Resolutie 1136 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1136 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 6 november 1997 | |
Nr. vergadering | 3829 | |
Code | S/RES/1136 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Conflict in de Centraal-Afrikaanse Republiek eind jaren 1990 | |
Beslissing | Stemde in met de verlenging van de Afrikaanse MISAB-missie. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1997 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ||
![]() | ||
De vlag van de Centraal-Afrikaanse Republiek.
|
Resolutie 1136 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 6 november 1997 en stemde in met een verlenging van de Afrikaanse vredesmacht in de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Achtergrond
[bewerken | brontekst bewerken]De periode na de onafhankelijkheid van de Centraal-Afrikaanse Republiek werd gekenmerkt door opeenvolgende staatsgrepen. Begin jaren 1990 werd een meerpartijensysteem gecreëerd en volgden verkiezingen. Eén en ander verliep onregelmatig en de spanningen in het land liepen op. De ongelijke behandeling van officieren leidde in 1996-1997 tot muiterij in het leger. Een slecht bestuur en economische problemen destabiliseerden het land. Er werd een Afrikaanse vredesmacht gestationeerd die in 1998 werd afgelost door een VN-vredesmacht, die in 2000 weer vertrok.
Inhoud
[bewerken | brontekst bewerken]Waarnemingen
[bewerken | brontekst bewerken]De MISAB-waarnemingsmissie van Afrikaanse landen had mee gezorgd voor de stabilisering van de Centraal-Afrikaanse Republiek en die landen hadden hun missie ook verlengd. Het was van belang dat allen die de Bangui-akkoorden hadden ondertekend deze nu naleefden.
Handelingen
[bewerken | brontekst bewerken]De deelnemende landen van MISAB en de landen die logistieke steun leverden werden geautoriseerd om de veiligheid en bewegingsvrijheid van de missie te verzekeren. Die autorisatie gold opnieuw voor een periode van drie maanden. De secretaris-generaal werd gevraagd een fonds te openen waarmee de lidstaten financieel konden bijdragen aan de missie. De secretaris-generaal werd ook nog gevraagd binnen die drie maanden te rapporteren over de uitvoering van deze resolutie en verdere internationale steun aan de Centraal-Afrikaanse Republiek.