Safar

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Safar (Arabisch: صفر) is de tweede maand van het jaar van de islamitische kalender.

Over de etymologische oorsprong van de naam doen verschillende theorieën de ronde. Er wordt gesteld dat de naam afkomstig zou zijn van ṣufār ("geel"), maar men vindt eveneens de uitleg dat de naam zijn oorsprong vindt in ṣifr ("leeg"). Dit laatste zou terug te voeren zijn op het feit dat deze maand volgt op de maand muharram, waarin een verbod op oorlogsvoering geldt. Safar is de eerste maand na vier maanden krijgsverbod en de huizen zouden leeg staan, de bewoners op weg naar het strijdveld.

Safar geldt als een ongeluksmaand; vooral de eerste als de 18e dag gelden als bijzonder ongelukkig.

Safar ten opzichte van de westerse kalender[bewerken | brontekst bewerken]

De islamitische kalender is een maankalender en de eerste dag van een nieuwe maand is de dag dat de nieuwe maan zichtbaar wordt. Daar een maanjaar 11 tot 12 dagen korter is dan een zonnejaar, verplaatst safar zich net als de andere maanden in de islamitische kalender door de seizoenen. Hieronder staan de geschatte data voor safar, gebaseerd op de Saoedische Umm al-Qurakalender.[1]

Geschatte data safar 2019-2023
AH Eerste dag
(CE)
Laatste dag
(CE)
1441 30 september 2019 28 oktober 2019
1442 18 september 2020 18 oktober 2020
1443 8 september 2021 6 oktober 2021
1444 28 augustus 2022 26 september 2022
1445 17 augustus 2023 15 september 2023