Naar inhoud springen

Resolutie 122 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 122
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 24 januari 1957
Nr. vergadering 765
Code S/RES/122
Stemming
voor
10
onth.
1
tegen
0
Onderwerp Kasjmirconflict
Beslissing Herinnerde eraan dat een volksraadpleging over de toekomst van Kasjmir moest beslissen.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1957
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Australië Australië · Vlag van Colombia Colombia · Vlag van Cuba Cuba · Vlag van Irak (1921-1924) Irak · Vlag van Filipijnen (1936-1985 en 1986-1998) Filipijnen · Vlag van Zweden Zweden
Sheikh Abdullah was mede-oprichter en voorzitter van de Nationale Conferentie en premier van Jammu en Kasjmir tot 1953.
Sheikh Abdullah was mede-oprichter en voorzitter van de Nationale Conferentie en premier van Jammu en Kasjmir tot 1953.

Resolutie 122 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was de eerste VN-Veiligheidsraadsresolutie van 1957. De resolutie werd aangenomen met tien stemmen voor, geen tegen en met de onthouding van de Sovjet-Unie. De Veiligheidsraad verklaarde dat enkel een volksraadpleging over de toekomstige status van Kasjmir kon beslissen.

Zie Eerste Kasjmiroorlog en Kasjmirconflict voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

De overeenkomst tussen India en Pakistan, die beide aanspraak maakten op de regio Kasjmir, bepaalde dat een volksraadpleging moest uitmaken of de regio bij India of bij Pakistan zou aansluiten.

In 1951 werd op vraag van de Nationale Conferentie van Jammu en Kasjmir, de grootste politieke partij in de regio, een grondwetgevende vergadering opgericht. Diezelfde partij won vervolgens alle 75 zetels in deze nieuwe instelling. De Veiligheidsraad stelde toen al dat deze gang van zaken niet volgens de afspraken was.

In 1956 kwam de grondwetgevende vergadering met een grondwet die Jammu en Kasjmir een integraal deel van India verklaarde. Op vraag van Pakistan kwam de kwestie opnieuw op de agenda van de Veiligheidsraad.[1]

De Veiligheidsraad had de verklaringen gehoord van India en Pakistan over het betwiste gebied Jammu en Kasjmir. De Veiligheidsraad herinnerde de betrokkenen aan het principe in de resoluties 47, 51 en 91 en de resoluties van de VN-Commissie voor India en Pakistan dat de toekomst van Kasjmir moest worden bepaald aan de hand van een volksraadpleging.

De Veiligheidsraad bevestigde resolutie 91 en verklaarde dat beslissingen van de grondwetgevende vergadering van Jammu en Kashmir omtrent de status van de regio of een deel ervan niet voldeden aan dit principe. Besloten werd de zaak in beraad te houden.

Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 122 op de Engelstalige Wikisource.