Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie
(KNHS)
Sport Paardensport
Land Vlag van Nederland Nederland
Algemene gegevens
Voorzitter Cees Roozemond
Zetel De Beek 125
3852 PL Ermelo
Oprichtingsjaar 2002
Aantal leden 176.167 (2017)
Aantal verenigingen 1.151 (2017)
Structuur
Wereldbond FEI
Olympisch comité NOC*NSF
Website
Portaal  Portaalicoon   Sport

De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) is de grootste Nederlandse sportfederatie voor de paardensport. De KNHS is lid van de internationale paardensportorganisatie Fédération Équestre Internationale (FEI).

Ruiters moeten bij de KNHS aangesloten zijn om te kunnen deelnemen aan hippische wedstrijden die georganiseerd zijn door de federatie of door aangesloten verenigingen. De aangesloten disciplines zijn: dressuur, springen, mennen, eventing, de aangespannen sport, voltige en endurance. De wedstrijden worden verreden per kring en per regio.

De federatie is een samenvoeging van vier verenigingen/bonden om de paardensport in Nederland beter te regelen en te overzien. Deze samenvoeging vond plaats in 2002. De vier verenigingen zijn:

  • Koninklijke Nederlandse Federatie van Landelijke Rijverenigingen en Ponyclubs (KNF)
  • Nederlandse Bond van Rij- en Jachtverenigingen (NBVR)
  • Nederlandse Katholieke Bond van Landelijke Rijverenigingen en Ponyclubs (NKB)
  • Nederlandse Ponyclub (NPC)

In februari 2007 heeft de Nederlandse Federatie Paardrijden Gehandicapten zich aangesloten bij de KNHS. In 2014 werd, onder de vlag van de KNHS, de Horseball Vereniging Nederland (HVN) opgericht en aan het publiek voorgesteld.

Het voormalige KNF-hoofdkantoor in Ermelo is nu het hoofdkantoor van de KNHS. De KNHS heette na de samenvoeging aanvankelijk nog Nederlandse Hippische Sportfederatie (NHS), omdat de nieuw gevormde federatie het predicaat Koninklijk nog niet had gekregen. In 2003 ontving de federatie het predicaat Koninklijk van Koningin Beatrix.

Hoofdsponsor van de KNHS van 2002 tot eind 2016 was de Rabobank. Het sportteam TeamNL werd op 1 januari 2017 hoofdsponsor van de KNHS. TeamNL, een initiatief van NOC*NSF, wordt op zijn beurt mogelijk gemaakt door onder meer de Nederlandse Loterij, Heineken, Rabobank en KPN. In maart 2018 werd Theo Ploegmakers als voorzitter opgevolgd door Cees Roozemond. Ploegmakers werd later dat jaar voorzitter van de European Equestrian Federation.

Regio's[bewerken | brontekst bewerken]

In de Nederlandse paardensport zijn er elf regio's, officieel vastgelegd door de KNHS. Deze regio's zijn weer opgedeeld in kringen, die bestaan uit verschillende verenigingen.

De paardensport kent 11 regio's, één per provincie, en geen 12, omdat Flevoland pas na de eerste vastlegging van de regio's een provincie is geworden. De Noordoostpolder behoorde destijds nog bij Overijssel en binnen de Flevopolders was er geen echte sprake van het beoefenen van de sport. Na de creatie van de provincie Flevoland, bleef de Noordoostpolder bij de regio Overijssel horen, Dronten en Lelystad werden onderdeel van de regio Gelderland, Almere van de regio Noord-Holland en Zeewolde kwam bij Utrecht. Tot nu toe wordt deze indeling behouden. Bij de samenvoeging van alle Nederlandse paardensportfederaties in 2002 onder de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie zijn er plannen gemaakt om ook Flevoland een regio te maken. Dit heeft echter tot protest van leden geleid, waarop de plannen (voorlopig) zijn gestaakt.

Ruiters en amazones die hoog geklasseerd gereden hebben op de indoor- of outdoorkampioenschappen binnen kringen (kringkampioenschappen), mogen door naar de kampioenschappen die binnen een regio worden verreden, op de zogeheten regiokampioenschappen. Wie hier weer hooggeklasseerd is, mag door naar de Nederlandse kampioenschappen op het Nationaal Hippisch Centrum in Ermelo.

Ledenaantallen[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder de ontwikkeling van het ledenaantal en het aantal verenigingen:[1][2]

Jaar Ledenaantal Verenigingen
2021 141.332 1.055
2020 142.824 1.071
2019 149.248 1.090
2018 160.481 1.122
2017 176.167 1.151
2016 197.951 1.175
2015 200.315 1.196
2014 210.532 1.209
2013 208.378 1.234
2012 213.009 1.248
2011 225.291 1.274
2010 212.142 1.343
2009 209.044 1.385
2008 203.007 1.461
2007 195.526 2.313
2006 188.672 2.306
2005 180.023 2.251
2004 160.134 2.259
2003 142.804 2.255
2002 138.874 2.144
2001 2.535
1999 143.410 2.490
1996 120.572 2.411
1993 112.608
1990 50.251
1987 46.716
1984 53.192
1981 51.248
1978 67.000

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]