Sagittarius A*
Sagittarius A*
| ||||
![]() | ||||
Sagittarius A*
| ||||
Type | zwart gat | |||
Bayeraanduiding | -geen- | |||
Massa | 4.310.000 M☉ | |||
Waarnemingsgegevens | ||||
Standaardepoche | J2000 | |||
Rechte klimming | 17u 45m 40.0409s | |||
Declinatie | −29° 0′ 28.118″ | |||
Sterrenstelsel | Melkweg | |||
Sterrenbeeld | Boogschutter (Sagittarius) | |||
Afstand | 25.900 lichtjaar | |||
|
Sagittarius A*, ook wel bekend als Sgr A*, is een sterke en compacte radiobron in het centrum van de Melkweg. Het object bevindt zich in de samengestelde radiobron Sagittarius A op 25.900 lichtjaar van de Zon. Het bevat meer dan 4 miljoen zonsmassas in een gebied met een radius van minder dan 6,25 lichtuur. Er wordt dan ook vermoed dat Sgr A* een zogenaamd supermassief zwart gat is; en daarmee zou het het zwaarste zwart gat in de Melkweg zijn.
Sterren in ellipsbanen om Sagittarius A*[bewerken]
Ster | Alias | a (″), halve lange as ellipsbaan in boogseconden | a (AE), idem in Astronomische Eenheden | e, excentriciteit | P, omlooptijd (periode) in jaren | T0 (jaar), tijdstip van dichtste benadering |
---|---|---|---|---|---|---|
S1 | S0-1 | 0,412 ± 0,024 | 3300 ± 190 | 0,358 ± 0,036 | 94,1 ± 9,0 | 2002,6 ± 0,6 |
S2 | S0-2 | 0,1226 ± 0,0025 | 980 ± 20 | 0,8760 ± 0,0072 | 15,24 ± 0,36 | 2002,315 ± 0,012 |
919 ± 23 | 0,8670 ± 0,0046 | 14,53 ± 0,65 | 2002,308 ± 0,013 | |||
S8 | S0-4 | 0,329 ± 0,018 | 2630 ± 140 | 0,927 ± 0,019 | 67,2 ± 5,5 | 1987,71 ± 0,81 |
S12 | S0-19 | 0,286 ± 0,012 | 2290 ± 100 | 0,9020 ± 0,0047 | 54,4 ± 3,5 | 1995,628 ± 0,016 |
1720 ± 110 | 0,833 ± 0,018 | 37,3 ± 3,8 | 1995,758 ± 0,050 | |||
S13 | S0-20 | 0,219 ± 0,058 | 1750 ± 460 | 0,395 ± 0,032 | 36 ± 15 | 2006,1 ± 1,4 |
S14 | S0-16 | 0,225 ± 0,022 | 1800 ± 180 | 0,9389 ± 0,0078 | 38 ± 5,7 | 2000,156 ± 0,052 |
1680 ± 510 | 0,974 ± 0,016 | 36 ± 17 | 2000,201 ± 0,025 | |||
S0-102 | S0-102 | 0,68 ± 0.02 | 11,5 ± 0.3 | 2009,5 ± 0.3 |
Banen[bewerken]
In de onderstaande figuur zijn de banen van sterren om het zwarte gat weergegeven. De relatieve hemelcoördinaten (horizontaal rechte klimming en verticaal declinatie) zijn opgegeven ten opzichte van het zwarte gat als referentie. Ter vergelijking zijn rechtsonder op schaal de banen in ons zonnestelsel van Neptunus, Pluto, Eris en Sedna ingetekend.
Bronnen, noten en/of referenties
|