Resolutie 2107 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 2107
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 27 juni 2013
Nr. vergadering 6990
Code S/RES/2107
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Eerste Golfoorlog
Beslissing Onthief Irak van een aantal verplichtingen aangaande de terugkeer van Koeweiti's.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2013
Permanente leden
Niet-permanente leden
Irak (rood) en Koeweit (blauw).

Resolutie 2061 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 27 juni 2013 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad. De resolutie onthief Irak van de verplichtingen inzake de terugkeer van gevangengenomen Koeweiti's en gestolen goederen uit Koeweit die het na de Eerste Golfoorlog waren opgelegd. Hoshyar Zebar, Iraaks minister van buitenlandse zaken, noemde dit een keerpunt in Iraks relatie met de internationale gemeenschap en een belangrijke stap naar een betere verstandhouding met Koeweit.[1]

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Golfoorlog (1990-1991) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette het land. Nog diezelfde dag werd de inval door de VN-Veiligheidsraad veroordeeld in resolutie 660. Deze resolutie eiste ook een onmiddellijke terugtrekking van Irak, maar daar kwam niets van terecht. Een paar dagen later kreeg het land middels resolutie 661 dan ook economische sancties opgelegd.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

De situatie waarin Irak zich bevond was in 2013 geheel veranderd ten opzichte van die in 1990, toen resolutie 661 was aangenomen. Het was van belang dat Irak het internationaal aanzien dat het vóór resolutie 661 had genoten herwon. Het land bleef de herstelbetalingen aan Koeweit voldoen en werkte aan de uitvoering van resolutie 833 inzake de grens met het buurland. Beide landen werkten ook samen om vermiste personen en gestolen eigendommen uit Koeweit terug te sturen.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De regering van Irak werd gevraagd het Internationaal Comité van het Rode Kruis ter wille te zijn voor wat betreft informatie inzake vermiste Koeweiti's en toegang tot deze personen, en om te helpen met de zoektocht naar deze personen of hun stoffelijke overschotten.

De maatregelen §2c, §2d en §3c van resolutie 686, §30 van resolutie 687 en §14 van resolutie 1284 met betrekking tot gevangengenomen Koeweiti's en gestolen goederen werden opgeheven.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]