Renaud Camus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Renaud Camus
Renaud Camus in 2019
Algemene informatie
Volledige naam Renaud Camus
Geboren 10 augustus 1946
Geboorteplaats Chamalières
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Werk
Bekende werken Le grand remplacement
(en) IMDb-profiel
Website
Lijst van Franstalige schrijvers
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Renaud Camus (Chamalières, 10 augustus 1946), is een Franse schrijver en extreemrechts politiek militant. Hij is internationaal vooral bekend van zijn samenzweringstheorie over de ‘omvolking'.

Hij is ook de auteur van een dagboek, gepubliceerd sinds de jaren 1980, en eveneens organisator van culturele evenementen in het Château de Plieux. Hij was de homoseksuele zaak genegen in de jaren zeventig.

Nadat hij in de jaren zeventig en tachtig lid was geweest van de sociaaldemocratische PS, richtte hij in 2002 de ‘Parti de l'innocence’ op. Hij schreef talloze teksten over wat hij noemt de "grote vervanging" van Europese volkeren door immigratie, wat hem invloedrijk maakt binnen de rechtse 'identitaire' beweging.

In 2015 trad hij toe tot de partij ‘Souveraineté, identité et libertés’. Hij was kandidaat bij de Europese verkiezingen van 2014 en 2019, maar verwerpt de lijst die hij kort voor deze laatste verkiezingen leidde.

In de jaren 1990 werd hij ervan beschuldigd pedoseksualiteit te verdedigen. In 2010 stelde hij resoluut dat hij nooit pedofilie verdedigd had. Hij werd in 2000 aangeklaagd voor antisemitisme in het kader van de “Camus-affaire”, vervolgens in 2017 door Yann Moix. In 2014 werd hij veroordeeld wegens het aanzetten tot haat en geweld tegen moslims.

Schrijverschap[bewerken | brontekst bewerken]

Na diverse studies werkte Camus in de jaren zeventig als redacteur. In 1975 debuteerde hij als literair schrijver met de roman Passage. Hij schrijft onder meer romans, reisverslagen, lyrische poëzie en teksten over politieke en maatschappelijke kwesties. Sinds 1987 publiceert hij jaarlijkse persoonlijke dagboeken. Homoseksualiteit is een motief in sommige werken. Camus heeft veel geëxperimenteerd met zaken als intertekstualiteit en het afwisselen van verschillende vertelvormen. Sommige boeken verschenen onder een pseudoniem dat als personage voorkwam in andere verhalen.

Politiek engagement[bewerken | brontekst bewerken]

Evolutie naar extreemrechts[bewerken | brontekst bewerken]

Renaud Camus was lid van de PS in de jaren 70 en 80, stemde in 1981 op François Mitterrand en in 2002 op de ecoloog Noël Mamère. In een interview met het Britse magazine ‘The Spectator’ vertelt hij dat hij reeds in 1996 begon te evolueren toen hij een gids over het departement Hérault samenstelde. Hij beweerde dat hij "plotseling besefte dat in die zeer oude dorpen ... de bevolking totaal was vervangen." Renaud Camus begint naar rechts op te schuiven.

Het is pas in 'l'Abécédaire de l'innocence in 2010 dat Renaud Camus de extreemrechtse complottheorie van de ‘omvolking’ definieert. In 2012 wou hij zich kandidaat stellen bij de Franse presidentsverkiezingen, met een programma variërend van serieuze voorstellen, zoals de “repatriëring van in het buitenland geboren criminelen", tot ongewone thema's in de Franse politiek, zoals "het recht op stilte, de afschaffing van windmolenparken",” het verbieden van advertenties langs de weg, het maken van heiligdommen van overgebleven ongerepte plaatsen, het stoppen van de productie van auto's die sneller kunnen gaan dan de maximumsnelheid, en het erkennen van Israël, Palestina en een Groot-Libanon voor christenen in het Midden-Oosten”.[1] Hij slaagde er echter niet in om genoeg presentaties van gekozen vertegenwoordigers te krijgen om president te kunnen worden, en besloot uiteindelijk Marine Le Pen te steunen.[2]

Complot van de omvolking[bewerken | brontekst bewerken]

Renaud Camus beschrijft het complot van de ‘omvolking’ in detail in 'Le Changement de peuple', gepubliceerd in 2013. Hij beweert geïnspireerd te zijn door de omstreden Britse politicus Enoch Powell, auteur van de roemruchte 'Rivers of Blood'-toespraak over de gevolgen van multiculturalisme.[3]

Renaud Camus en Filip De Winter heffen het gals
Renaud Camus en Filip De Winter

Hij bevestigt dat wat hij de 'grote vervanging' noemt een snel en belangrijk fenomeen is met betrekking tot de geschiedenis van Frankrijk en hij stelt ook het begrip van de 'grote deculturatie' voor. Deze notie, al ontwikkeld door Renaud Camus in het gelijknamige werk ‘La Grande Déculturation’ wordt hier door hem voorgesteld als de onmisbare schakel naar de 'grote vervanging'. Omdat hij vindt dat de media en vooral het nationaal onderwijs direct betrokken zijn bij deze cultuurafbraak en hij ze als voornaamste hefboom ziet die de ‘grote vervanging’ teweeg brengt, vat hij die idee samen in de slogan: "Een volk dat zijn klassiekers kent, laat zich niet zonder opstand naar de vuilnisbakken van de geschiedenis leiden", die hij regelmatig herhaalt.[4]

De theorie van ‘omvolking’ stelt dat er een complot is, een groot plan om de blanke en christelijke bevolking van Europa te vervangen en dat progressieven massa-immigratie promoten om Europa ter herbevolken met migranten. De idee van ‘omvolking’ verspreidde zich snel in de politieke middens en de media, in de identitaire beweging, bij leden van het Front National, waaronder Jean-Marie Le Pen, Stéphane Ravier en Marion Maréchal, tot bij journalisten als Éric Zemmour en Ivan Rioufol, of in bladen als 'Valeurs Actuelles en Causeur'[5]. Georgia Meloni verededigde het complot van de ‘omvolking’ voor ze premier werd van Italië en ook Steve Banon, de ideoloog van Trump is er een voorstander van.

Een aantal journalisten en intellectuelen hebben de stellingen van Renaud Camus sinds 2010 zeer kritisch benaderd , voornamelijk in de linkse pers, zoals in een artikel in de Nouvel Observateur dat spreekt over de “xenofobe pap van Renaud Camus”[6] of een artikel in Le Monde waarin wordt gesproken over het “grote verkooppraatje”[7].

Hoewel Camus gewelddadige acties van extreemrechtse terroristen herhaaldelijk heeft veroordeeld en publiekelijk heeft verloochend, hebben verschillende extreemrechtse terroristen, waaronder de daders van de schietpartij in de Christchurch-moskee in 2019, de schietpartij in El Paso in 2019 en de schietpartij in Buffalo in 2022, verwezen naar de ‘omvolking’ complottheorie[8][9][10][11] Camus' gebruik van sterke termen als 'kolonisatie' en 'bezetters' om niet-Europese immigranten en hun kinderen te bestempelen (in analogie met de nazi-bezetting van Frankrijk), is door filosoof Alain Finkielkraut beschreven als impliciet oproepen tot geweld[12].

Controversen[bewerken | brontekst bewerken]

Uitspraken over pedoseksualiteit[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren zeventig en tachtig schreef hij verschillende boeken onder de namen 'Tony Duparc' en 'Denis Duvert', pseudoniemen die verwijzen naar de pedofiele schrijver Tony Duvert[13][14]. Camus spreekt zijn bewondering voor Duvert nog uit in ‘Notes achriennes’, gepubliceerd in 1982. In hetzelfde boek, "verdedigt hij de liefde tussen volwassenen en kinderen", volgens Benoît Pivert. Renaud Camus schrijft bijvoorbeeld: "Ik geloof dat het niet zelden voorkomt dat een dertien- of veertienjarige jongen vrijwillig terugkeert naar de dikke oude man die hem zo kunstig heeft afgetrokken. Zulke episodes zouden traumatisch zijn. Wat een onzin!" Camus hoopt dat binnenkort "het jarenlang in de gevangenis gooien van iemand die alleen schuldig is aan het delen van plezier met kinderen [...] even monsterlijk zal lijken als de middeleeuwse castratie van sodomieten"[15].

Bovendien, ondervraagd over deze kwestie in het tijdschrift l'Infini door Philippe Sollers, in 1997, enkele maanden na de Dutroux-affaire, beweerde hij dat "het hele discours over vermeende 'pedofilie' het laatste fort vormt, het strengst bewaakte, van de oude onuitsprekelijke haat tegen seksualiteit". Volgens hem "hebben kinderen een bepaalde seksualiteit en sentimentele impulsen die wel erkend worden, die heel goed betrekking kunnen hebben op volwassenen." Volgens socioloog Pierre Verdrager herneemt Renaud Camus de gebruikelijke argumenten van de pedofiele kringen van de jaren 70 en 80. In de jaren 2010 verdedigt hij zich echter tegen het feit dat hij ooit pedofilie heeft willen rechtvaardigen[16].

In 2020, midden in de beroering die het boek van zijn ex-geliefde Vanessa Springora teweeg had gebracht, rechtvaardigde Gabriel Matzneff zich door zich te beroepen op de "libertaire smaak" van die tijd, waarbij hij met name "de Libération van mijn vrienden Guy Hocquenghem, Michel Cressole, Jean-Luc Hennig, Renaud Camus, Hugo Marsan" aanhaalde, waarin volgens hem "een brandende dorst naar vrijheid, naar transgressie, met name wat betreft de amoureuze relaties tussen volwassenen en minderjarigen”[17].

Antisemitisch discours[bewerken | brontekst bewerken]

De publicatie van ‘La Campagne de France: journal 1994’ in april 2000 veroorzaakte een media-literaire controverse die de "Camus-affaire" werd genoemd. De benadrukking door de journalist van Les Inrockuptibles, Marc Weitzmann, van antisemitische opmerkingen, waarin Renaud Camus een uiteenzetting geeft over de aanwezige Joden in een programma van France Culture ("Ik vind het niet gepast dat een voorbereide discussie [.... ] over 'integratie' in ons land, op een publieke radiozender, tijdens een programma van algemene aard, uitsluitend plaatsvindt tussen vijf joden") en waar hij volgens Weitzmann "met lede ogen aanziet dat "[de] [Franse] beleving als belangrijkste woordvoerders" vertegenwoordigers van het "joodse ras" heeft. In reactie hierop kondigde de voorzitter van Radio France, Jean-Marie Cavada, aan dat hij een klacht zou indienen, maakte de minister van Cultuur, Catherine Tasca, gewag van "zeer verontrustende" opmerkingen en trok Fayard, de uitgever van het Journal, het enige tijd uit de verkoop alvorens het opnieuw te drukken door de polemische passages te verbloemen[18][19][20].

Op 13 maart 2019 werd Yann Moix, die in juni 2017 in het programma ‘On n'est pas couché’ beweerde dat Renaud Camus "behoorlijk antisemitisch" was, door het Hof van Beroep in Parijs veroordeeld tot een boete van 1.000 euro en 2.000 euro aan proceskosten wegens laster. Het Hof van Cassatie vernietigde deze beslissing op 7 januari 2020, omdat het van oordeel was dat de opmerkingen van Yann Moix "de uitdrukking van een mening en een waardeoordeel" waren, en niet "de toeschrijving van een concreet feit".[21][22][23]

Veroordeling wegens uitlokking van haat[bewerken | brontekst bewerken]

Op 10 april 2014 veroordeelde de 17e correctionele kamer van het Tribunal de Grande Instance van Parijs Renaud Camus, voor de uitlatingen die hij op 18 december 2010 tijdens de internationale conferentie over islamisering in Parijs deed, tot een boete van 4.000 euro en een aan MRAP te betalen schadevergoeding van 500 euro wegens het uitlokken van haat en geweld tegen een groep mensen vanwege hun godsdienst[24].

De strafrechter was van oordeel dat de uitlatingen van Renaud Camus "een zeer gewelddadige stigmatisering van moslims inhouden, voorgesteld als "misdadigers", "soldaten", "de gewapende arm van de verovering" [...] "kolonisatoren" die de "inboorlingen het leven onmogelijk willen maken", hen willen dwingen "te vluchten", "het land te ontruimen" [...] "of, erger nog, zich ter plaatse te onderwerpen". Voor het hof getuigen de uitlatingen van Renaud Camus van "een stigmatisering van zeldzame overdrijving [...] zonder enige maat of reserve anders dan pure vorm", waarbij de moslims worden voorgesteld "als binnenvallende strijders met als enig doel de vernietiging en de vervanging van het Franse volk en zijn beschaving door de islam".[25][26] Renaud Camus ontkent elke oproep tot geweld en verdedigt "politieke actie". In april 2015 bevestigde het hof van beroep van Parijs zijn veroordeling.[27]

In april 2019 tweette hij dat "een doos condooms die in Afrika wordt aangeboden, drie verdronken mensen minder betekent in de Middellandse Zee, honderdduizend euro bespaard voor de CAF (kinderbijslagfonds), twee gevangeniscellen bevrijdt en drie centimeter ijsschots behouden". Hij werd vervolgd wegens openbare belediging van een groep mensen wegens hun afkomst of hun lidmaatschap van een etnische groep, natie, ras of godsdienst, en werd in februari 2021 vrijgesproken.[28]

Op 9 november 2017 verklaarde hij op Twitter en op de website van de Nationale Raad van het Europees Verzet dat "de genocide op de Joden ongetwijfeld misdadiger was, maar toch een beetje kleinzerig lijkt in vergelijking met wereldwijde ‘omvolkers’". Hij werd op 16 januari 2020 door de correctionele rechtbank van Auch wegens openbare uitlokking van haat of geweld op grond van afkomst, ras of godsdienst veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en tot betaling van 1.800 euro aan de burgerlijke partijen, het LICRA en SOS Racisme-Touche pas à mon pote. Nadat hij in beroep was gegaan, werd hij uiteindelijk op 17 februari 2022 door het Hof van Beroep van Agen veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand.[29][30]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]