Ridder-commandeur in de Militaire Willems-Orde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De graad van ridder der IIe Klasse of ridder-commandeur in de Militaire Willems-Orde is de tweede rang van deze hoge Nederlandse ridderorde. In de afgelopen 200 jaar werd de onderscheiding 200 maal uitgereikt.

De onderscheiding commandeur in de Militaire Willems-Orde is spaarzaam verleend. De oprichter van de orde, koning Willem I der Nederlanden heeft zich bij het opstellen van de Orde op de Oostenrijkse Orde van Maria-Theresia georiënteerd. In deze orde was het ridderkruis voor dapperheid maar waren de hogere graden vooral voor officieren die een bepaalde positie innamen en een overwinning boekten gedacht. De commandeursgraad in de Militaire Willems-Orde was bijvoorbeeld voor een vlootvoogd of een generaal bestemd. De commandant van een belegerde grote vesting kon ook op een commandeurskruis rekenen. Een commandeurskruis was voor de bevelhebber van een legergroep en het grootkruis voor opperbevelhebbers.

In de eerste jaren na 1815 begrepen hogere Engelse marineofficieren niet waarom zij, gewend aan commandeurskruisen, "slechts" officier in de Militaire Willems-Orde werden.

Militairen die voor de tweede maal werden onderscheiden met de Militaire Willems-Orde konden een officierskruis krijgen maar om te voorkomen dat zij bij een derde gelegenheid het commandeurskruis zouden moeten ontvangen werd een eresabel ingesteld. De kanselier van de Militaire Willems-Orde en het kapittel van de Militaire Willems-Orde moesten volgens de wet bijhouden wie een eresabel droeg.

De versierselen van een ridder-commandeur in de Militaire Willems-Orde[bewerken | brontekst bewerken]

Commandeurs in de Militaire Willems-Orde[bewerken | brontekst bewerken]

Het is gebruikelijk dat een grootmeester van een ridderorde de versierselen van deze orde draagt. De Nederlandse koningen en koninginnen droegen de ster, het grootlint en het grootkruis van een Ridder-Grootkruis in de Militaire Willems-Orde bij hun inhuldiging. Ook bij belangrijke gelegenheden, bij het verlenen van de Willemsorde en bij het poseren voor portretten werden deze versierselen vaak gedragen. Van het commandeurskruis hebben de grootmeesters geen gebruik gemaakt al is het niet ongebruikelijk dat een grootmeester bij gelegenheid ook de versierselen van een lagere graad in "zijn" orde draagt.

De onderstaande lijst is gebaseerd op de door George Carl Emil Köffler in 1940 gepubliceerde registers van de orde en is voor zover bekend compleet[1].

Jean Victor de Constant Rebecque