brontekst bewerken]

  • Narnia: is gebaseerd op het kinderboek The Lion, The Witch and the Wardrobe van C.S. Lewis. Het lied werd gezongen door Steve Walsh en als drummer was Phil Ehart aanwezig. Hackett wilde het als single uitbrengen, maar kreeg een embargo van Columbia Records, het platenlabel van Kansas. Er was een alternatieve versie voorhanden, opgenomen met zanger Joe Perry, maar daar zagen Charisma Records (Europa) en Chrysalis Records (VS) geen heil in;
  • Carry op the vicarage is een hommage aan Agatha Christie, Hackett zong dit zelf, maar zijn stem was onvoldoende krachtig. Die werd vervormd, zowel naar boven als naar beneden; een techniek die Hackett vaker zou gebruiken; hij vond zelf zijn stem matig, maar goed genoeg voor zijn grotendeels instrumentale werk;
  • Racing in A; verschuift van elektronische muziek naar akoestisch, dat is voor de overgang naar
  • Kim; een hommage aan zijn toenmalige vrouw Kim Poor, een geheel akoestisch gespeeld nummer; het is in de traditie van Gymnopedie nr. 1 van Erik Satie, een componist aan wie Hackett later een heel album zou wijden;
  • How can I? ballad van Ritchie Havens
  • Hoping love will last gezongen door Crawford, het nummer kent enige rhythm and bluesinvloeden, naast de gebruikelijk klank van Hackett
  • Land of a thousand autumns; instrumentaal nummer met een glissando op de basgitaar als overgang naar
  • Please don't touch; het door Genesis afgekeurde nummer; Phil Collins had hier geen goed gevoel bij; Hackett gooide de muziek voor zijn eigen versie geheel om; er wordt veelvuldig gebruikgemaakt van de Roland GR 500 gitaar-synthesizer; het nummer diende origineel als variant op Unquiet slumbers for the sleepers, een meer jazzrockachtig nummer; het nummer zou nog een comeback maken in het nummer Hackett to bits van GTR;
  • The voice of Necam; Necam was een computer; het nummer voert zelf terug op Please don’t touch met toevoeging van enig werk op de akoestische gitaar;
  • Icarus ascending over Icarus, gezongen door Havens
  • de 2005-versie van het album had drie bonustracks.

Platenhoes[bewerken | brontekst bewerken]

De platenhoes was een ontwerp van mevrouw Hackett in die dagen. Een echtpaar uit het Victoria van Engelandtijdperk wordt aangevallen door speelgoedmachientjes. Poor zou tot aan hun scheiding de platenhoezen van Hacketts albums verzorgen. Deze hoes kwam deels terug in Blade Runner, waarbij Harrison Ford wordt aangevallen speelgoedmachientjes.

Hitnotering[bewerken | brontekst bewerken]

Please don't touch hield het vijf weken uit in de Britse albumlijsten; de hoogste plaats was nummer 38. Dat was ruimschoots minder dan voorganger en opvolger. Nederland gaf geen notering voor deze plaat.