Promotie (schaken)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Promotie is bij het schaken de term voor het vervangen van een pion wanneer die de laatste rij bereikt door een ander schaakstuk in dezelfde kleur. Het nieuwe stuk heeft direct zijn normale werking. Het kan bijvoorbeeld schaak geven.

De speler wiens pion promoveert kan kiezen uit dame, toren, loper of paard, ongeacht wat er eerder in de partij is geslagen. Alleen een extra koning kan niet gekozen worden. Meestal valt de keuze op de dame, aangezien dit het sterkste stuk is. Het kan echter ook zijn dat promotie tot een ander, zwakker stuk strategisch gezien de voorkeur verdient; in zo'n geval spreekt men van minorpromotie. Soms komt een paard beter uit, soms is minorpromotie ook noodzakelijk om pat te voorkomen.

Promotie kan samenvallen met slaan.

Promotiestukken[bewerken | brontekst bewerken]

Het is na promotie mogelijk dat een speler twee of meer dames heeft, of twee lopers op dezelfde kleur of drie paarden. Een gewone set schaakstukken bevat alleen de stukken die bij de aanvang van de partij nodig zijn, en dat kan dus onvoldoende zijn. Er bestaan sets met extra dames. Thuisschakers hebben bij gebrek aan extra stukken de gewoonte om, bij promotie tot een niet beschikbaar schaakstuk, een geslagen stuk te markeren, bijvoorbeeld door een toren op zijn kop te zetten. Desnoods gebruiken ze de pion zelf en onthouden dat die pion een ander stuk voorstelt. In een officiële partij is dit niet toegestaan en moet zo nodig de schaakklok worden stilgezet en de arbiter worden ingeschakeld tot het gewenste stuk beschikbaar is. Het spreekt vanzelf dat er bij officiële toernooien altijd voldoende reservestukken aanwezig zijn. In theorie zijn er per kleur acht dames, acht torens, acht lopers en acht paarden extra nodig, waarvan er in totaal in één partij maximaal acht per kleur gebruikt worden.

Vrijpion[bewerken | brontekst bewerken]

Een pion die op weg naar de overkant geen vijandelijke pion meer tegenkomt en zodoende meer kans maakt om te promoveren, wordt een vrijpion genoemd. Het vierkant is een eenvoudige regel om in een elementair pionneneindspel in een oogopslag te bepalen of de vijandelijke koning de vrijpion nog kan tegenhouden.

Notatie[bewerken | brontekst bewerken]

Bij promotie van een pion wordt de feitelijke pionzet genoteerd, onmiddellijk gevolgd door de beginletter van het nieuwe stuk. Bijvoorbeeld, in de korte notatie:

  • 16. d8D
  • 17. f8P†
  • 18. ... e1L!
  • 19. ... a×b1T

Het reglement[bewerken | brontekst bewerken]

Het betreffende artikel 3.7.e van de FIDE Regels voor het Schaakspel (2009) luidt:

Als met een pion de rij wordt bereikt die het verst van zijn beginpositie is verwijderd, dan moet hij als deel van dezelfde zet, op hetzelfde veld worden vervangen door een nieuwe dame, toren, loper of paard van de kleur van de pion. De keuze van de speler is niet beperkt tot stukken die eerder zijn geslagen. Deze vervanging van een pion door een ander stuk wordt ‘promotie’ genoemd. Het nieuwe stuk functioneert onmiddellijk.

Een speler die een pion op de achterste rij zet en loslaat, heeft volgens de pièce touchée-regel niet meer het recht de pion naar een ander veld te verplaatsen of een heel andere zet uit te voeren. Zijn zet is echter pas voltooid als het nieuwe stuk op het bord staat. Een speler kan ongestraft in de voorraad ongebruikte stukken graaien, zijn keus is pas definitief als het nieuwe stuk het promotieveld aanraakt.

Het is niet nodig dat de pion daadwerkelijk naar de achterste rij wordt verplaatst. Het is toegestaan, in een willekeurige volgorde, de pion van het oorspronkelijke veld te verwijderen en een nieuw stuk op de achterste rij te plaatsen.[1]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Voetnoot[bewerken | brontekst bewerken]