Resolutie 484 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Van de | VN-Veiligheidsraad | |
Datum | 19 december 1980 | |
Nr. vergadering | 2260 | |
Code | S/RES/484 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Arabisch-Israëlisch conflict | |
Beslissing | Oproep tot naleving Vierde Geneefse Conventie en terugkeer Palestijnse burgemeesters. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1980 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
![]() | ||
De muur die Israël scheidt van de Westelijke Jordaanoever.
|
Resolutie 484 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem aangenomen op 19 december 1980, als laatste VN-Veiligheidsraadsresolutie van dat jaar.
Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]
Tijdens de Zesdaagse Oorlog bezette Israël verschillende stukken grondgebied van zijn tegenstanders, waarvan het een deel ook annexeerde. In die delen werden Joodse kolonisten die er nederzettingen oprichtten gesteund.
Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]
De Veiligheidsraad:
- Herinnert aan de resoluties 468 en 469.
- Neemt akte van resolutie 35/122 F van de Algemene Vergadering.
- Is erg bezorgd om de uitwijzing van de burgemeesters van Hebron en Halhoul door Israël.
- Herbevestigt de toepasbaarheid van de Geneefse Conventie betreffende de Bescherming van Burgers tijdens Oorlogstijd in de bezette gebieden.
- Roept Israël als bezetter op de Conventie na te leven.
- Verklaart het noodzakelijk dat de burgemeesters van Hebron en Halhoul kunnen terugkeren en hun verantwoordelijkheden hernemen.
- Vraagt de secretaris-generaal zo snel mogelijk te rapporteren over de uitvoering van deze resolutie.