Satricum

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Satricum
Satricum
Studenten aan het werk in Satricum (1983)
Satricum (Italië)
Satricum
Situering
Coördinaten 41° 31′ NB, 12° 45′ OL
Portaal  Portaalicoon   Archeologie

Satricum is een antieke stad ongeveer 60 km ten zuiden van Rome, het tegenwoordige Le Ferriere.

Het antieke Satricum was voor Centraal-Italische begrippen een middelgrote stad van ca. 40 ha. die tussen 900 en 450 v.Chr. tot grote bloei kwam. Die dankte zij vooral aan haar gunstige ligging: aan de zuidrand van een vruchtbare kustvlakte, gelegen tussen het Griekse zuiden en het Etruskische noorden van Italië. De bewoningsgeschiedenis van de stad loopt vanaf de 9e eeuw v.Chr. tot in de Romeinse tijd. Romeinse geschiedschrijvers noemen de stad enkele malen vanwege haar verzet tegen de Romeinse expansie. Tussen de stad Rome en Satricum liep een weg, min of meer parallel aan de Via Appia. De archeologische resten omvatten hutten, huizen, grafvelden, votiefdepots en een enorm tempelcomplex gewijd aan de Romeinse godin Mater Matuta.

De resten van de stad zelf zijn grotendeels verdwenen door onder andere intensief ploegen in de 20e eeuw, maar het tempelcomplex van Mater Matuta dat op een heuvel ligt is tamelijk ongeschonden gebleven. Rond deze heuvel, ook wel akropolis genoemd, liggen de Pontijnse Moerassen die grotendeels drooggelegd zijn in de jaren 20 van de 20e eeuw. Satricum ligt circa tien kilometer van zee, met steden als Nettuno en Anzio in de nabijheid.

Stichting[bewerken | brontekst bewerken]

De oudste bewoningssporen dateren uit de 9e eeuw voor Chr. Er ontstond toen een huttendorp op de zogenaamde acropolis. Een van deze hutten had een rituele functie. Deze tempelhut wordt in de literatuur ook wel sacellum-hut genoemd.

Archaïsche periode[bewerken | brontekst bewerken]

de Archaïsche periode ofwel de late 7de en 6de eeuw voor. Chr. vond er een belangrijke monumentalisering van de stad plaats. Op de resten van de tempelhut werd rond 640 voor Chr. een tempel gebouwd met een stenen fundament. Deze zogenaamde Tempel 0 werd gewijd aan de godin Mater Matuta. Rond de tempel zijn de resten opgegraven van verschillende huizen. Net als de tempel waren deze huizen gefundeerd op grote tufblokken. In de tweede helft van de 6de eeuw voor Chr. werd de tempel vervangen door een veel grotere tempel: Tempel I.

Republikeinse periode[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens oude bronnen vormde Satricum aanvankelijk een kolonie van de Albanen (de bewoners van de Albaanse heuvels ten oosten van Satricum). De stad was volgens een dubieuze lijst van Dionysius van Halicarnassus lid van de in 499 v.Chr. opgerichte Latijnse Bond, en werd vanaf 488 v.Chr. bewoond door de Volsken. Rome nam Satricum een aantal keren in, maar verloor het ook weer. Tot twee keer toe brandde de stad geheel af.

Op de resten van Tempel I werd rond 485 voor Chr. een nieuwe tempel gebouwd: Tempel II. Deze Tempel II is het meest monumentale gebouw dat tot nog toe in Satricum is opgegraven. Livius vertelt hoe de stad in de daarop volgende periode werd bewoond door de Volsken. De afgelopen jaren heeft het archeologisch onderzoek zich onder andere gericht op de vraag of de aanwezigheid van deze Volsken archeologisch bewezen kan worden. Er zijn door de UvA inmiddels verschillende graven uit de 5de eeuw opgegraven. De interpretatie van de vondsten is bediscussieerd, maar duiden mogelijk op een vestiging van de Volsken in Satricum.

Vanaf 346 v.Chr. is de locatie Satricum alleen nog maar bekend vanwege de tempel van Mater Matuta. De meest recente votiefgaven worden rond 100 v.Chr. gedateerd. Hieruit kan mogelijk afgeleid worden dat de cultus rond dit tijdstip ophield te bestaan.

Romeinse tijd[bewerken | brontekst bewerken]

In de late republiek̩ en vroege keizertijd werden er op en rond het voormalig stadsgebied van Satricum een aantal villae ofwel boerderijen gebouwd. Een van deze villae is in 1984 opgegraven. De villa werd in het begin van de eerste eeuw na Christus gebouwd en bestond uit twee delen. Het woondeel ofwel pars urbana is gebouwd als een Romeins stadshuis. Een gang leidde naar een atrium waaromheen de belangrijkste vertrekken waren gesitueerd. In het atrium lag een kostbare mozaïekvloer met ingelegde marmerfragmenten. De belangrijkste vertrekken waren gedecoreerd met wandschilderingen met lineaire patronen. Naast de pars urbana lag een badhuis. Van dit badhuis is vooral het hypocaustum goed geconserveerd. Dit hypocaustum is een ruimte onder de vloer van het caldarium of tepidarium waardoor hete lucht stroomt. Het tweede deel van de villa is de pars rustica. Dit deel van de villa werd gebruikt voor de agrarische werkzaamheden. De villa werd rond het midden van de vijfde eeuw na Christus verlaten.

Middeleeuwen[bewerken | brontekst bewerken]

In de middeleeuwen werden de ruïnes van de Romeinse villa opnieuw bewoond. Bij de opgraving werd een aanzienlijke hoeveelheid middeleeuws materiaal aangetroffen. De vondsten dateren deze bewoning in het midden van de negende of 10e eeuw n. Chr.

Archeologische geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De stad werd in 1896 ontdekt en vervolgens door Italiaanse archeologen ten dele opgegraven (1896-1898 en 1907-1910). Sinds 1977 vinden in Satricum Nederlandse opgravingen plaats. Deze werden in eerste instantie uitgevoerd door het Koninklijk Nederlands Instituut Rome (KNIR) en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) onder leiding van C.M. Stibbe. Vanaf 1991 worden de opgravingen verricht door de Universiteit van Amsterdam (UvA) onder leiding van M. Gnade. Gnade heeft gedurende de jaren een goede relatie opgebouwd met de lokale landeigenaar en de Italiaanse archeologische dienst. Dit heeft geresulteerd in opgravingen op voorheen ontoegankelijk terrein en de opening van een museum in de voormalige fabriek van Borgo le Ferriere. Satricum is de oudste en belangrijkste Nederlandse opgraving in Italië.

Verder lezen[bewerken | brontekst bewerken]