Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/Overzicht

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/januari
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/februari
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/maart
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/april
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/mei
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/juni
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/juli
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/augustus
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/september
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/oktober
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/november
Portaal:Leiden/Uit de geschiedenis/december

Let op: niet deze pagina bewerken (komt automatisch tot stand), maar de bovengenoemde subpagina's.

Januari[brontekst bewerken]

Het Rapenburg drie dagen na de ontploffing van het kruitschip

De Leidse buskruitramp (ook wel: de ramp met het kruitschip) vond plaats op 12 januari 1807 om kwart over vier 's middags, ten tijde van de Franse bezetting. Een schip dat van Haarlem naar Delft ging had 37.000 Hollandse ponden (dat wil zeggen 17.760 kg) aan buskruit aan boord. Het ontplofte midden in Leiden in het Steenschuur in het verlengde van het Rapenburg. Bij de ramp vielen 151 doden en ruim 2000 gewonden. Circa 220 woningen werden compleet verwoest of werden onbewoonbaar verklaard. Zelfs in de verste wijken in Leiden waren ramen kapot of werden dakpannen van het dak afgeblazen. De knal werd in Den Haag gehoord, en volgens sommige onbetrouwbare bronnen zelfs in Friesland. De oorzaak van de ramp is onbekend. Er wordt beweerd dat een en ander te wijten was aan onvoorzichtigheid van een bemanningslid bij het koken; een passant zag kort voor de ontploffing dat er aardappelschillen overboord werden gegooid. Lees verder… >>

Februari[brontekst bewerken]

Gezicht op het Stadhuis van Leiden (1860)

Op 12 februari 1929 werd het stadhuis van Leiden door een hevige brand verwoest. De brandweer stond machteloos, want door de felle koude bevroor het bluswater. Alleen de oude renaissancegevel aan de kant van de Breestraat uit 1600, ontworpen door Lieven de Key, de stadssteenhouwer van Haarlem, bleef gespaard. De gevel maakt deel uit van het vernieuwde stadhuis dat in 1932 werd ontworpen door architect C.J. Blaauw. Een ontwerp van Dudok werd afgewezen. Doordat de brand veel panden aan de Vismarkt verwoestte kon aan deze zijde worden uitgebreid en een pleinruimte (Stadhuisplein) worden gecreëerd. In de ruimten onder het stadhuis aan het plein is nu een restaurant en uitgaansgelegenheid gevestigd. Lees verder… >>

Maart[brontekst bewerken]

Kunstwerk Bagage van Ram Katzir voor het voormalige Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis

Op 17 maart 1943 werd in Leiden en omgeving een razzia gehouden waarbij alle Joden die niet waren ondergedoken werden opgepakt en gedeporteerd. Van hen zijn 270 vermoord in de concentratie- en vernietigingskampen. Onder hen de kinderen van het Joodse weeshuis aan de Roodenburgerstraat 1a. Na een tentoonstelling in 2003 in Stedelijk Museum De Lakenhal, over de geschiedenis van de Joden in Leiden en omgeving in de periode 1933-1945, ontstond de behoefte aan een monument. De opdracht ging naar de Nederlands/Israëlische kunstenaar Ram Katzir. Zijn Bagage bestaat uit zes ouderwetse koffers, gehouwen uit verschillende steensoorten, die verspreid door de stad staan op vijf betekenisvolle plaatsen in de stad. Lees verder… >>

April[brontekst bewerken]

Charles de l'Écluse door Clusius uit Rariorum plantarum (1601)

Carolus Clusius, eigenlijk Charles de l'Écluse (1526-1609) was een Franstalige Vlaamse geleerde, arts en botanicus. Hij speelde een grote rol bij de verspreiding van de aardappel en tulp in Europa. In 1594 werd hij professor aan de universiteit van Leiden en leidde er de Hortus botanicus Leiden. Zijn rechterhand was hortulanus Dirck Outgaertsz. Cluyt (bekend onder zijn gelatiniseerde naam Theodorus Clutius) die de hortus aanlegde. Clusius overleed op 4 april 1609 in Leiden en werd begraven in de Vrouwekerk. Bij de sloop van zijn grafkerk in 1819 werd zijn epitaaf overgebracht naar de Pieterskerk. Lees verder… >>

Mei[brontekst bewerken]

Het Jeruzalemhofje aan de Kaiserstraat 49 te Leiden

Op 16 mei 1467 werd het Jeruzalemhof gesticht door Wouter IJsbrandszoon ter ere van God en de twaalf apostelen naar aanleiding van zijn bezoek aan het heilig graf in Jeruzalem (vandaar ook de naam). Het is het oudste nog bestaande hofje in Leiden. Oorspronkelijk bestond het hofje uit 13 huisjes die bestemd waren voor dertien arme mannen, die eerlic zyn, ende van goede syn vergaen. Een eventuele echtgenote mocht ook inwonen, want dan kon zij voor haar man zorgen. Als haar man dood ging, moest ze wel vertrekken. Dat een hofje juist voor mannen en niet voor vrouwen werd bestemd was bijzonder, want dat was in de Nederlanden nog niet eerder voorgekomen. Lees verder… >>

Juni[brontekst bewerken]

Zulke weefgetouwen stonden in de Leidse wevershuisjes

Leiden stond vanaf de 14e eeuw honderden jaren bekend als lakenstad vanwege de goede kwaliteit laken die hier werd geproduceerd. Het Leidse laken werd in heel Europa verkocht. De herinnering aan deze periode leeft voort in de Lakenhal, maar is jaarlijks ook de naamgever voor de Lakenfeesten. Lees verder… >>

Juli[brontekst bewerken]

Portret van de jonge Rembrandt door Jan Lievens, ca. 1628

Op 15 juli 1606 of 1607 werd Rembrandt van Rijn geboren in de Weddesteeg in Leiden, als negende kind van de molenaar, Harmen Gerritsz en een welgestelde bakkersdochter Neeltje van Zuytbrouck. Zijn vader was molenaar van de nu verdwenen standerdmolen De Rijn. Rembrandt bezocht de Latijnse school en werd op bijna 14-jarige leeftijd door zijn ouders ingeschreven aan de universiteit van Leiden. Lees verder… >>

Augustus[brontekst bewerken]

Einstein in 1920 op bezoek in Leiden bij zijn vriend en collega Ehrenfest; zijn zoon Paul Ehrenfest jr. zit bij Einstein op schoot

Paul Ehrenfest was een van de parels van de Leidse universiteit: hij werkte er 20 jaar en was vooral een inspirator voor vele groten uit de natuurkunde, wiskunde en economie: onder veel meer Robert Oppenheimer en de Nobelprijswinnaars Igor Tamm, Enrico Fermi en Jan Tinbergen. Ook Albert Einstein en Paul Ehrenfest hadden een hechte band. Einstein kwam vaak op bezoek in wat nu bekend staat als het Ehrenfesthuis in Leiden. Ehrenfest leed aan ernstige depressies. In augustus 1932 schreef Einstein een brief aan het bestuur van de universiteit van Leiden, waarin hij zijn diepe bezorgdheid uitsprak en voorstellen doet om Ehrenfests werkdruk te verminderen. Het mocht niet baten. Op 25 september 1933 maakte Ehrenfest eerst een einde aan het leven van zijn vijftienjarige zoon Wassik, die aan het syndroom van Down leed en daarna aan dat van hemzelf. Uit een eerdere wanhoopsbrief bleek dat Ehrenfest de grip was kwijtgeraakt op de stormachtige ontwikkelingen binnen de theoretische natuurkunde, en dan met name door de opkomst van de kwantumfysica. Lees verder… >>

September[brontekst bewerken]

Borstbeeld Rembrandt

In Leiden is veel kunst aanwezig in de openbare ruimte. Jaarlijks kan in september ook kunst binnenshuis worden bekeken: zowel bij de jaarlijkse Kunstroute langs de ateliers van Leidse kunstenaars als op de Open Monumentendagen in de opengestelde historische gebouwen. Lees verder… >>

Oktober[brontekst bewerken]

Leidens ontzet door Otto van Veen

Het Beleg van Leiden vond plaats van 1573 tot 1574 en eindigde in een ontzet van de stad. Het Leids ontzet of Leidens ontzet wordt jaarlijks in Leiden gevierd ter herdenking van de belegering van deze stad tijdens de Tachtigjarige Oorlog en het ontzet op 3 oktober 1574. Het beleg en ontzet van Leiden speelden zich af tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Aanvankelijk bleef het stadsbestuur trouw aan de landsheer, koning Filips II van Spanje. Deze benoemde in 1567 de hertog van Alva tot landvoogd over de Nederlanden. Alva nam diverse maatregelen tegen de godsdienstvrijheid en stelde onder andere de Raad van Beroerten in. Hierna koos de stad in juni 1572 de kant van prins Willem van Oranje. Lees verder… >>


November[brontekst bewerken]

Het Academiegebouw aan het Rapenburg

Rudolph Cleveringa (1894–1980) was een Nederlandse hoogleraar in de rechtsgeleerdheid aan de Leidse universiteit. Hier hield hij op 26 november 1940 zijn beroemd geworden rede, waarin hij protesteerde tegen het ontslag van Joodse collega's. Nog diezelfde avond werd de rede door enkele studenten gekopieerd en verspreid onder de andere universiteiten. Cleveringa werd door de Sicherheitspolizei opgepakt en tot in de zomer van 1941 opgesloten in het gevangenis van Scheveningen. De Leidse studenten besloten, mede daartoe geïnspireerd door Cleveringa's collega en medestander B.M. Telders, tot een staking en daarop werd de universiteit gesloten. Cleveringa overleefde de oorlog en werd later lid van de Raad van State. Lees verder… >>

December[brontekst bewerken]

Jan van Hout

Jan van Hout werd op 14 december 1542 geboren in Leiden. Hij was onder meer stadssecretaris van Leiden van 1564 tot zijn dood in december 1609, met een onderbreking in de jaren 1569-1573. Deze begaafde man heeft op velerlei gebieden een belangrijke rol gespeeld ten voordele van zijn vaderstad. Niet alleen de vorming, het behoud en de inrichting van de Leidse bestuursarchieven hebben alles aan hem te danken, ook de armenzorg werd door hem voortvarend en doelmatig gereorganiseerd in een poging om de criminaliteit en het parasitisme een halt toe te roepen. Hij betoonde zich een groot voorstander van immigratie: hij trok doelbewust bekwame vaklieden uit Vlaanderen en de Waalse gebieden aan om de Leidse textielindustrie grondig te moderniseren. Lees verder… >>