Portaal:In het nieuws/Atletiek/2021

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Nieuwsfeiten met betrekking tot atletiek in 2021.

21 november[brontekst bewerken]

6 november[brontekst bewerken]

24 oktober[brontekst bewerken]

Bashir Abdi

13 oktober[brontekst bewerken]

Agnes Tirop
  • Twee maanden nadat zij als vierde is geëindigd op de 5000 m tijdens de Olympische Spelen in Tokio en een maand na haar wereldrecord op de 10 km wordt de Keniaanse atlete Agnes Tirop dood aangetroffen in haar woning in Iten. Ze had steekwonden in haar buik en is volgens een bestuurslid van de Keniaanse bons doodgestoken door haar ex-vriend. Naast haar reeds vermelde prestaties was Tirop in 2018 winnares van de Ladies Run over 10 km in Tilburg en veroverde zij het brons op de 10.000 m op de WK’s in 2017 en 2019. Agnes Tirop is 25 jaar oud geworden.

3 oktober[brontekst bewerken]

12 september[brontekst bewerken]

9 september[brontekst bewerken]

5 september[brontekst bewerken]

28 augustus[brontekst bewerken]

21 augustus[brontekst bewerken]

8 augustus[brontekst bewerken]

Abdi Nageeye
  • Het atletiekprogramma op de Olympische Spelen in Tokio wordt afgesloten met de marathon voor mannen en eindigt voor zowel Nederland als België verrassend met een olympische medaille. Achter de onaantastbare Keniaanse wereldrecordhouder en regerend olympische kampioen Eliud Kipchoge veroveren Abdi Nageeye en Bashir Abdi, beiden geboren in Somalië, maar als atleet opgegroeid en groot geworden in respectievelijk Nederland en België, de zilveren en de bronzen medaille. Vooral de wijze waarop de Nederlander zijn Belgische vriend met de finish in zicht opzweept en tot een laatste krachtsinspanning weet te stimuleren, die hem met succes naar het brons doet grijpen, maakt grote indruk. Nageeye laat als tweede aankomende 2:09.58 voor zich noteren, 1 minuut en 20 seconden achter winnaar Kipchoge, terwijl Abdi 2 seconden later finisht.

7 augustus[brontekst bewerken]

Sifan Hassan

6 augustus[brontekst bewerken]

5 augustus[brontekst bewerken]

Nafissatou Thiam

4 augustus[brontekst bewerken]

Sydney McLaughlin

3 augustus[brontekst bewerken]

  • De 'eyecatcher' van de vijfde atletiekdag op de Olympische Spelen in Tokio is de adembenemend snelle 400 m horden-finale bij de mannen. Van de acht finalisten lopen er zes een nationaal record, waarvan één tevens een wereldrecord is en twee een continentaal record. De Noor Karsten Warholm verpulvert zijn eigen, een maand oude wereldrecord van 46,70 s en komt tot een onwaarschijnlijke 45,94 s, gevolgd door de Amerikaan Rai Benjamin, die met zijn 46,17 s ook dik onder het oude wereldrecord blijft, maar er nu 'slechts' een Noord- en Midden-Amerikaans record aan overhoudt. Het brons gaat naar de Braziliaan Alison dos Santos, die 46,72 s voor zich laat klokken, een Zuid-Amerikaans record. Op de 200 m bij de vrouwen loopt de Jamaicaanse Elaine Thompson naar haar tweede gouden plak. Zij doet dit in 21,53 s, de op-één-na snelste tijd ooit gelopen op deze afstand. De jonge Namibische Christine Mboma grijpt verrassend het zilver en doet dit in 21,81 s, een wereldrecord bij de junioren. Het brons is voor de Amerikaanse Gabrielle Thomas, die in 21,87 s veelvoudig olympisch- en wereldkampioene Shelly-Ann Fraser-Pryce buiten het podium doet belanden. Bij het kogelslingeren verovert de Poolse Anita Włodarczyk voor de derde keer achter elkaar het olympisch goud. Het is voor het eerst dat een vrouw op één onderdeel dit presteert.

2 augustus[brontekst bewerken]

Sifan Hassan
  • De vierde atletiekdag van de Olympische Spelen staat wat Nederland betreft in het teken van de gouden medaille die Sifan Hassan op de 5000 m verovert. In de laatste ronde sprint zij weg van de concurrentie en wint in 14.36,79. De Keniaanse Hellen Obiri pakt ruim twee seconden later het zilver, een honderdste seconde voor de Ethiopische Gudaf Tsegay, voor wie het brons resteert. Het is de eerste olympische gouden medaille voor een Nederlandse atleet of atlete in 29 jaar. De overwinning is des te opmerkelijker, omdat Hassan eerder die dag een serie 1500 m had gelopen, die zij ondanks een valpartij onderweg won. Op de 400 m schrijft Liemarvin Bonevacia geschiedenis door met derde plaats in zijn halve finale als eerste Nederlandse atleet ooit de finale te bereiken. Hij doet dit bovendien in 44,62 s, wat een verbetering van 0,10 seconden is van zijn eigen nationale record uit 2015. Op de 100 m horden wordt Nadine Visser in 12,73 s verdienstelijk vijfde in een race, die door de Puerto Ricaanse Jasmine Camacho-Quinn in 12,37 s wordt gewonnen.

1 augustus[brontekst bewerken]

31 juli[brontekst bewerken]

Paulien Couckuyt

30 juli[brontekst bewerken]

19 juli[brontekst bewerken]

Anouk Vetter

18 juli[brontekst bewerken]

  • Je zou haast gaan denken dat de Nederlandse atleten die deelnemen aan de EK U20 in Tallinn ditmaal alleen geïnteresseerd zijn in zilver, want op de 4 × 100 m estafette veroveren Matthew Dophia, Nsikak Ekpo, Keiharo Oosterwolde en Xavi Mo-Ajok in 40,07 s op de laatste dag van het toernooi de zevende zilveren plak voor Nederland. Hoogspringster Britt Weerman zet met 1,88 m echter de kers op de Nederlandse taart, want die sprong is letterlijk goud waard. Bovendien vestigt zij hiermee een nieuw nationaal juniorenrecord. Het is overigens pas de tweede keer op een EK U20 dat een Nederlandse hoogspringster goud verovert. De eerste was Mieke van Doorn... in 1970! De totaalscore van de Nederlandse equipe is hiermee de op-één-na hoogste ooit op een EK U20. Alleen in 2019 werden meer medailles (19) veroverd, waaronder vier gouden.
    De Belgische delegatie krijgt op de laatste dag van de EK U20 zijn langverwachte medaille en het is gelijk een gouden. Tienkamper Jente Hauttekeete verzamelt over twee dagen 8150 punten, een dik PR dat hem, naast het goud in Tallinn, op de wereldranglijst aller tijden bij de junioren naar de vierde plaats doet stijgen.

17 juli[brontekst bewerken]

  • Blije gezichten bij de Nederlandse delegatie op de derde dag van de EK U20 in Tallinn, want de score van tweemaal zilver van een dag eerder wordt met viermaal zilver ruimschoots overtroffen. Op de 110 m horden snelt Matthew Sophia naar de eerste van de vier in 13,26. Vervolgens blijkt Alida van Daalen ook bij het kogelstoten goed voor zilver. Met een verste stoot van 16,56 m verovert zij haar tweede zilveren medaille van het toernooi. Minke Bisschops is op de 200 m goed voor het derde zilver door met 23,55 s tweede te worden. Het vierde zilver is voor Rick van Riel, die deze medaille binnenhaalt op de 1500 m 3.46,69.

16 juli[brontekst bewerken]

  • Op de EK U20, dat van 15 t/m 18 juli plaatsvindt in het Estse Tallinn, waar eerder ook de EK U23 van 2021 is gehouden, is er op de tweede dag alweer succes voor Nederlandse vertegenwoordigers. Op de zevenkamp komt Sofie Dokter uitstekend voor de dag. Na op de eerste dag al als tweede te zijn geëindigd in de tussenstand, weet zij op dag twee die positie te behouden en verovert zij met 5878 punten de zilveren medaille. Dat doet Alida van Daalen haar bij het discuswerpen na. Met een verste worp van 55,63 m legt ook zij beslag op het zilver.

11 juli[brontekst bewerken]

  • Op de slotdag van de EK (U23) in Tallinn voegen de Nederlandse en Belgische delegaties opnieuw enkele medailles toe aan hun reeds eerder veroverde aantal. Nu gaan de Nederlandse atleten weer met de eer strijken van het hoogste dagtotaal. Tienkamper Sven Roosen bemachtigt de zilveren medaille door te eindigen op een PR-totaalscore van 8056 punten. Op de 5000 m weet de op de vijfde plaats liggende Diana van Es na een sterke laatste ronde alsnog het brons te veroveren in 15.48,4. Bij de Belgen doet Eliott Crestan een duit in het medaillezakje door op de 800 m 12 honderdsten na winnaar Barontini als tweede te eindigen in 1.46,32. De teller eindigt voor België hiermee op vijf medailles, die van Nederland op acht, evenveel als in 2013. Nooit eerder werd er echter driemaal goud gescoord.

10 juli[brontekst bewerken]

Ramsey Angela
  • De Nederlandse en Belgische atleten op de EK (U23) in Tallinn hebben de smaak te pakken, zo blijkt. Op de derde dag van het toernooi worden er opnieuw medailles gescoord, vijf in totaal. Ditmaal zijn de Belgen in de meerderheid, want er wordt zowel goud als zilver en brons gescoord, terwijl Nederland eenmaal goud en brons rijker wordt. Op de 1500 m snelt Ruben Verheyden na een vlammende eindsprint verrassend naar de overwinning in 3.40,03. Acht jaar na Pieter-Jan Hannes heeft België opnieuw een EK U23-kampioen op dit onderdeel. Op de 110 m horden grijpt Michael Obasuyi naar het zilver in 13,40 s, zijn op-een-na beste prestatie ooit, ondanks een tegenwind van 1,6 m/s. Op de 400 m gaat het brons in 45,17 s naar Jonathan Sacoor. Van de Nederlandse deelnemers is bij het kogelstoten Jessica Schilder de enige vrouw die in haar laatste poging de 18 metergrens weet te passeren met een stoot van 18,11 m en dus gaat het goud naar haar. Ramsey Angela loopt op de 400 m horden naar eigen zeggen een slordige race, maar die levert hem in 49,07 s desondanks brons op.

9 juli[brontekst bewerken]

  • Op de tweede dag van de EK voor neo-senioren (U23) in de Estse hoofdstad Tallinn zijn er zowel voor de Nederlandse als de Belgische delegatie gelijk successen. Aan Nederlandse zijde loopt langeafstandsloopster Jasmijn Lau op de 10.000 m onweerstaanbaar naar het goud. Zij snelt naar de overwinning in 32.30,49, tien seconden sneller dan haar eerstvolgende concurrente. Jorinde van Klinken levert bij het discuswerpen een vergelijkbare prestatie. Met haar verste worp van 63,04 m is de Nederlandse de enige die over de 60 meter gooit en haar 63,04 is zes meter verder dan die van de eerstvolgende werpster. Sprintster Rani Rosius snelt op de 100 m naar de eerste Belgische medaille van het toernooi. Kort achter de Duitse winnares Lilly Kaden (goud in 11,36 s) verovert zij met een tegenwind van 1,3 m/s in 11,43 s het zilver.

5 juli[brontekst bewerken]

4 juli[brontekst bewerken]

3 juli[brontekst bewerken]

1 juli[brontekst bewerken]

Karsten Warholm

28 juni[brontekst bewerken]

  • In Belgrado overlijdt de vroegere Joegoslavische atlete Vera Nikolić, na eerder in januari een beroerte te hebben gehad. Nikolić kreeg wereldfaam door in 1966 als 17-jarige Europees kampioene te worden op de 800 m en als 19-jarige het wereldrecord op deze afstand op 2.00,5 te stellen. Vervolgens kon zij op de Olympische Spelen van 1968 de enorme druk die op haar rustte niet aan en stapte zij na 300 meter uit haar race. Hierna werd zij door de Joegoslavische pers verguisd. Nikolić slaagde er echter in om zich te ontworstelen aan alle druk, wist terug te keren en werd uiteindelijk in 1971 opnieuw Europees kampioene op de 800 m. Zij was ook een van de eerste atletes die de 800 m binnen de twee minuten aflegde en op de Olympische Spelen van 1972 in München werd zij vijfde. In 1974 beëindigde zij haar carrière. Vera Nikolić werd 73 jaar.

27 juni[brontekst bewerken]

Sydney McLaughlin
  • Twee jaar geleden op de WK in Doha werden de twee Amerikaanse hordeloopsters Dalilah Muhammad en Sydney McLaughlin één en twee op de 400 m horden. Daarbij verbeterde Muhammad met 52,16 s haar eigen, enkele maanden oude wereldrecord van 52,20 s en finishte McLaughlin in 52,23 s. Tijdens de Amerikaanse Olympic Trials van 2021 zijn de rollen ditmaal omgedraaid, want McLaughlin wint en Mohammad wordt tweede. Bovendien loopt nu McLaughlin met haar winnende 51,90 s een wereldrecord en doorbreekt als eerste vrouw ter wereld ook nog eens de grens van 52 seconden. Muhammad komt deze keer tot 52,42 s. Het zijn op dit onderdeel de twee beste wereldprestaties van het jaar.

26 juni[brontekst bewerken]

19 juni[brontekst bewerken]

  • Femke Bol blijft het ene na het andere Nederlandse record verbeteren. Tijdens de EK voor landenteams in het Roemeense Cluj-Napoca loopt ze ditmaal op de 400 m weer sneller dan ooit. Haar record van 50,56 s van drie weken eerder in Oordegem wordt alweer naar de geschiedenisboeken verwezen. Dit keer komt de 21-jarige Amersfoortse tot 50,37. Ze verstevigt hiermee haar positie als snelste atlete van Europa op deze afstand.

18 juni[brontekst bewerken]

  • Tijdens een wedstrijd op Hayward Field in Oregon stoot de Amerikaanse kogelstoter Ryan Crouser het 31 jaar oude wereldrecord van 23,12 m van zijn landgenoot Randy Barnes uit de boeken. De 28-jarige Amerikaan, die nog niet geboren was toen Barnes zijn wereldrecord vestigde, komt tot een afstand van 23,37 m. Crouser is nu zowel in- als outdoor de nieuwe wereldrecordhouder, want begin dit jaar verbeterde hij ook al het indoorrecord van Barnes van 22,66 m uit 1989 naar 22,82 m.

12 juni[brontekst bewerken]

  • Tijdens de Atletica-meeting in Genève worden twee Belgische records in de boeken bijgeschreven. Op de 400 m horden evenaart Paulien Couckuyt het 25 jaar oude record van Ann Mercken, die op de Olympische Spelen van 1996 tot 54,95 s kwam. Met deze evenaring verbetert Couckuyt haar eigen PR van 55,37 s met 0,42 seconden en doorbreekt al doende voor het eerst in haar carrière de 55 seconden barrière. Op de 1500 m verbetert Ismael Debjani zijn uit 2017 stammende nationale record van 3.33,70 tot 3.33,06. Hij loopt hierbij in zijn race de voltallige concurrentie op meer dan 5 seconden.

11 juni[brontekst bewerken]

  • In Rome overlijdt oud-atlete Paola Pigni. Zij werd in 1973 de eerste officiële wereldkampioene veldlopen, welke titel zij een jaar later prolongeerde. Pigni vestigde wereldrecords op zes verschillende loopafstanden (van de 1500 m tot en met de 10.000 m), in enkele gevallen zelfs meerdere keren, en nam deel aan de Olympische Spelen van 1968 en 1972; bij de tweede gelegenheid veroverde zij op de 1500 m de bronzen medaille. Hierbij liet zij onder meer de Nederlandse deelneemsters Ilja Keizer-Laman en Berny Boxem-Lenferink achter zich, dezelfde atletes waartegen zij ook bij andere gelegenheden, zoals bij interlandwedstrijden, regelmatig ten strijde was getrokken. Pigni had op 11 juni ’s morgens een ceremonie in het kader van het Food Education Festival in het presidentiële landgoed Castel Porziano (Rome) bijgewoond. Ze voelde zich daarna niet goed worden en werd vervoerd naar een ziekenhuis, waar zij later overleed. Zij werd 75 jaar.

10 juni[brontekst bewerken]

Jakob Ingebrigtsen

8 juni[brontekst bewerken]

Letesenbet Gidey
  • De inkt waarmee het wereldrecord van Sifan Hassan op de 10.000 m van 29.06,82 op de recordlijst was bijgeschreven, is nauwelijks opgedroogd, of er kan alweer een streep doorheen worden gehaald. Want twee dagen na dit gedenkwaardige record loopt de Ethiopische Letesenbet Gidey er alweer ruim vijfeneenhalve seconde vanaf. Tijdens de Ethiopische selectiewedstrijden voor de aanstaande Olympische Spelen in Tokio komt Gidey in hetzelfde Fanny Blankers-Koen Stadion in Hengelo onder ideale omstandigheden tot een tijd van 29.01,03. Het ziet er naar uit dat de Ethiopische, die op de WK van 2019 achter Hassan op de 10.000 m het zilver veroverde, in Tokio opnieuw de grootste concurrente van de Nederlandse gaat worden op haar weg naar olympisch goud.

6 juni[brontekst bewerken]

3 juni[brontekst bewerken]

1 juni[brontekst bewerken]

29 mei[brontekst bewerken]

23 mei[brontekst bewerken]

22 mei[brontekst bewerken]

Jorinde van Klinken
  • De in de Amerikaanse staat Arizona verblijvende Nederlandse discuswerpster Jorinde van Klinken werpt zich in één week tijd naar de top van de wereldranglijst. Na op 16 mei te zijn begonnen met een verbetering van haar beste prestatie naar 62,58 m en op 20 mei te zijn doorgestoomd naar een nationaal record van 65,94 m, komt zij twee dagen later, opnieuw in Tucson, via eerdere worpen van 65,91 en 67,00 ten slotte uit op 70,22 m, waarmee zij haar pas gevestigde Nederlandse record alweer aanzienlijk aanscherpt. Bovendien gaat zij nu ruimschoots aan de leiding van de wereldranglijst van 2021. Na Ria Stalman, wier prestaties in later jaren werden geschrapt, is zij de tweede Nederlandse die ooit de grens van 70 meter heeft overschreden.

20 mei[brontekst bewerken]

19 mei[brontekst bewerken]

  • Na een week eerder als gevolg van een beroerte in Lagos, Nigeria, in een ziekenhuis te zijn opgenomen, overlijdt oud-olympisch kampioen Lee Evans. De Amerikaanse sprinter wist op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico-Stad het wereldrecord op de 400 m te verbeteren tot 43,86 s. Hij was hiermee de eerste ter wereld die deze afstand binnen de 44 seconden liep. Zijn record bleef vervolgens bijna twintig jaar onaangetast. Na zijn actieve loopbaan werd Evans atletiekcoach en werkte daarbij in twintig verschillende landen. Hij is 74 jaar oud geworden.

2 mei[brontekst bewerken]

26 april[brontekst bewerken]

Lia Louer-Hinten
  • In haar woonplaats Dongen overlijdt oud-olympisch atlete Lia Louer-Hinten. Louer-Hinten was aanvankelijk actief op de horden en de meerkamp, maar schakelde in een latere fase van haar loopbaan over op de 400 m. Zij veroverde een zestal nationale titels en vestigde diverse nationale records. Ook was ze een jaar lang houdster van het Europese indoorrecord op de 400 m. Ze werd tweemaal uitgezonden naar de Olympische Spelen, in 1964 en 1968. Bij die tweede gelegenheid, in Mexico-Stad, zorgde Lia Louer-Hinten voor een olympische primeur toen daar bleek dat zij in verwachting was. Zij kwam hierdoor tijdens de Spelen niet in actie en kwam er een abrupt einde haar atletiekloopbaan. Lia Louer-Hinten werd 78 jaar.
  • In Moskou overlijdt op 83-jarige leeftijd oud-olympisch kampioene Tamara Press. De in Charkov geboren Oekraïense, die als atlete uitkwam voor de Sovjet-Unie, regeerde vooral in de jaren zestig van de vorige eeuw bij het kogelstoten en discuswerpen. In beide disciplines werd zij zowel Europees als olympisch kampioene. Met de discus veroverde zij zelfs tweemaal Europees goud (in 1958 en 1962), terwijl zij dat op olympisch niveau juist weer met de kogel tweemaal deed (in 1960 en 1964). Van Tamara en haar jongere zuster Irina is heel wat beweerd wat betreft hun geslacht. De roddels werden aangewakkerd, toen een seksetest op de wedstrijdlocatie in 1966 werd verplicht voor alle internationale wedstrijden en de beide sportsters dat jaar niet meer aan wedstrijden deelnamen. De westerse pers zag dit als een bevestiging. Russische kranten spreken nog altijd alle aantijgingen tegen. Het tweetal heeft echter nooit een seksetest ondergaan, dus definitieve uitspraken kunnen er niet over gedaan worden.

4 april[brontekst bewerken]

3 april[brontekst bewerken]

7 maart[brontekst bewerken]

Jochem Dobber
  • De derde en laatste dag van de Europese indoorkampioenschappen in Toruń eindigt zowel voor Nederland als België ongekend succesvol. Aan Nederlandse zijde wordt maar liefst driemaal goud en eenmaal brons veroverd. Nadine Visser maakt haar favorietenrol op de 60 m horden waar en prolongeert haar titel in 7,77 s en dat is een Nederlands record. Op de 4 x 400 m estafette gaan zowel de Nederlandse mannen als vrouwen met de hoogste eer strijken en beide teams doen dat met Nederlandse indoorrecordtijden. Jochem Dobber, Liemarvin Bonevacia, Ramsey Angela en Tony van Diepen leiden bij de mannen vrijwel de gehele race en winnen die in 3.06,06. De vrouwen moeten er wat harder voor werken om de winst te bereiken, maar ten slotte is de eindtijd van Lieke Klaver, Marit Dopheide, Lisanne de Witte en Femke Bol van 3.27,15 niet alleen een Nederlands, maar zelfs een toernooirecord. Jamile Samuel ten slotte laat zien dat zij, na een blessureperiode, weer op de goede weg terug is. Op de 60 m sprint zij in 7,22 s naar het brons. Met in totaal viermaal goud, eenmaal zilver en tweemaal brons wint Nederland voor het eerst het medailleklassement.
    Bij België is de vierde medaille van het toernooi voor hoogspringer Thomas Carmoy, die met een hoogte van 2,26 m de bronzen medaille verovert. Zilver is er op de 3000 m voor Isaac Kimeli, die als enige het Noorse loopwonder Jakob Ingebrigtsen bijna tot het eind weet te volgen en op de finish met 7.49,41 slechts 1,21 sec. op hem hoeft toe te geven. Met tweemaal goud, tweemaal zilver en eenmaal brons eindigt België op de vierde plaats in het medailleklassement en ook dat is nog nooit eerder vertoond.
  • Tijdens een wedstrijd in Berlijn evenaart Richard Douma zijn eigen Nederlandse record op de 10 km van 28.08, dat hij ruim een jaar eerder in Valencia vestigde. Even lijkt het er zelfs op dat hij dit record heeft verbeterd, maar de aanvankelijk voor de Zaankanter geregistreerde tijd van 28.04 wordt achteraf gecorrigeerd naar 28.08.

6 maart[brontekst bewerken]

  • Op de tweede dag van de Europese indoorkampioenschappen in Toruń blinkt er niet alleen opnieuw goud in het Belgische kamp, maar doet nu ook de Nederlandse afvaardiging een forse greep in de prijzenpot. Op de 1500 m bij de vrouwen laat de Belgische recordhoudster Elise Vanderelst, na eerder nauwelijks haar serie te hebben overleefd, er in de finale geen misverstand over bestaan en loopt na een traag op gang gekomen race in de laatste ronde superieur naar het goud in 4.18,44. Aan Nederlandse zijde hebben maar liefst vijf deelnemers de beide finales van de 400 m gehaald en dat levert heel wat op. Bij de vrouwen maakt Femke Bol haar favorietenrol waar en rent naar het goud in 50,63 s, haar zoveelste nationale recordverbetering van het jaar. Bij de mannen haalt Tony van Diepen het goud net niet, maar kaapt in 46,25 s wel het zilver weg voor de neus van zijn landgenoot Liemarvin Bonevacia, die met zijn 46,30 s nog wel goed genoeg is voor het brons. België gaat nu na twee dagen aan de kop van het medailleklassement.

5 maart[brontekst bewerken]

27 februari[brontekst bewerken]

24 februari[brontekst bewerken]

Nadine Visser

21 februari[brontekst bewerken]

  • Op de tweede dag van de NK indoor in Apeldoorn wordt op de 400 m bij zowel de vrouwen als de mannen uitstekend gepresteerd. Femke Bol wint de titel bij de vrouwen in 50,64, wat alweer sneller is dan haar eerdere Nederlandse indoorrecord van vier dagen eerder. Het zilver is voor Lieke Klaver, die met haar 51,21 s voldoet aan de olympische limiet. Bij de mannen gaat de zege naar Liemarvin Bonevacia, die in 45,99 s als eerste Nederlander de 46 secondengrens doorbreekt. Het vorige record stond met 46,13 s op naam van Tony van Diepen, die nu in 46,17 s tweede wordt.

20 februari[brontekst bewerken]

17 februari[brontekst bewerken]

  • Haar eigen, nog geen twee weken oude Nederlandse record op de 400 m van 50,81 s is geen lang leven beschoren, want bij wedstrijden in het Poolse Toruń legt Femke Bol die afstand af in 50,66 s, een verbetering met 0,15 seconden. Slechts twee atletes in de wereld hebben een snellere tijd op de klokken staan dan de Amersfoortse. Lieke Klaver gaat in dezelfde race snel van start, maar eindigt als derde in 51,92 s.

14 februari[brontekst bewerken]

9 februari[brontekst bewerken]

Jakob Ingebrigtsen

8 februari[brontekst bewerken]

Els Vader

7 februari[brontekst bewerken]

  • Bij indoorwedstrijden in Dortmund verbetert sprinter Joris van Gool zijn eigen Nederlandse record op de 60 m. Zijn vorig jaar in het Poolse Toruń gelopen 6,59 s stelt hij met 0,01 seconde bij naar 6,58 s. Het is alweer het derde Nederlandse sprintrecord binnen één weekend. Mike Foppen schrijft eveneens een Nederlands indoorrecord op zijn naam. In Liévin laat hij de klokken stilstaan op 7.42,55, ruim anderhalve minuut sneller dan de 7.44,34 die Gert-Jan Liefers in 2003 had laten optekenen.

6 februari[brontekst bewerken]

31 januari[brontekst bewerken]

  • De polsstokhoogspringers Femke Pluim en Menno Vloon blijven gelijk opgaan. Niet alleen is het Nederlandse duo praktisch even oud (zij schelen slechts één dag in leeftijd) en bevatten hun voor- en achternamen evenveel letters, zij zijn nu ook beiden zowel in- als outdoor Nederlands recordhouder. Pluim was dat al, maar verbetert haar eigen indoorrecord van veertien dagen geleden tijdens de Perche en Or in Tourcoing met 1 cm door ditmaal over 4,52 m te springen. Vloon komt in Düsseldorf tot een verbetering met 6 cm van het record dat Rens Blom in 2003 op 5,75 m stelde en dat in 2020 werd geëvenaard door Rutger Koppelaar. Overigens stond het indoor PR van Vloon op 5,70 m, dus die maakt de grootste sprong vooruit.

30 januari[brontekst bewerken]

  • Bij indoorwedstrijden in Wenen worden twee oude Nederlandse indoorrecords verbeterd. Femke Bol en Lieke Klaver zetten nieuwe nationale toptijden in de recordboeken. Eerst is het op de 400 m Lieke Klaver die het 23 jaar oude indoorrecord van Ester Goossens van 51,82 s bijstelt naar 51,48 s. Zij is nog niet bekomen van de inspanning, of Femke Bol haalt er in de volgende serie alweer ruim een halve seconde vanaf en stelt het record ten slotte op 50,96 s, tevens de snelste wereldtijd tot nu toe. Later op de dag krijgt Klaver alsnog haar nationale record, als zij op de 200 m tot 23,17 s komt. Dat is 0,17 seconde sneller dan Els Vader in 1988 in Liévin.

16 januari[brontekst bewerken]

Hugues Fabrice Zango

13 januari[brontekst bewerken]