Resolutie 1931 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1931
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 29 juni 2010
Nr. vergadering 6348
Code S/RES/1931
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Joegoslavië-tribunaal
Beslissing Verlengde de ambtstermijnen van de rechters.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2010
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk · Vlag van Bosnië en Herzegovina Bosnië en Herzegovina · Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Gabon Gabon · Vlag van Japan Japan · Vlag van Libanon Libanon · Vlag van Mexico Mexico · Vlag van Nigeria Nigeria · Vlag van Turkije Turkije · Vlag van Oeganda Oeganda
De Hongaarse ad litem-rechter Árpád Prandler (foto: jan 2010).

Resolutie 1931 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 29 juni 2010. De door Oostenrijk opgestelde resolutie verlengde de ambtstermijnen van de rechters in het Joegoslavië-tribunaal.[1]

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Oorlogen in Joegoslavië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1980 overleed de Joegoslavische leider Tito, die decennialang de bindende kracht was geweest tussen de zes deelstaten van het land. Na zijn dood kende het nationalisme een sterke opmars en in 1991 verklaarde Bosnië en Herzegovina zich onafhankelijk. De Servische minderheid in het land kwam hiertegen in opstand en begon een burgeroorlog, waarbij ze probeerden de Bosnische volkeren te scheiden. Tijdens die oorlog vonden massamoorden plaats waarbij tienduizenden mensen omkwamen. In 1993 werd het Joegoslavië-tribunaal opgericht, dat de oorlogsmisdaden die hadden plaatsgevonden moest berechten.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Met de resoluties 1503 en 1534 uit 2003 en 2004 was besloten dat het Joegoslavië-tribunaal haar werk in 2010 afgerond moest hebben. Het gaf echter aan dat dit langer mogelijk was. Ook had het tribunaal ervaren personeel verloren. Daarom had de Veiligheidsraad reeds in 2009 besloten de ambtstermijnen van de rechters te zullen herzien. Verder was het wenselijk dat de negen ad litem-rechters langer dan de voorziene drie jaar aanbleven. Drie van hen, en één permanente rechter, zouden nog in 2010 vertrekken na afloop van hun zaken.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad herhaalde dat personen die door het tribunaal waren aangeklaagd effectief berecht moesten worden en riep vooral de landen van voormalig Joegoslavië op beter mee te werken met het tribunaal. Men erkende ook dat het tribunaal voldoende personeel moest hebben.

Volgende permanente beroeprechters zagen hun ambtstermijn verlengd tot 31 december 2012 of de afronding van hun zaak:

De ambtstermijnen van deze permanente rechters werden tot 31 december 2011 of de afronding van hun zaak verlengd:

Ook die van deze ad litem-rechters werden tot diezelfde datum verlengd:

De ambtstermijnen van de rechters zouden tegen 30 juni 2011 wederom verlengd worden, naargelang de agenda van het tribunaal.

Ten slotte werd het bovenstaande ad litem-rechters, Antoine Kesia-Mbe Mindua uitgezonderd, toegestaan langer te zetelen dan de cumulatieve periode die in de statuten van het tribunaal was voorzien.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]