Rijnland (Duitsland)
Het Rijnland (Duits: Rheinland, Ripuarisch: Rhingland) is een niet scherp afgebakend gebied in Duitsland aan weerszijden van de Rijn. Het gebied is sinds de jaren 1950 gesitueerd in de deelstaten Noordrijn-Westfalen, Rijnland-Palts en Saarland. Het westen van het belangrijke industriële Ruhrgebied ligt in het Rijnland.
Rijnprovincie[bewerken | brontekst bewerken]
Van 1822 tot 1946 vormde het als Rijnprovincie een politieke entiteit in Pruisen. Oorspronkelijk was het gebied volgens de besluiten van het Congres van Wenen aan Pruisen toegewezen om een buffer tegen Frankrijk te creëren. De Rijnprovincie was, in tegenstelling tot de rest van het voornamelijk agrarische en conservatieve luthers protestantse Pruisen, katholiek, liberaal, geïndustrialiseerd en verstedelijkt en moest van het aan Pruisen toegeschreven militarisme al helemaal niets hebben. De bewoners voelden zich dan ook nauwelijks Pruisen.
Bezetting door geallieerden[bewerken | brontekst bewerken]
In het Verdrag van Versailles (1919) stond dat het Rijnland voor een periode van 15 jaar bezet werd door geallieerde troepen. Zo kon druk op Duitsland worden uitgeoefend om de bepalingen van het verdrag loyaal uit te voeren. Het gebied telde in die tijd veel wapenfabrieken waarover de geallieerden de controle wilden houden zodat Duitsland niet kon herbewapenen in strijd met het verdrag. De Fransen traden er hard op en bezetten in 1923, samen met de Belgen, ook het Ruhrgebied wegens een Duitse achterstand in de herstelbetalingen. Door de Franse bezettingsmacht werden in het Rijnland ook uit de toenmalige Franse kolonie Senegal afkomstige soldaten gestationeerd. De aanwezigheid in het blanke Duitsland van deze mannen, met een zeer donkere huidskleur, leidde tot enkele uitingen van fel, seksueel getint racisme. In 1937 werden de enige honderden kinderen van Duitse moeders en donker-Afrikaanse Franse soldaten door de nazi's onder dwang gesteriliseerd. De aanwezigheid van deze negers, zoals zij toen algemeen genoemd werden, droeg bij tot het relatief snelle en grote politieke succes van de nazi's in dit gebied. Zie voor meer informatie over dit onderwerp op de Engelse Wikipedia: [1] Black Horror on the Rhine.
Verder stak separatisme de kop op: men schoof de verloren oorlog in de schoenen van de door Pruisen gedomineerde centrale regering, en men wenste een onafhankelijk Rijnland. Van 1923 tot 1924 trachtte men daadwerkelijk een Rijnrepubliek te stichten. Dit separatisme werd door de nazi's, die in het gebied door een zusterpartij van de NSDAP vertegenwoordigd waren, niet gesteund. Eén van de gevaarlijkste en invloedrijkste nazi's in het gebied was Josef Bürckel. In 1930 werden de buitenlandse soldaten teruggetrokken en het bestuur van het gebied weer overgedragen aan Duitsland.
Herbezetting door Duitsland[bewerken | brontekst bewerken]
Na de ontruiming diende Duitsland zich te onthouden van het legeren van troepen. In 1935 volgde een volksstemming in het onder mandaat van de Volkenbond staande Saarland met Frans en Brits bestuur, dat zich enthousiast bij het inmiddels nationaalsocialistische Duitsland aansloot. Aangemoedigd door de ongesanctioneerde acties van Italië en Japan in respectievelijk Abessinië (Ethiopië) en China, herbezette Duitsland in strijd met het Verdrag van Locarno op zaterdag 7 maart 1936 het Rijnland. De Duitse troepen telden welgeteld 19 bataljons (één enkele divisie), ondersteund door politie-eenheden en enkele vliegtuigen. De troepen bereikten om 11 uur 's ochtends de rechter Rijnoever, waarop 3 bataljons de Rijn overstaken. Slechts een klein deel van de troepen drong derhalve diep in het Rijnland door. De Fransen zouden hier 100 divisies tegenover kunnen stellen. De troepen hadden dan ook orders bij het minste teken van geallieerde weerstand rechtsomkeert te maken, wat uiteraard Hitler op zijn minst ernstig gezichtsverlies zou hebben bezorgd. Overigens was deze terugtocht geformuleerd als tactische terugtrekking, wat inhield dat Hitler wel degelijk de mogelijkheid van oorlog anticipeerde en accepteerde. De Fransen zouden hoe dan ook een honderdvoudige overmacht in het veld kunnen brengen. Zowel de Volkenbond, de Britten als de Fransen reageerden echter lauw en slotsom was dat Hitler zijn gang kon gaan en zijn zin had bereikt.
Naoorlogse opdeling[bewerken | brontekst bewerken]
De geallieerden hernamen het Rijnland in 1945, maar het werd niet opnieuw door de geallieerden aan Duitsland onttrokken. Wel werd de tot Pruisen behorende Rijnprovincie verdeeld over twee deelstaten, in het kader van de opdeling van Pruisen door de geallieerden. Noord-Rijnland in de Britse sector werd samengevoegd met Westfalen en Lippe tot Noordrijn-Westfalen. De zuidelijke helft, in de Franse sector, werd toegevoegd aan Rijnland-Palts. Nadien zou het gebied de economische en bestuurlijke ruggengraat van West-Duitsland worden, met het Ruhrgebied, Keulen, de hoofdstad Bonn, de agglomeratie Frankfurt en de agglomeratie Ludwigshafen-Mannheim-Heidelberg als zwaartepunten. Het West-Duitse economisch-sociale model dat in Duitsland en grote delen van continentaal Europa in zwang kwam is naar het Rijnland genoemd: het Rijnlands model.