Ragnhild van Noorwegen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Prinses Ragnhild
1930 - 2012
Ragnhild van Noorwegen
Geboren 9 juni 1930
Koninklijk Paleis van Oslo, Oslo, Noorwegen
Overleden 16 september 2012[1][2]
Rio de Janeiro, Brazilië
Vader Koning Olaf V van Noorwegen
Moeder Prinses Märtha van Zweden
Dynastie Glücksburg
Partner Erling Lorentzen
Kinderen Haakon Lorentzen
Ingeborg Lorentzen
Ragnhild Lorentzen
Website

Ragnhild Alexandra (Oslo, 9 juni 1930Rio de Janeiro, 16 september 2012) was de oudste dochter van de Noorse koning Olaf V en Kroonprinses Märtha. Zij was een oudere zus van koning Harald V. Haar moeder was een oudere zus van koningin Astrid van België, de moeder van koningen Boudewijn en Albert II van België die daarmee volle neven van haar waren.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Prinses Ragnhild trouwde op 15 mei 1953 met de Noor Erling Sven Lorentzen (28 januari 1923 - 9 maart 2021) die tijdens de Tweede Wereldoorlog haar lijfwacht was. Lorentzen stamt af van een Noorse familie van scheepsmagnaten en industriëlen. Hij verkocht zijn door hem in 1968 opgericht bedrijf Aracruz Celulose veertig jaar later voor ongeveer 1,7 miljard dollar. Nadat ze trouwden, werd in Noorwegen vanaf overheidsgebouwen gestopt met het op Ragnhilds verjaardag hijsen van de nationale vlag.

Het paar woonde in Rio de Janeiro, Brazilië en kreeg drie kinderen (Haakon, Ingeborg en Ragnhild Alexandra). Ragnhild stond via haar grootmoeder Maud in de rij voor de opvolging van koning van het Verenigd Koninkrijk. Bij haar geboorte stond zij op de 17e plaats.[3]

Ragnhild stond bekend als buitengewoon conservatief. Hoewel zij zelf vermoedelijk een van de eerste prinsessen uit een regerend vorstenhuis was die met een burgerjongen trouwde, bekritiseerde zij in 2004 op de Noorse televisie openlijk haar neef, kroonprins Haakon, en diens zus Märtha Louise om het feit dat zij met gewone burgers waren getrouwd. Zij zei te vrezen dat het huwelijk van de kroonprins met Mette-Marit de Noorse monarchie om zeep zou helpen. Ook sprak ze uit er gelukkig over te zijn dat zij vermoedelijk al dood zou zijn als Haakon en Mette-Marit de troon zouden bestijgen. Nadat ze in het voorjaar van 2012 bij een val een heup had gebroken, constateerden de artsen kanker, in een uitgezaaid stadium. Zij stierf na een langdurig ziekbed.[4]