Rooms-Katholieke Kerk in Hongarije

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Stefanus I van Hongarije
Kathedraal van Esztergom, zetel van de primaat van Hongarije

De Rooms-Katholieke Kerk in Hongarije is een onderdeel van de wereldwijde Rooms-Katholieke Kerk onder het leiderschap van de paus en de curie. De meerderheid van de Hongaarse bevolking is katholiek.

Bisdommen[bewerken | brontekst bewerken]

Bisdommen en kerkprovincies in Hongarije

De Katholieke Kerk in Hongarije telt vier aartsbisdommen en twaalf bisdommen. De aartsbisschop van Esztergom-Boedapest is tevens primaat van Hongarije en krijgt ambtshalve een kardinaalshoed.

  1. Kerkprovincie Eger:
    1. Aartsbisdom Eger
    2. Bisdom Debrecen-Nyíregyháza
    3. Bisdom Vác
  2. Kerkprovincie Esztergom-Boedapest:
    1. Aartsbisdom Esztergom-Boedapest
    2. Bisdom Győr
    3. Bisdom Székesfehérvár
  3. Kerkprovincie Kalocsa-Kecskemét:
    1. Aartsbisdom Kalocsa-Kecskemét
    2. Bisdom Pécs
    3. Bisdom Szeged-Csanád
  4. Kerkprovincie Veszprém (opgericht in 1983):
    1. Aartsbisdom Veszprém
    2. Bisdom Kaposvár
    3. Bisdom Szombathely

Naast genoemde bisdommen zijn er nog drie bijzonderheden:

  1. Militair ordinariaat (Immediatum)
  2. Territoriale abdij Pannonhalma (benedictijnen)
  3. Missio sui iuris voor de gelovigen van de Hongaarse Grieks-Katholieke Kerk

Apostolisch nuntius voor Hongarije is sinds 3 mei 2022 aartsbisschop Michael Wallace Banach.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Kerkprovincie Kalocsa ca. 1700 AD

In de 10e eeuw bekeerde vorst Géza zich tot het christendom. Hij liet zich dopen door Adalbert van Praag en sloot vrede met de Duitse keizer. De kerstening van de Hongaren werd, in tegenstelling tot die van de volken ten zuiden en ten oosten van het Karpatenbekken, door de Roomse Kerk volbracht. Het werk van Géza werd door zijn zoon Stefanus I de Heilige (997-1038) voltooid. Hij stichtte bisdommen en talrijke kloosters. Hongarije werd een zelfstandige kerkprovincie, die rechtstreeks aan Rome ondergeschikt werd.

De Rooms-Katholieke Kerk werd na 1945 zwaar verdrukt door het communistische regime. In 1948 werd kardinaal Mindszenty gearresteerd en in 1949 veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. De grondwet van 1949 vermeldde formele vrijheid van religie en een volledige scheiding van Kerk en staat. In 1951 volgden schijnproces en veroordeling van de aartsbisschop van Kalocsa, József Grősz. Pas in de jaren 1960 kwam er enige ontspanning in de relatie tussen de Kerk en het regime. In september 1964 kwam een beperkte overeenkomst met het Vaticaan tot stand, de eerste van deze aard tussen de Heilige Stoel en een communistisch land. In 1971 volgde een herziening van het sinds 1950 bestaande verdrag tussen de Hongaarse staat en de Kerk, waarbij de katholieke geestelijken meer ruimte kregen op het terrein van de zielzorg en binnen hun eigen organisatie. Ook in financieel opzicht werd de positie van de Katholieke Kerk verbeterd. Na de Val van de Muur werden in 1990 de diplomatieke betrekkingen met de H. Stoel volledig hersteld.

Bij de opstand van 1956 werd kardinaal Mindszenty bevrijd, maar toen de Sovjettroepen op 4 november naar Budapest terugkeerden, zocht hij zijn toevlucht in de Amerikaanse ambassade waar hij tot 1971 noodgedwongen verbleef.

Demografie[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens de volkstelling van 2011 wonen er 3.871.922 miljoen katholieken in Hongarije: 3.691.389 gelovigen behoren tot de Rooms-Katholieke Kerk en 179.176 gelovigen behoren tot de Hongaarse Grieks-Katholieke Kerk.[1] Kort na de Tweede Wereldoorlog was meer dan 70% van de bevolking katholiek. Dit percentage is inmiddels bijna gehalveerd tot 39%.

Aantal katholieken in Hongarije
volkstelling 1930 volkstelling 1949 volkstelling 2001 volkstelling 2011
Aantal Aantal Aantal Aantal
Katholieken (totaal) 5.832.238 6.488.755 5.558.961 3.871.922
Rooms-Katholieken 5.631.146 6.240.399 5.289.521 3.691.389
Grieks-Katholieken 201.092 248.356 268.935 179.176
Hongarije (totaal) 8.685.109 9.204.799 10.198.315 9.937.628

Geografische verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Aantal katholieken per comitaat[2]
Comitaat Bevolking (2011) aantal katholieken % van de bevolking
Boedapest 1.729.040 517.762 29,9%
Pest 1.217.475 445.106 36,6%
Borsod-Abaúj-Zemplén 686.266 282.904 41,2%
Bács-Kiskun 520.331 259.822 49,9%
Győr-Moson-Sopron 447.985 244.355 54,5%
Szabolcs-Szatmár-Bereg 559.272 182.097 32,6%
Baranya 386.441 181.933 47,1%
Zala 282.179 177.072 62,8%
Somogy 316.137 168.307 53,2%
Veszprém 353.068 167.372 47,4%
Csongrád 417.456 165.955 39,8%
Heves 308.882 162.014 52,5%
Fejér 425.847 152.234 35,7%
Vas 256.629 150.953 58,8%
Jász-Nagykun-Szolnok 386.594 124.331 32,2%
Nógrád 202.427 112.640 55,6%
Komárom-Esztergom 304.568 111.919 36,7%
Tolna 230.361 108.755 47,2%
Hajdú-Bihar 546.721 86.084 15,7%
Békés 359.948 70.306 19,5%
Hongarije 9.937.628 3.871.922 39,0%

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]