Resolutie 1004 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1004
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 12 juli 1995
Nr. vergadering 3553
Code S/RES/1004
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Bosnische Burgeroorlog
Beslissing Eiste dat het offensief tegen Srebrenica gestaakt werd.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1995
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Argentinië Argentinië · Vlag van Botswana Botswana · Vlag van Tsjechië Tsjechië · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Honduras Honduras · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Nigeria Nigeria · Vlag van Oman Oman · Vlag van Rwanda (1962-2001) Rwanda
De ligging van Srebrenica in Bosnië en Herzegovina.

Resolutie 1004 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 12 juli 1995.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Bosnische Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars, en in 1991 verklaarden verschillende deelstaten zich onafhankelijk. Zo ook Bosnië en Herzegovina, waar in 1992 een burgeroorlog ontstond tussen de Bosniakken, Kroaten en Serviërs. Deze oorlog, waarbij etnische zuiveringen plaatsvonden, ging door tot in 1995 vrede werd gesloten.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad:

  • Herinnert aan zijn vorige in dit verband relevante resoluties.
  • Bevestigt de soevereiniteit, territoriale integriteit en onafhankelijkheid van Bosnië en Herzegovina.
  • Is erg bezorgd om de verslechterende situatie rond de veilige zone Srebrenica.
  • Is erg bezorgd over de ernstige situatie waarin UNPROFOR zich bevindt en het grote aantal ontheemden rond de veilige zone Potočari; vooral het gebrek aan voedsel en medische zorg.
  • Huldigt het personeel van UNPROFOR in Srebrenica.
  • Veroordeelt het Bosnisch-Servische offensief tegen Srebrenica en vooral het vasthouden van UNPROFOR-personeel.
  • Veroordeelt alle aanvallen op UNPROFOR.
  • Herinnert aan het akkoord over de demilitarisatie van Srebrenica.
  • Benadrukt het belang van een vreedzame overeenkomst en dat een militaire oplossing onaanvaardbaar is.
  • Handelt onder Hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties.
  1. Eist dat de Bosnisch Serven hun offensief staken en zich terugtrekken uit Srebrenica.
  2. Eist ook dat Srebrenica's status als veilige zone wordt gerespecteerd.
  3. Eist verder respect voor de veiligheid en bewegingsvrijheid van UNPROFOR.
  4. Eist dat de Bosnisch Serven onmiddellijk en onvoorwaardelijk het gevangen UNPROFOR-personeel vrijlaten.
  5. Eist dat alle partijen hulporganisaties toelaten in Srebrenica.
  6. Vraagt de secretaris-generaal er alles aan te doen om Srebrenica's status als veilige zone te herstellen.
  7. Besluit actief op de hoogte te blijven.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]