Resolutie 2264 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 2264
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 9 februari 2016
Nr. vergadering 7617
Code S/RES/2264
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Burgeroorlog in de Centraal-Afrikaanse Republiek
Beslissing Verhoogde het aantal cipiers van de MINUSCA-vredesmacht.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2016
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Angola Angola · Vlag van Egypte Egypte · Vlag van Japan Japan · Vlag van Maleisië Maleisië · Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland · Vlag van Senegal Senegal · Vlag van Spanje Spanje · Vlag van Oekraïne Oekraïne · Vlag van Uruguay Uruguay · Vlag van Venezuela Venezuela
De Centraal-Afrikaanse hoofdstad Bangui.

Resolutie 2264 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 9 februari 2016 unaniem aangenomen door de VN-Veiligheidsraad en verhoogde het aantal cipiers van de MINUSCA-vredesmacht in de Centraal-Afrikaanse Republiek van 40 tot 108.[1]

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Centraal-Afrikaanse burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Al sedert de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960 wordt de CAR geplaagd door staatsgrepen en geweld. Toen rebellen in 2003 de macht grepen, begonnen drie onder de naam Unie van Democratische Krachten voor Eenheid (UFDR) verenigde rebellenbewegingen een oorlog tegen hen. In 2007 werd een vredesakkoord getekend en in 2009 vormden ze samen een regering.

Eind 2012 brak er opnieuw rebellie uit, deze keer tegen een coalitie van groeperingen die zich de Sekela-coalitie noemde en bestond uit de UFDR, de Conventie van Patriotten voor Gerechtigheid en Vrede (CPJP) en een aantal kleinere bewegingen. De regering vroeg om internationale hulp, maar dit werd geweigerd. Op 11 januari 2013 werd een vredesakkoord getekend, waarbij de eerste minister werd vervangen door een oppositielid.

Op 24 maart 2013 had een coalitie van rebellen genaamd Seleka de macht gegrepen, wat internationaal veroordeeld werd.[2] Daarom werd er een overgangsraad opgericht die het land tijdelijk moest besturen. Onderwijl vergleed de CAR in chaos en had de overheid buiten de hoofdstad geen enkel gezag meer.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De vredesmacht in de Centraal-Afrikaanse Republiek telde 10.750 militairen en 2080 politiepersoneelsleden, waarvan 400 agenten. Het aantal gevangenisbewaarders werd met 68 verhoogd, tot 108.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]