Portaal:Maritiem/Artikel13

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Andreas Cellarius' Harmonia Macrocosmica Astronavigatie is richtings- en plaatsbepaling aan de hand van hemellichamen, specifiek de zon, de maan, vier planeten (Venus, Mars, Jupiter en Saturnus) en 57 sterren. Voor plaatsbepaling heeft men een gegiste positie of gis nodig, de tijd en moet de hoogte van een aantal hemellichamen bepaald worden. Met behulp van een nautische almanak en boldriehoeksmeting kan daarna de plaats op aarde worden vastgesteld. De hoogte wordt vastgesteld met behulp van een sextant, waarna deze hoogte gecorrigeerd wordt voor een aantal zaken en de verschillende waarnemingen verzeild worden naar één waarnemingstijd. Hemellichamen worden al heel lang gebruikt voor navigatie. Aanvankelijk was dit beperkt tot het bepalen van de richting, later werd het ook mogelijk om de breedte te bepalen. Met de komst van de chronometer werd het ook mogelijk om de lengte te bepalen. Tot de komst van Transit was het de enige wereldwijd bruikbare methode voor plaatsbepaling. Met instrumenten als het astrolabium en de jakobsstaf kon de hoogte van een hemellichaam bepaald worden. Door dit te doen bij de poolster is de breedte vast te stellen. Om ook de lengte vast te kunnen stellen, moest men ook de beschikking hebben over een tijdmeting. Deze moest ook voldoende betrouwbaar zijn, aangezien een fout van vier seconden al resulteert in een fout van een boogminuut, op de evenaar overeenkomend met een zeemijl. John Harrison was de eerste die een chronometer wist te maken die ook op zee voldoende nauwkeurig was. Met de komst van elektronische navigatie als DECCA, LORAN en vooral GPS is astronavigatie van beduidend minder belang geworden, al is het nog wel onderdeel van de opleiding tot stuurman. lees verder