Naar inhoud springen

Noordse pijlstormvogel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Puffinus puffinus)
Noordse pijlstormvogel
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Noordse pijlstormvogel
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Procellariiformes (Buissnaveligen)
Familie:Procellariidae (Stormvogels en pijlstormvogels)
Geslacht:Puffinus (Pijlstormvogels)
Soort
Puffinus puffinus
(Brünnich, 1764)
Originele combinatie
Procellaria puffinus Brünnich, 1764

Verspreidingsgebied van de noordse pijlstormvogel

 broedgebied (oranje)
 als bezoeker (blauw)
Synoniemen
  • Puffinus puffinus puffinus (Brunnich, 1764)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Noordse pijlstormvogel op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De Noordse pijlstormvogel (Puffinus puffinus) is een vogel uit de orde van stormvogelachtigen (Procellariiformes).

Dit is een middelgrote pijlstormvogel (31 tot 35 cm; spanwijdte ca. 75 cm: gewicht 375 tot 500 gram) die opvallend donker, bijna zwart van boven is en licht, bijna wit van onder. Noordse pijlstormvogels vliegen, of beter gezegd zweven, met stijve vleugels vaak laag boven de golven en kantelen daarbij regelmatig hun lichaamsas. Daardoor is de indruk die ze al vliegend maken afwisselend zwart en wit.

Overdag zijn deze vogels druk in de weer met het zoeken naar voedsel, dat bestaat uit vissen en pijlinktvissen. Vaak vangt het dier zijn prooi aan het wateroppervlak, maar zo nu en dan duikt hij er desnoods een paar meter achteraan. 's Nachts komen ze aan land om aanvallen van meeuwen te ontlopen. Meestal broeden ze in een zelfgemaakt hol, maar ze leggen hun enige ei ook weleens onder een rots. Het ei wordt bebroed door beide ouders. Na 6 tot 7 dagen lossen ze elkaar telkens af. Het jong wordt 70 dagen gevoerd en wordt, ongeveer een week voordat het uitvliegt, door de ouders verlaten.

Deze trekvogel broedt op eilanden in de noordelijke Atlantische Oceaan. Met name Skomer en Skokholm (ten westen van Wales) en Rum (in de Hebriden) herbergen enorme kolonies. In het najaar trekken deze vogels naar Braziliaanse wateren om te overwinteren.

Voorkomen (in Nederland)

[bewerken | brontekst bewerken]

Het broedgebied van de Noordse pijlstormvogel wordt gevormd door rostseilanden in het Noordelijk deel van de Atlantische Oceaan tot aan de Azoren. In vogelboeken voor 1978 staat dat een enkele vogel bij sterke westenwind in de herfst aan de kust van Nederland en België kan worden waargenomen. Inmiddels is bekend dat ervaren waarnemers vanaf de Noord-Hollandse kust soms in de broedtijd (juni, juli) meer dan honderd "noordse pijlen" per dag boven zee zien langsvliegen in noordelijke richting. Gemiddeld blijft het echter bij enkelingen tot een tiental per dag gedurende de maanden mei tot en met november en daarbuiten zijn waarnemingen zeldzaam.[2]

De grootte van de populatie is in 2015 geschat op 680-790 duizend volwassen vogels. Op de Rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status niet bedreigd.[1]

[bewerken | brontekst bewerken]
  • SoortenBank.nl beschrijving, afbeeldingen en geluid
  • Kaarten met waarnemingen: