Rhizaria

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Rhizaria
Fossiel voorkomen: Neoproterozoïcum - heden
De foram Ammonia tepida
Taxonomische indeling
Domein:Eukaryota
Clade:Bikonta
Clade
Rhizaria
Cavalier-Smith, 2002
Stammen

Cercozoa
Foraminifera
Radiolaria

Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Rhizaria op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De Rhizaria (of ook wel: Rhizariae) vormen een taxonomische groep (taxon) (in moderne opvattingen een supergroep naast, of als rijk binnen de supergroep Chromalveolata.[1]) van eencellige, eukaryotische organismen.[2] Rhizaria kunnen verschillende vormen hebben, maar allen zijn het wortelpotigen. Dit zijn organismen met zogenaamde schijnvoetjes (pseudopodia), die dradige uitlopers vormen, vertakken of zelfs anastomoseren. Sommige groepen hebben daarnaast een rigide cytoskelet van microtubuli, waar de schijnvoetjes als stekels uitsteken.

De twee belangrijkste groepen binnen de Rhizaria, de Foraminifera en de Radiolaria (straaldiertjes), maken harde uitwendige skeletjes. Verreweg de meeste fossielen die van protisten gevonden worden komen uit deze twee groepen en deze fossielen zijn van grote waarde gebleken in het dateren van gesteentelagen (stratigrafie).

Classificatie[bewerken | brontekst bewerken]

De Rhizaria zijn een van de zes "supergroepen" waarin de eukaryoten door de meeste biologen tegenwoordig worden onderverdeeld op grond van moleculair-fylogenetisch onderzoek.[3] De Rhizaria zijn onderdeel van de niet algemeen gebruikte clade Bikonta, waarin ook de Archaeplastida, Chromalveolata, Excavata en een aantal kleinere, nog niet goed geduide groepen zoals de Apusozoa en Centrohelida vallen. Van alle Bikonta wordt aangenomen dat ze een heterotrofe gemeenschappelijke voorouder met twee flagella hebben.

Vroeger werd van veel Rhizaria gedacht dat ze tot de dieren behoren, omdat ze motiel en heterotroof zijn. Toen de tweedeling in twee rijken (dieren en planten) in de taxonomie werd vervangen door een vijfdeling gingen Rhizaria tot de Protista behoren. Nadat de Amerikaanse microbioloog Carl Woese het leven in drie domeinen had verdeeld, bleken de Protista echter een parafyletische groep. De monofyletische groep Rhizaria werd in 2002 voor het eerst als zodanig beschreven door de Engelse bioloog Thomas Cavalier-Smith.[4]

Cladogram Rhizaria[bewerken | brontekst bewerken]

Dit cladogram toont de positie van de supergroep van de Rhizaria, van de zustergroepen en van de afstammende rijken.[5]







 Bikonta 

 Excavata



 Chromalveolata






 Rhizaria 




 Cercozoa 



 

 

 Cercomonada



 Chlorachniophyta




 

 Phytomyxa



 Haplosporida




 Granuloreticulosa




 Radiolaria





 Archaeplastida



Onderverdeling[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn inmiddels bijna 12.000 soorten Rhizaria bekend.[6] De Rhizaria worden ingedeeld in drie belangrijke groepen en daarnaast een aantal kleinere groepen.[7]

Sommige groepen worden soms ingedeeld binnen de Cercozoa, lijken in andere studies dichter bij de foraminiferen te staan. Deze groepen zijn de Phytomyxa en Ascetosporea, parasitaire organismen op respectievelijk planten en dieren, en de amoebe Gromia. De verschillende groepen binnen de Rhizaria zijn vooral vanwege genetische overeenkomsten ondergebracht in dezelfde clade. De Centrohelida en Apusozoa worden verondersteld nauw verwant te zijn aan de Rhizaria.[8]

Hieronder volgt een mogelijke fylogenetische stamboom van de Rhizaria:[9]

    ┌──────────── Kern-Cercozoa (Filosa)
    │          
    │    ┌─────── Phytomyxea
    │    │
┌───┤    ├─────── Ascetosporea (Haplosporida + Paramyxida)
│   │    │
┤   └────┼─────── Foraminifera
│        │
│        ├─────── Gromiida
│        │
│        └─────── Corallomyxa
│
└──────────────── Radiozoa