Resolutie 1624 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1624
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 14 september 2005
Nr. vergadering 5261
Code S/RES/1624
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Maatregelen tegen terrorisme
Beslissing Vroeg landen onder meer om het aanzetten tot terreurdaden strafbaar te maken.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2005
Permanente leden
Niet-permanente leden
De schade na een bomaanslag van het Rote Armee Fraktion op het Europese hoofdkwartier van de USAF in Duitsland op 31 augustus 1981.

Resolutie 1624 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 14 september 2005 unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen. De resolutie vroeg onder meer dat alle landen het aanzetten tot het plegen van terreurdaden strafbaar maakten.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad veroordeelde nog eens alle terreurdaden, ongeacht waarom ze werden gepleegd. Ook veroordeelde de raad het aanzetten tot terreurdaden en de verheerlijking ervan. Men was zeer bezorgd dat terreurdaden werden gemotiveerd door extremisme en intolerantie waardoor de mensenrechten, de sociaal-economische ontwikkeling van landen en de wereldwijde stabiliteit en vooruitgang in gevaar werden gebracht. De VN speelden een essentiële rol in de strijd tegen het terrorisme en er werd gewerkt aan een strategie ertegen.

Alle landen die dit nog niet waren werden nog eens dringend opgeroepen partij te worden van de anti-terreurverdragen. Ook de media, de gemeenschappen, het zakenleven en het onderwijs speelden een belangrijke rol in het verbeteren van de dialoog, begrip, tolerantie en samenleving.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Alle landen werden opgeroepen om maatregelen te nemen om het aanzetten tot terreurdaden te verbieden onder hun nationale wetgeving en hen die zich zo gedroegen te weren. Ook moesten ze samenwerken wat betreft de beveiliging van de grenzen, waaronder de strijd tegen valse reispapieren. Voorts werden ze opgeroepen aan het Antiterrorismecomité van de Veiligheidsraad te laten weten welke stappen ze zouden zetten om deze resolutie uit te voeren. Dat comité werd ten slotte opgedragen om binnen twaalf maanden te rapporteren over de uitvoering van deze resolutie.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]