Servische Republiek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Republika Srpska)
Servische Republiek
Entiteit in Bosnië en Herzegovina Vlag van Bosnië en Herzegovina
Kaart van Servische Republiek
Coördinaten 44°45'NB, 17°19'OL
Algemeen
Oppervlakte 24.811 km²
Inwoners 1.326.991[1]
(58 inw./km²)
Hoofdstad de jure Sarajevo,
de facto Banja Luka
Politiek
Bestuurder Milorad Dodik (president)
Radovan Višković (premier)
Overig
Website www.vladars.net
Portaal  Portaalicoon   Bosnië en Herzegovina

De Servische Republiek (Servisch: Република Српска (РС), Republika Srpska (RS)), is een van de twee entiteiten die samen de federale staat Bosnië en Herzegovina vormen. De andere entiteit is de Federatie van Bosnië en Herzegovina. In het dagelijks gebruik blijft de naam van deze entiteit in niet-Slavische landen meestal onvertaald, om verwarring met het land dat bekendstaat als Servië te vermijden.

Hoewel de hoofdstad van de Servische Republiek officieel Sarajevo is, tevens de hoofdstad van geheel Bosnië en Herzegovina, werd de entiteit in de praktijk tot 1998 vanuit Pale en sindsdien vanuit Banja Luka bestuurd.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Aan de vooravond van de Bosnische Oorlog werd op 9 januari 1992 de Servische Republiek Bosnië Herzegovina uitgeroepen. De constitutie van deze republiek verklaarde dat het grondgebied bestond uit de Servische districten van Bosnië en Herzegovina, en uit de “gebieden van Bosnië en Herzegovina, waarin Serviërs uit een minderheid bestonden als gevolg van de genocide tijdens de Tweede Wereldoorlog”. Verder verklaarde de constitutie dat de Servische Republiek Bosnië Herzegovina deel uitmaakte van de federale republiek Joegoslavië.

In de dagen daarna volgde er in Bosnië en Herzegovina een referendum omtrent de onafhankelijkheid. Twee derde van de Bosnische bevolking stemde – net als al eerder gebeurd was in Kroatië en Slovenië – vóór onafhankelijkheid van het land, en bevestigde daarmee het besluit van het Bosnische parlement om zich af te scheiden van Joegoslavië. Op 6 april 1992 erkende de internationale gemeenschap de onafhankelijkheid van Bosnië en Herzegovina. Een dag later verklaarde de Servische Republiek haar onafhankelijkheid van Bosnië en Herzegovina en van Joegoslavië. De meerderheid van de Bosnische Serviërs had het referendum geboycot omdat het onwettig zou zijn, doordat de Servische afgevaardigden in het parlement tegen de stemming een veto hadden uitgesproken.

Gedurende de oorlog in Bosnië en Herzegovina verdedigde het Bosnisch-Servische leger, gesteund door het JNA, met harde hand de grenzen van de nieuw uitgeroepen Servische Republiek in Bosnië en Herzegovina, en werden deze grenzen ook uitgebreid. Onder de ogen van de hele wereld vonden in het gebied etnische zuiveringen plaats, onder meer in concentratiekampen zoals Omarska, Keraterm en Trnopolje, evenals deportaties van Bosniakken en Kroaten en grootschalige etnische zuiveringen in heel Oost- en Noord-Bosnië. Van de misdaden hebben de autoriteiten van de Servische Republiek er slechts twee toegegeven, te weten de moord op negentig moslimburgers in Vlašić in 1992 (op 21 augustus van dat jaar werden minstens 228 burgers uit Kozarac en Prijedor gedood en in een ravijn gedumpt) en de moord op duizenden burgers in Srebrenica in 1995.

Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag heeft echter in vele uitspraken de omvang van de massamoorden en de etnische zuiveringen begaan door of namens de autoriteiten van de Servische Republiek beschreven en bevestigd, evenals het Internationale Strafhof in zijn uitspraak van 26 februari 2007[bron?].

Bij het tekenen van de vrede in Bosnië en Herzegovina in het Verdrag van Dayton in 1995 werd het bestaan van de Servische Republiek vastgelegd. De entiteit is echter nooit erkend als onafhankelijke staat.

De wederopbouw van de Servische Republiek verliep trager dan die van de Federatie van Bosnië en Herzegovina, doordat de entiteit weinig buitenlandse hulp kreeg.[2] Er werd van de Servische Republiek verlangd dat ze eerst zou meewerken aan de uitlevering van oorlogsmisdadigers aan het Joegoslavië-tribunaal.

Bestuurlijke indeling[bewerken | brontekst bewerken]

Regio's in de Servische Republiek
Zie Bestuurlijke indeling van Bosnië en Herzegovina voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Servische Republiek bestaat uit zeven regio's, die weer zijn onderverdeeld in gemeentes.

  1. Banja Luka
    1. Gradiška
    2. Mrkonjić Grad
  2. Doboj
  3. Bijeljina
    1. Zvornik
  4. Istočno Sarajevo
    1. Foča
  5. Prijedor
  6. Trebinje

10 grootste gemeentes[bewerken | brontekst bewerken]

Nummer Gemeente inwoners
1 Banja Luka 185,042
2 Bijeljina 107,715
3 Prijedor 89,397
4 Doboj 71,441
5 Istočno Sarajevo 61,516
6 Zvornik 58,856
7 Gradiška 51,727
8 Teslić 38,536
9 Prnjavor 38,399
10 Laktaši 34,966

Volkslied[bewerken | brontekst bewerken]

Het niet internationaal erkende volkslied van de Servische Republiek is Moja Republika ("Mijn Republiek"). De RS is en wordt niet officieel erkend als soevereine staat en kan daardoor ook geen internationaal erkend volkslied verkrijgen. Het huidige volkslied is sinds 16 juli 2008 in gebruik als volkslied en is geschreven door Mladen Matović.

De Servische Republiek had oorspronkelijk Bože Pravde ("God der Gerechtigheid") als volkslied. Dit lied is ook in gebruik als het volkslied van de Republiek Servië. De Servische Republiek gebruikte de oude monarchistische versie van Bože Pravde.

Politiek[bewerken | brontekst bewerken]

De Servische Republiek heeft een eigen eenkamerparlement, bestaande uit 83 zetels, en een eigen president. Verkiezingen vinden normaal gesproken om de vier jaar plaats. Het parlementsgebouw staat in de stad Banja Luka.

Lijst van presidenten van de Servische Republiek[bewerken | brontekst bewerken]

Nr. President Ambtstermijn Partij
1 Radovan Karadžić Radovan Karadžić
(1945)
7 april 1992 19 juli 1996 SDS
2 Biljana Plavšić Biljana Plavšić
(1930)
19 juli 1996 4 november 1998 SDS (tot 1997)
SNS RS (vanaf 1997)
3 Nikola Poplašen
(1951)
4 november 1998 2 september 1999
(afgezet)
SRS RS
Petar Đokić
(1961)
(waarnemend)
2 september 1999 26 januari 2000 SP
4 Mirko Šarović Mirko Šarović
(1956)
26 januari 2000 28 november 2002 SDS
5 Dragan Čavić Dragan Čavić
(1958)
28 november 2002 9 november 2006 SDS
6 Milan Jelić
(1956–2007)
9 november 2006 30 september 2007
(in ambt overleden)
SNSD
Igor Radojičić Igor Radojičić
(1966)
(waarnemend)
30 september 2007 9 december 2007 SNSD
7 Rajko Kuzmanović
(1931)
9 december 2007 15 november 2010 SNSD
8 Milorad Dodik Milorad Dodik
(1959)
15 november 2010 19 november 2018 SNSD
9 Željka Cvijanović Željka Cvijanović
(1967)
19 november 2018 15 november 2022 SNSD
(8) Milorad Dodik Milorad Dodik
(1959)
15 november 2022 SNSD
Zie de categorie Republika Srpska van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.