Schaatsen op de Olympische Winterspelen 2022 (kwalificatie)

Schaatsen op de Olympische Winterspelen 2022

Kwalificatie
500 m	mannen	vrouwen
1000 m	mannen	vrouwen
1500 m	mannen	vrouwen
3000 m		vrouwen
5000 m	mannen	vrouwen
10.000 m	mannen
Massastart	mannen	vrouwen
Achtervolging	mannen	vrouwen

De kwalificatie voor het langebaanschaatsen op de Olympische Winterspelen 2022 vond plaats in de eerste serie van vier wedstrijden van de wereldbeker schaatsen 2021/2022. Een deel van de quotaplaatsen werd vergeven op basis van het wereldbekerklassement en een deel op basis van de gereden seizoenstijden, tijdens het wereldbekerseizoen 2021/2022.

Kwalificatieregels[bewerken | brontekst bewerken]

Een totaal van 166 schaatsers mogen worden toegelaten tot de Olympische Spelen. Landen krijgen quota's toegewezen op basis van de resultaten behaald tijdens de Wereldbeker schaatsen 2021/2022 in het najaar van 2021. Elk land kan maximaal 3 startquota per gender per evenement behalen, met uitzondering van de 5000 meter voor vrouwen, de 10.000 meter voor mannen en de massastarts voor beide genders, waar maximaal 2 startquota per land behaald kunnen worden.

Daarnaast mag elk land maar een bepaald aantal per gender schaatsers naar de Olympische Spelen sturen:

Maximum 9 atleten: de NOC's die zich hebben gekwalificeerd voor de ploegenachtervolging en het maximum aantal quota hebben binnengehaald op de individuele evenementen van de betreffende gender.
Maximum 8 atleten: de NOC's die zich hebben gekwalificeerd voor de ploegenachtervolging en minimaal 1 of meer quotaplekken op elk individueel evenement hebben binnengehaald van de betreffende gender.
Maximum 7 atleten: voor de overige NOC's van de betreffende gender.^[1]

Het totaal aantal schaatsers per NOC per gender mag niet het aantal quotaplekken overschrijden van het <evenement met de meeste plekken> + het aantal evenementen waar het betreffende NOC minimaal 1 quotaplek heeft behaald. Bijvoorbeeld:
Een NOC heeft de volgende toegewezen quotaplekken:

Mannen 500m - 3 quotaplekken
Mannen 1000m - 2 quotaplekken
Mannen 1500m - 1 quotaplek
Mannen 500m - 1 quotaplek
Mannen 10.000m - 1 quotaplek
Mannen massastart - 1 quotaplek

Het <hoogste aantal quotaplekken op een evenement> is 3 (500m) plus 5 overige evenementen met minimaal 1 quotaplek (1000m, 1500, 5000m, 10.000m en de massastart). Dit brengt het totaal op 8 schaatsers die mogen worden afgevaardigd. Daarbij moet nog rekening worden gehouden met de ploegenachtervolging:

Indien het NOC zich kwalificeert voor de mannen ploegenachtervolging, mogen er 8 mannelijke schaatsers worden afgevaardigd.
Indien het NOC zich niet kwalificeert voor de mannen ploegenachtervolging, mogen er 7 mannelijke schaatsers worden afgevaardigd.

Indien meer dan het maximum van 166 schaatsers zich inschrijven voor de Olympische Spelen, zal het maximum aantal quotaplekken voor de individuele afstanden/evenementen worden ingeperkt door het intrekken van de quotaplek van de laagste gerangschikte schaatsers. Voorlopig toegewezen quotaplekken zullen worden ingetrokken conform onderstaande volgorde:

500 meter,
daarna 1000 meter
daarna 1500 meter

Dit proces zal zich herhalen totdat het maximum aantal van 166 schaatsers is bereikt. Een voorlopig toegewezen quotaplek wordt enkel ingetrokken, indien dat er toe leidt dat het betreffende NOC ook daadwerkelijk een quotaplek verliest.

Limiettijden[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende limiettijden zijn gepubliceerd op 1 juli 2021 en zijn ongewijzigd ten opzichte van de Olympische Spelen van 2018.^[2]

Evenement	Mannen	Vrouwen
500 meter	35,70	39,50
1000 meter	1.10,50	1.18,00
1500 meter	1.48,00	1.59,50
3000 meter		4.12,00
5000 meter	6.30,00	7.20,00 of 4.08,00 (3000 m)
10.000 meter	13.30,00 of 6.25,00 (5000 m)
Massastart*	1.57,50 (1500 m)	2.10,00 (1500 m)

Om deel te kunnen nemen aan een individuele afstand moet een schaatser hebben voldaan aan de limiettijd van de betreffende afstand. Om deel te kunnen nemen aan de ploegenachtervolging of de massastart, moet de schaatser minimaal hebben voldaan aan één limiettijd van een individuele afstand. Voor de massastart geldt echter dat een land maximaal 1 schaatser per gender mag afvaardigen die niet heeft voldaan aan een van de limiettijden van de individuele afstanden, mits deze wel heeft voldaan aan de specifieke limiettijd voor de massastart*. De limiettijden moeten zijn verreden in de periode 1 juli 2021 t/m 16 januari 2022.

Maximum deelnamequota per land per evenement[bewerken | brontekst bewerken]

Evenement	Mannen	Vrouwen
500 meter	3	3
1000 meter	3	3
1500 meter	3	3
3000 meter		3
5000 meter	3	2
10.000 meter	2
Massastart	2	2
Ploegenachtervolging	1 team	1 team

Maximum deelnamequota per evenement[bewerken | brontekst bewerken]

Mannen

Evenement	O.b.v. ranking	O.b.v. tijd	Totaal
500 meter	20	10	30
1000 meter	20	10	30
1500 meter	20	10	30
5000 meter	14	6	20
10.000 meter	8	4	12
Massastart	24		24

Vrouwen

Evenement	O.b.v. ranking	O.b.v. tijd	Totaal
500 meter	20	10	30
1000 meter	20	10	30
1500 meter	20	10	30
3000 meter	14	6	20
5000 meter	8	4	12
Massastart	24		24

Kwalificatie tijdlijn[bewerken | brontekst bewerken]

Wereldbeker	Datum	Locatie
ISU Speed Skating World Cup 1	12–14 november 2021	Tomaszów Mazowiecki
ISU Speed Skating World Cup 2	19–21 november 2021	Stavanger
ISU Speed Skating World Cup 3	3–5 december 2021	Salt Lake City
ISU Speed Skating World Cup 4	10–12 december 2021	Calgary

Quotaverdeling[bewerken | brontekst bewerken]

NOC	Mannen								Vrouwen								Totaal max.
NOC	500m	1.000m	1500m	5000m	10.000m	MS	TP	Max.	500m	1000m	1500m	3000m	5000m	MS	TP	Max.	Totaal max.
Argentinië								–	1							1	1
België		1	2	1	1	1		2	1	1	1			1		1	3
Canada	3	3	3	1	2	2	X	8	3	2	2	3	2	2	X	8	16
China	2	2	3			1*	X	6	2	3	3	2*	1	2	X	8	14
Chinees Taipei								–	1	1	1					1	1
Colombia								–						1		1	1
Denemarken				1		2		2								–	2
Duitsland	1	1		2	1	1		3			1	1		2		2	5
Estland	1	1						1								–	1
Groot-Brittannië	1	1	1					1		1	1					1	2
Italië	2	1	1	3	2	1	X	6			1	1	1	1		1	7
Japan	3	3	2	1	1	1		7	3	2	3	2	2	2	X	8	15
Kazachstan	1	2	1			1		3	1	2	2	1		1		2	5
Letland			1					1								–	1
Nederland	3	3	3	3	2	2	X	9	3	3	3	3	2	2	X	9	18
Nieuw-Zeeland			1					1								–	1
Noorwegen	2	3	3	1		2	X	7	2	1	2	1	1	1	X	5	12
Oostenrijk						1		1	1	1						1	2
Polen	3	2	1			2		5	2	2	2			1	X	5	10
Russische ploeg	3	2	3	3	2	2	X	8	3	3	3	2	1	1	X	8	16
Roemenië								–	1	1						1	1
Tsjechië								–	1	1	1	2	1	1		2	2
Wit-Rusland	1	1						1	1	2	2	1	1	1	X	4	5
Zuid-Korea	2	2	2			2	X	6	1	2				2		4	10
Zweden				1	1			1								–	1
Zwitserland				1		1		1						1		1	2
Verenigde Staten	2	2	3	2		2	X	7	3	2	2	1		2		5	12
Totaal	30	30	30	20	12	24	8	87	30	30	30	20	12	24	8	79	166

Daarnaast geldt de eis dat elke atleet die wordt afgevaardigd een individuele quotaplek moet opvullen. Er mogen dus geen atleten worden meegenomen voor de ploegenachtervolging, die op geen enkele individuele afstand in actie komen.^[3]^[4]^[5]

Mannen 500m[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 20 atleten, met een maximum van 3 per NOC, verdienen een startquota voor hun land.

Na alle 8 de wedstrijden^[6]

Pos.	Schaatser	TOM 1	TOM 2	SOR 1	SOR 2	SLC 1	SLC 2	CGY 1	CGY 2	Punten	Noot	NOC
1	Laurent Dubreuil	48	54	60	54	48	48	60	48	420	Q	CAN-1
2	Wataru Morishige	30	48	38	43	54	60	38	40	351	Q	JPN-1
3	Tatsuya Shinhama	54	60	40	60	38	34	32	28	346	Q	JPN-2
4	Yuma Murakami	43	30	32	28	40	36	48	54	311	Q	JPN-3
5	Artem Arefyev	36	43	54	48	25	54	27	21	308	Q	RUS-1
6	Viktor Moesjtakov	38	38	21	40	43	0	43	60	283	Q	RUS-2
7	Yamato Matsui	26	31	29	34	60	43	28	29	280		JPN-4
8	Kim Joon-ho	40	25	43	31	32	40	31	38	280	Q	KOR-1
9	Piotr Michalski	28	28	30	30	31	38	34	32	251	Q	POL-1
10	Ihnat Halavatsjoek	28	40	24	21	23	25	29	43	233	Q	BLR-1
11	Cha Min-kyu	23	28	36	24	28	30	24	30	223	Q	KOR-2
12	Håvard Holmefjord Lorentzen	31	24	31	22	34	28	30	22	222	Q	NOR-1
13	Marek Kania	15	24	48	32	24	27	25	26	221	Q	POL-2
14	Kai Verbij	34	36	34	25	30	32			191	Q	NED-1
15	Damian Żurek	24	22	17	24	26	17	23	31	184	Q	POL-3
16	Dai Dai N'tab	27	27	28	38	29	31			180	Q	NED-2
17	Gao Tingyu	60	34			28	0	54		176	Q	CHN-1
18	Roeslan Moerasjov	22		24	29	13	21	40	27	176	Q	RUS-3
19	Merijn Scheperkamp	32	26	23	36	28	29			174	Q	NED-3
20	Yang Tao	21	29	26	11	10	13	28	34	172	Q	CHN-2
21	Alex Boisvert-Lacroix	24	21	11	15	16	16	21	36	160	Q	CAN-2
22	Hein Otterspeer	29	34	27	26	36	0			152
23	Takuya Morimoto	17	17	15	14	24	26	12	24	149
24	Gilmore Junio	25	23	22	16	8	12	17	25	148
25	Bjørn Magnussen			28	27	15	15	15	28	128
26	Pavel Koelizjnikov	21	0	1	28	22	14	16	24	126
27	Joel Dufter	7	14	13	0	11	24	26	21	116
28	Liu An	16	21	25	12	14	1	11	13	113
29	Jeffrey Rosanelli	9	16	21	23	0	10	14	15	108
30	Mirko Giacomo Nenzi	3	9	9	21	21	7	9	7	86

Tijdranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 10 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking en waarvan het betreffende NOC nog geen 3 quotaplekken heeft behaald, verdienen een quotaplek voor hun land. NOC's die hun 3e quotaplek op basis van de tijdranking behalen (tussen plek 21-30) worden in de voorlopige quotaverdeling op de reservelijst geplaatst in volgorde van tijdsnelsten. De top 8 ongekwalificeerde atleten worden tevens toegevoegd aan de reservelijst.

Na alle 8 de wedstrijden^[7]^[8]

Pos.	Schaatser	Beste tijd	Noot	NOC
1	Laurent Dubreuil	33,778	PQ
2	Gao Tingyu	33,876	PQ
3	Yuma Murakami	33,898	PQ
4	Viktor Moesjtakov	33,903	PQ
5	Wataru Morishige	33,997	PQ
6	Artjom Arefjev	34,003	PQ
7	Yamato Matsui	34,048		JPN-4
8	Roeslan Moerasjov	34,088	PQ
9	Jordan Stolz	34,110	Q	USA-1
10	Ihnat Halavatsjoek	34,123	PQ
11	Kim Joon-ho	34,188	PQ
12	Piotr Michalski	34,189	PQ
13	Tatsuya Shinhama	34,192	PQ
14	Alex Boisvert-Lacroix	34,203	PQ
15	Yang Tao	34,234	PQ
16	Damian Żurek	34,295	PQ
17	Håvard Holmefjord Lorentzen	34,296	PQ
18	Kai Verbij	34,311	PQ
19	Joel Dufter	34,320	Q	GER-1
20	Cha Min-kyu	34,335	PQ
21	Dai Dai N'tab	34,349	PQ
22	Hein Otterspeer	34,360		NED-4
23	Bjørn Magnussen	34,368	Q	NOR-2
24	Pavel Koelizjnikov	34,404		RUS-4
25	Takuya Morimoto	34,428		JPN-5
26	Marten Liiv	34,439	Q	EST-1
27	David Bosa	34,459	Q	ITA-1
28	Marek Kania	34,463	PQ
29	Henrik Fagerli Rukke	34,479	R3	NOR-3
30	Merijn Scheperkamp	34,483	PQ
31	Gilmore Junio	34,502	R4	CAN-3
32	Liu An	34,511	R5	CHN-3
33	Jeffrey Rosanelli	34,542	Q	ITA-2
34	Austin Kleba	34,569	Q	USA-2
35	Artur Nogal	34,605		POL-4
36	Kim Tae-yun	34,652	R6	KOR-3
37	Cooper McLeod	34,662	R7	USA-3
38	Mirko Giacomo Nenzi	34,713	R8	ITA-3
39	Hendrik Dombek	34,765	R9	GER-2
40	Ronald Mulder	34,795		NED-5
41	Cornelius Kersten	34,826	R1	GBR-1
42	Roman Kretsj	34,844	R2	KAZ-1
43	Nico Ihle	34,845	R10	GER-3
44	Jeong Seon Kyo	34,858		KOR-4
45	Yevgeniy Koshkin	34,868	R11	KAZ-2
46	Zach Stoppelmoor	34,883		USA-4
47	Ivan Arzhanikov	34,901		KAZ-3
48	Tijmen Snel	34,936		NED-6
49	Xu Yutong	34,959		CHN-4
50	Nil Llop	34,972		ESP-1
51	Victor Lobas	35,003		RUS-5
52	Alexandr Klenko	35,054		KAZ-4
53	Serge Yoro	35,060		NED-7
54	Moritz Klein	35,106		GER-4
55	Cedrick Brunet	35,109		CAN-4
56	Lennart Velema	35,115		NED-8
57	Jacob Graham	35,116		CAN-5
58	Christian Oberbichler	35,120		SUI-1
59	Stefan Westenbroek	35,128		NED-9
60	Stefan Neumiarzhytski	35,151		BLR-2
61	Pål Myhren Kristensen	35,170		NOR-4
62	Sung Ching-yang	35,278		TPE-1
63	Kimani Griffin	35,281		USA-5
64	Artyom Chaban	35,334		BLR-3
65	Janno Botman	35,441		NED-10

Mannen 1000m[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 20 atleten, met een maximum van 3 per NOC, verdienen een startquota voor hun land.

Na alle 4 de wedstrijden^[9]

Pos.	Schaatser	TOM	SOR	SLC	CGY	Punten	Noot	NOC
1	Thomas Krol	54	60	60		174	Q	NED-1
2	Kjeld Nuis	48	48	54		150	Q	NED-2
3	Håvard Holmefjord Lorentzen	31	27	43	43	144	Q	NOR-1
4	Hein Otterspeer	60	34	48		142	Q	NED-3
5	Ning Zhongyan	34	43		60	137	Q	CHN-1
6	Laurent Dubreuil	40	29	34	34	137	Q	CAN-1
7	Kai Verbij	36	54	40		130		NED-4
8	Masaya Yamada	30	40	27	23	120	Q	JPN-1
9	Ihnat Halavatsjoek	29	28	32	31	120	Q	BLR-1
10	Cha Min-kyu	28	30	25	36	119	Q	KOR-1
11	Cornelius Kersten	24	32	31	32	119	Q	GBR-1
12	Connor Howe	16	28	36	38	118	Q	CAN-2
13	Viktor Moesjtakov	43	25	0	48	116	Q	RUS-1
14	Marten Liiv	13	24	38	40	115	Q	EST-1
15	Antoine Gélinas-Beaulieu	32	26	23	29	110	Q	CAN-3
16	Taiyo Nonomura	21	31	30	28	110	Q	JPN-2
17	Kim Min-seok	26	36	26	21	109	Q	KOR-2
18	Ryota Kojima	38	38	0	30	106	Q	JPN-3
19	Vincent De Haître	27	23	24	24	98		CAN-4
20	Merijn Scheperkamp	28	22	29		79		NED-5
21	Allan Dahl Johansson		21	28	27	76	Q	NOR-2
22	Joel Dufter	25	9	16	26	76	Q	GER-1
23	Jordan Stolz			21	54	75	Q	USA-1
24	Pavel Koelizjnikov		24	28	22	74
25	Piotr Michalski	15	15	10	28	68
26	Damian Żurek	17	17	9	25	68
27	Lian Ziwen	14	12	24		50
28	Mathias Vosté		21	13	16	50
29	David Bosa	2	8	17	13	40
30	Henrik Fagerli Rukke	12	2	14	12	40

Tijdranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 10 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking en waarvan het betreffende NOC nog geen 3 quotaplekken heeft behaald, verdienen een quotaplek voor hun land. NOC's die hun 3e quotaplek op basis van de tijdranking behalen (tussen plek 21-30) worden in de voorlopige quotaverdeling op de reservelijst geplaatst in volgorde van tijdsnelsten. De top 8 ongekwalificeerde atleten worden tevens toegevoegd aan de reservelijst.

Na alle 4 de wedstrijden^[7]

Pos.	Schaatser	Beste tijd	Noot	NOC
1	Thomas Krol	1:06,448	PQ
2	Ning Zhongyan	1:06,656	PQ
3	Kjeld Nuis	1:06,867	PQ
4	Hein Otterspeer	1:06,959	PQ
5	Jordan Stolz	1:06,968	PQ
6	Viktor Moesjtakov	1:06,988	PQ
7	Pavel Koelizjnikov	1:07,005	Q	RUS-2
8	Håvard Holmefjord Lorentzen	1:07,007	PQ
9	Lian Ziwen	1:07,021	Q	CHN-2
10	Kai Verbij	1:07,037		NED-4
11	Marten Liiv	1:07,103	PQ
12	Piotr Michalski	1:07,135	Q	POL-1
13	Connor Howe	1:07,194	PQ
14	Laurent Dubreuil	1:07,305	PQ
15	Cha Min-kyu	1:07,322	PQ
16	Cornelius Kersten	1:07,338	PQ
17	Ihnat Halavatsjoek	1:07,374	PQ
18	David Bosa	1:07,408	Q	ITA-1
19	Joel Dufter	1:07,432	PQ
20	Ryota Kojima	1:07,438	PQ
21	Taiyo Nonomura	1:07,461	PQ
22	Merijn Scheperkamp	1:07,463		NED-5
23	Moritz Klein	1:07,531	Q	GER-2
24	Joey Mantia	1:07,551	Q	USA-2
25	Henrik Fagerli Rukke	1:07,630	R2	NOR-3
26	Denis Koezin	1:07,659	Q	KAZ-1
27	Antoine Gélinas-Beaulieu	1:07,696	PQ
28	Nico Ihle	1:07,746	R3	GER-3
29	Mathias Vosté	1:07,753	Q	BEL-1
30	Ivan Arzhanikov	1:07,820	R4	KAZ-2
31	Allan Dahl Johansson	1:07,992	PQ
32	Masaya Yamada	1:07,993	PQ
33	Lennart Velema	1:08,025		NED-6
34	Damian Żurek	1:08,073	R5	POL-2
35	Bjørn Magnussen	1:08,175		NOR-4
36	Tijmen Snel	1:08,182		NED-7
37	Kim Min-seok	1:08,187	PQ
38	Hendrik Dombek	1:08,197		GER-4
39	Vincent De Haître	1:08,212		CAN-4
40	Austin Kleba	1:08,275	R6	USA-3
41	Marek Kania	1:08,285	R7	POL-3
42	Kazuya Yamada	1:08,337		JPN-4
43	Cooper McLeod	1:08,386		USA-4
44	Alexandr Klenko	1:08,403	R8	KAZ-3
45	Serge Yoro	1:08,436		NED-7
46	Jeong Seon Kyo	1:08,489	R9	KOR-3
47	Victor Lobas	1:08,502	R10	RUS-3
48	Kimani Griffin	1:08,507		USA-4
49	Tyson Langelaar	1:08,508		CAN-5
50	Daniil Beljajev	1:08,572		RUS-4
51	Roeslan Moerasjov	1:08,614		RUS-5
52	Mamoru Takada	1:08,620		JPN-5
53	Dmitri Morozov	1:08,657		KAZ-4
54	Tai Wei-lin	1:08,658	R1	TPE-1
55	Louis Hollaar	1:08,666		NED-8
56	Wang Haotian	1:08,673		CHN-3
57	Nil Llop	1:08,869		ESP-1
58	Victor Rudenko	1:08,900		BLR-2
59	Odin By Farstad	1:08,910		NOR-5
60	Kim Tae-yun	1:08,946		KOR-4
61	Mirko Giacomo Nenzi	1:09,000		ITA-2
62	Konrád Nagy	1:09,017		HUN-1
63	Jeffrey Rosanelli	1:09,437		ITA-3
64	Artjom Arefjev	1:09,625		RUS-6
65	Diego Amaya	1:09,628		COL-1
66	Samuli Suomalainen	1:09,677		FIN-1
67	Ronald Mulder	1:10,059		NED-9
68	Christian Oberbichler	1:10,176		SUI-1
69	Stefan Neumiarzhytski	1:10,240		BLR-3
70	Ignaz Gschwentner	1:10,296		AUT-1

Mannen 1500m[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 20 atleten, met een maximum van 3 per NOC, verdienen een startquota voor hun land.

Na alle 4 de wedstrijden^[10]

Pos.	Schaatser	TOM	SOR	SLC	CGY	Punten	Noot	NOC
1	Joey Mantia	48	54	60	60	222	Q	USA-1
2	Ning Zhongyan	54	60	54	0	168	Q	CHN-1
3	Connor Howe	40	28	38	54	160	Q	CAN-1
4	Allan Dahl Johansson	31	43	34	48	156	Q	NOR-1
5	Seitaro Ichinohe	43	31	36	38	148	Q	JPN-1
6	Takuro Oda	36	27	40	36	139	Q	JPN-2
7	Kim Min-seok	60	48	29		137	Q	KOR-1
8	Peder Kongshaug	34	32	32	32	130	Q	NOR-3
9	Bart Swings	28	30	31	40	129	Q	BEL-1
10	Taiyo Nonomura	24	38	27	28	117	Q	JPN-3
11	Thomas Krol	25	40	48		113	Q	NED-1
12	Kristian Ulekleiv	32	29	28	23	112	Q	NOR-3
13	Kazuya Yamada	28	34	24	24	110		JPN-4
14	Kjeld Nuis	38	36	30		104	Q	NED-2
15	Emery Lehman	13	21	25	43	102	Q	USA-2
16	Daniil Aldosjkin	16	28	22	34	100	Q	RUS-1
17	Sergej Trofimov	27	25	16	30	98	Q	RUS-2
18	Tyson Langelaar	26	22	21	26	95	Q	CAN-2
19	Patrick Roest	29	26	23		78	Q	NED-3
20	Mathias Vosté	0	15	28	31	74	Q	BEL-2
21	Jan Blokhuijsen	30	23	21		74		NED-4
22	Shane Williamson	21	24	17		62		JPN-5
23	Hallgeir Engebråten		21	11	28	60		NOR-4
24	Stefan Emele	12	16	14	17	59	Q	GER-1
25	Casey Dawson	0	5	24	29	58
26	Cornelius Kersten	14	17	10	15	56
27	Dmitri Morozov	4	24	26	0	54
28	Daniil Beljajev	24	9	9	6	48
29	Antoine Gélinas-Beaulieu	22	8	4	12	46
30	Wesly Dijs			43		43		NED-5

Tijdranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 10 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking en waarvan het betreffende NOC nog geen 3 quotaplekken heeft behaald, verdienen een quotaplek voor hun land. NOC's die hun 3e quotaplek op basis van de tijdranking behalen (tussen plek 21-30) worden in de voorlopige quotaverdeling op de reservelijst geplaatst in volgorde van tijdsnelsten. De top 8 ongekwalificeerde atleten worden tevens toegevoegd aan de reservelijst.

Na alle 4 de wedstrijden^[7]

Pos.	Schaatser	Beste tijd	Noot	NOC
1	Joey Mantia	1:41,154	PQ
2	Ning Zhongyan	1:41,386	PQ
3	Thomas Krol	1:41,892	PQ
4	Wesly Dijs	1:42,382		NED-5
5	Connor Howe	1:42,425	PQ
6	Takuro Oda	1:42,445	PQ
7	Seitaro Ichinohe	1:42,594	PQ
8	Allan Dahl Johansson	1:42,619	PQ
9	Peder Kongshaug	1:42,880	PQ
10	Bart Swings	1:42,936	PQ
11	Kjeld Nuis	1:43,043	PQ
12	Kim Min-seok	1:43,050	PQ
13	Mathias Vosté	1:43,247	PQ
14	Emery Lehman	1:43,410	PQ
15	Kristian Ulekleiv	1:43,435	PQ
16	Casey Dawson	1:43,493	R3	USA-3
17	Taiyo Nonomura	1:43,631	PQ
18	Daniil Aldosjkin	1:43,662	PQ
19	Tyson Langelaar	1:43,697	PQ
20	Hallgeir Engebråten	1:43,715		NOR-4
21	Dmitri Morozov	1:43,729	Q	KAZ-1
22	Riku Tsuchiya	1:43,746		JPN-6
23	Wang Haotian	1:43,820	Q	CHN-2
24	Stefan Emele	1:43,915	PQ
25	Shane Williamson	1:43,940		JPN-5
26	Sergej Trofimov	1:44,037	PQ
27	Kazuya Yamada	1:44,061		JPN-4
28	Patrick Roest	1:44,199	PQ
29	Yegor Yunin	1:44,205	R4	RUS-3
30	Cornelius Kersten	1:44,295	Q	GBR-1
31	Lian Ziwen	1:44,343	R5	CHN-3
32	Moritz Klein	1:44,510	Q	GER-2
33	Marcel Bosker	1:44,830		NED-6
34	Daniil Beljajev	1:44,967		RUS-4
35	Alessio Trentini	1:44,998	Q	ITA-1
36	Peter Michael	1:45,031	Q	NZL-1
37	Odin By Farstad	1:45,118		NOR-5
38	Vincent De Haître	1:45,176	R6	CAN-3
39	Antoine Gélinas-Beaulieu	1:45,275		CAN-4
40	Haralds Silovs	1:45,344	R1	LAT-1
41	Park Seong-hyeon	1:45,348	R7	KOR-2
42	Jan Blokhuijsen	1:45,373		NED-4
43	Andrea Giovannini	1:45,401	R8	ITA-2
44	Denis Koezin	1:45,501	R9	KAZ-2
45	Ethan Cepuran	1:45,567		USA-4
46	Jakub Piotrowski	1:45,570	R2	POL-1
47	Zbigniew Bródka	1:45,592	R10	POL-2
48	Vitaliy Chshigolev	1:45,630	R11	KAZ-3
49	Marcin Bachanek	1:45,715	R12	POL-3
50	Louis Hollaar	1:45,763		NED-7
51	Sander Eitrem	1:45,822		NOR-6
52	Kim Cheol-min	1:45,939		KOR-3
53	Marten Liiv	1:46,117		EST-1
54	Tijmen Snel	1:46,163		NED-8
55	Ivan Arzhanikov	1:46,178		KAZ-4
56	Conor McDermott-Mostowy	1:46,208		USA-5
57	Demyan Gavrilov	1:46,400		KAZ-5
58	Tai Wei-lin	1:46,491		TPE-1
59	Michele Malfatti	1:46,546		ITA-3
60	Davide Ghiotto	1:46,642		ITA-4

Mannen 5000m en 10.000m[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De kwalificatie voor de 5000 en 10.000 meter op basis van punten, wordt bepaald op basis van de gecombineerde ranking 5000/10.000m. De top 14 schaatsers, met een maximum van 3 per NOC, verdienen een quota voor hun land op de 5000m. De top 8 schaatsers, met een maximum van 2 per NOC, verdienen een quota voor hun land op de 10.000m.

Na alle 4 de wedstrijden^[11]

Pos.	Schaatser	TOM	SOR	SLC	CGY	Punten	Noot	NOC
1	Nils van der Poel	60	60	60	60	240	Q	SWE-1
2	Ted-Jan Bloemen	54	48	34	48	184	Q	CAN-1
3	Davide Ghiotto	36	38	48	54	176	Q	ITA-1
4	Bart Swings	40	30	43	38	151	Q	BEL-1
5	Roeslan Zacharov	30	36	40	43	149	Q	RUS-1
6	Aleksandr Roemjantsev	38	40	26	36	140	Q	RUS-2
7	Jorrit Bergsma	43	54	38		135	Q	NED-1
8	Patrick Beckert	31	34	36	34	135	Q	GER-1
9	Patrick Roest	48	32	54		134	q	NED-2
10	Seitaro Ichinohe	28	29	32	32	121	q	JPN-1
11	Marwin Talsma	34	31	29	26	120	q	NED-3
12	Andrea Giovannini	26	23	27	31	107	q	ITA-2
13	Michele Malfatti	21	29	28	29	107	q	ITA-3
14	Sergej Trofimov	32		32	40	104	q	RUS-3
15	Peter Michael	27	24	25	25	101
16	Casey Dawson	20	21	25	30	96
17	Ryosuke Tsuchiya		36	30	27	93
18	Danila Semerikov	19	25	15	25	84
19	Yegor Yunin	10	16	28	28	82
20	Marcel Bosker	25	22	0	32	79

Tijdranking 5000m[bewerken | brontekst bewerken]

De top 6 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking en waarvan het betreffende NOC nog geen 3 quotaplekken heeft behaald, verdienen een quotaplek voor hun land. NOC's die hun 3e quotaplek op basis van de tijdranking behalen (tussen plek 15-20) worden in de voorlopige quotaverdeling op de reservelijst geplaatst in volgorde van tijdsnelsten. De top 8 ongekwalificeerde atleten worden tevens toegevoegd aan de reservelijst.

Na alle 3 de wedstrijden^[7]

Pos.	Schaatser	Beste tijd	Noot	NOC
1	Nils van der Poel	6:01,566	PQ
2	Patrick Roest	6:04,415	PQ
3	Davide Ghiotto	6:07,271	PQ
4	Sergej Trofimov	6:08,648	PQ
5	Bart Swings	6:08,765	PQ
6	Ted-Jan Bloemen	6:09,521	PQ
7	Roeslan Zacharov	6:09,828	PQ
8	Jorrit Bergsma	6:09,946	PQ
9	Yegor Yunin	6:10,569		RUS-4
10	Marcel Bosker	6:10,626		NED-4
11	Casey Dawson	6:10,803	Q	USA-1
12	Patrick Beckert	6:12,056	PQ
13	Felix Rijhnen	6:12,111	Q	GER-2
14	Livio Wenger	6:12,132	Q	SUI-1
15	Ethan Cepuran	6:12,378	Q	USA-2
16	Aleksandr Roemjantsev	6:12,430	PQ
17	Danila Semerikov	6:12,809		RUS-5
18	Sander Eitrem	6:12,876	Q	NOR-1
19	Emery Lehman	6:13,198	R3	USA-2
20	Seitaro Ichinohe	6:13,427	PQ
21	Andrea Giovannini	6:13,689	PQ
22	Riku Tsuchiya	6:14,011	R4	JPN-2
23	Sverre Lunde Pedersen	6:14,320	R5	NOR-2
24	Michele Malfatti	6:15,065	PQ
25	Hallgeir Engebråten	6:15,130	R6	NOR-3
26	Kars Jansman	6:15,560		NED-5
27	Ryosuke Tsuchiya	6:15,584	R7	JPN-3
28	Jordan Belchos	6:15,813	R8	CAN-2
29	Marwin Talsma	6:15,849	PQ
30	Shane Williamson	6:17,151		JPN-4
31	Felix Maly	6:17,308	R9	GER-3
32	Masahito Obayashi	6:17,459		JPN-5
33	Peder Kongshaug	6:17,505		NOR-4
34	Viktor Hald Thorup	6:17,687	R1	DEN-1
35	Timothy Loubineaud	6:18,915	R2	FRA-1
36	Dmitri Morozov	6:19,262		KAZ-1
37	Peter Michael	6:19,526		NZE-1
38	Lee Seung-hoon	6:20,336		KOR-1
39	Chung Jae-won	6:21,474		KOR-2
40	Muhamaiti Hanahati	6:22,132		CHN-1
41	Kaleb Muller	6:23,932		CAN-3
42	Nicola Tumolero	6:24,686		ITA-4
43	Daniel Niero	6:25,211		ITA-5
44	Vitaliy Chshigolev	6:25,867		KAZ-2
45	Stefan Due Schmidt	6:26,496		DEN-2

Tijdranking 10.000m[bewerken | brontekst bewerken]

De top 4 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking, met een maximum van 2 per NOC, verdienen een quotaplek voor hun land. De top 8 ongekwalificeerde atleten vormen de reservelijst.

Na de enige race die is gehouden^[7]

Pos.	Schaatser	Beste tijd	Noot	NOC
1	Nils van der Poel	12:38,928	PQ
2	Jorrit Bergsma	12:56,088	PQ
3	Ted-Jan Bloemen	13:00,230	PQ
4	Ryosuke Tsuchiya	13:03,652	Q	JPN-1
5	Graeme Fish	13:07,739	Q	CAN-2
6	Aleksandr Roemjantsev	13:09,835	PQ
7	Kars Jansman	13:10,074	Q	NED-2
8	Davide Ghiotto	13:10,252	PQ
9	Michele Malfatti	13:12,324	Q	ITA-2
10	Roeslan Zacharov	13:12,892	PQ
11	Patrick Beckert	13:13,267	PQ
12	Danila Semerikov	13:14,910		RUS-3
13	Patrick Roest	13:15,085		NED-3
14	Peter Michael	13:15,293	R1	NZE-1
15	Marwin Talsma	13:15,837		NED-4
16	Bart Swings	13:18,039	PQ
17	Andrea Giovannini	13:18,283		ITA-3
18	Marcel Bosker	13:18,443		NED-5
19	Casey Dawson	13:19,507	R2	USA-1
20	Riku Tsuchiya	13:20,286	R5	JPN-2
21	Jordan Belchos	13:20,564		CAN-3
22	Felix Rijhnen	13:21,074	R6	GER-2
23	Seitaro Ichinohe	13:24,182		JPN-3
24	Daniil Aldosjkin	13:27,630		RUS-4
25	Yegor Yunin	13:28,031		RUS-5
26	Timothy Loubineaud	13:29,606	R3	FRA-1
27	Shane Williamson	13:31,922		JPN-4
28	Nicola Tumolero	13:32,111		ITA-4
29	Ethan Cepuran	13:32,689	R7	USA-2
30	Fridtjof Petzold	13:34,745		GER-3
31	Sverre Lunde Pedersen	13:35,217	R4	NOR-1
32	Felix Maly	13:36,283		GER-4
33	Sigurd Henriksen	13:36,496	R8	NOR-2
34	Shen Hanyang	13:37,152		CHN-1
35	Takahiro Ito	13:38,410		JPN-5
36	Lee Seung-hoon	13:40,453		KOR-1
37	Hallgeir Engebråten	13:41,065		NOR-3
38	Chung Jae-won	13:42,238		KOR-2
39	Szymon Palka	13:46,397		POL-1
40	Yahor Damaratski	13:53,289		BLR-1

Mannen massastart[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 24 schaatsers, met een maximum van 2 per NOC, verdienen een quotaplek voor hun land op de massastart. De volgende 8 schaatsers komen op de reservelijst. Er kunnen op de Olympische Spelen maximaal 6 schaatsers uit de reservelijst worden toegevoegd, mits zij zich reeds hebben gekwalificeerd op een andere afstand en dus geen extra quotaplek innemen. Er zal prioriteit worden gegeven aan schaatsers uit landen, die nog geen quotaplek hebben op de massastart.

Na alle 3 de wedstrijden^[12]

Pos.	Schaatser	TOM HF	TOM F	SLC HF	SLC F	CGY HF	CGY F	Punten	Noot	NOC
1	Bart Swings	54	76	54	120	60	108	472	Q	BEL-1
2	Roeslan Zacharov	38	108	43	96	60	80	425	Q	RUS-1
3	Andrea Giovannini	48	86	34	80	54	86	388	Q	ITA-1
4	Chung Jae-won	54	72	48	86	40	76	376	Q	KOR-1
5	Lee Seung-hoon	43	0	60	60	43	60	266	Q	KOR-2
6	Ian Quinn	60	64	32		48	58	262	Q	USA-1
7	Livio Wenger	48	80	54	68			250	Q	SUI-1
8	Joey Mantia	60	58	60	62			240	Q	USA-2
9	Antoine Gélinas-Beaulieu	32		40	72	25	64	233	Q	CAN-1
10	Kristian Ulekleiv	40	62	28		43	56	229	Q	NOR-1
11	Jorrit Bergsma	43	68	40	76			227	Q	NED-1
12	Stefan Due Schmidt	25		38	64	38	62	227	Q	DEN-1
13	Jordan Belchos	26		36	56	36	68	222	Q	CAN-2
14	Bart Hoolwerf	29		32		40	120	221	Q	NED-2
15	Viktor Hald Thorup	31		48	108	28		215	Q	DEN-2
16	Odin By Farstad	23		43	58	38	50	212	Q	NOR-2
17	Masahito Obayashi	38	120	29				187	Q	JPN-1
18	Felix Rijhnen	27		25		36	96	184	Q	GER-1
19	Zbigniew Bródka	36	96	22		18		172	Q	POL-1
20	Artur Janicki	28		30		34	72	164	Q	POL-2
21	Danila Semerikov	32		38	52	29		151	Q	RUS-2
22	Dmitri Morozov	34	60	26		30		150	Q	KAZ-1
23	Gabriel Odor	23		34	54	31		142	Q	AUT-1
24	Yahor Damaratski	30		36	50	23		139	R1	BLR-1
25	Ning Zhongyan					54	54	108	QH	CHN-1
26	Jordan Stolz					48	52	100		USA-3
27	Tai Wei-lin	36	0	31		23		90	R2	TPE-1
28	Haralds Silovs	27		31		32		90	R3	LAT-1
29	Timothy Loubineaud	30		30		30		90	R4	FRA-1
30	Lukás Steklý	40	0	24		25		89	R5	CZE-1
31	Peter Michael	29		27		28		84	R6	NZE-1
32	Kars Jansman					34	48	82		NED-3
33	German Tirado	32		18		31		81	R7	COL-1
34	Mathieu Belloir	28		26		27		81	R8	FRA-2
35	Diogo Marreiros	25		28		27		80		POR-1
36	Evgeniy Bolgov	34	0	20		21		75		BLR-2
37	Kierryn Hughes	24		25		22		71		NZE-2
38	Kahanbai Alemasi	22		29		19		70		CHN-2
39	Oliver Grob	21		19		24		64		SUI-2
40	Botond Bejczi	19		21		24		64		HUN-1

Mannen ploegenachtervolging[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top zes landen verdienen een quotaplek voor de ploegenachtervolging.

Na alle 3 de wedstrijden^[13]

Pos.	Land	TOM	SLC	CGY	Punten	Noot
1	Verenigde Staten	72	120	120	312	Q
2	Noorwegen	86	108	108	302	Q
3	Canada	108	80	96	284	Q
4	Nederland	120	76	72	268	Q
5	Italië	76	96	80	252	Q
6	China	80	86	76	242	Q
7	Nieuw-Zeeland	72	72	68	212
8	Denemarken	63	63	67	193
9	Polen	67	58	63	188
10	Zuid-Korea	58	67	54	179
11	Japan	96	0	72	168
12	Duitsland	52	56	58	166
13	Russische ploeg	0	72	86	158
14	Wit-Rusland	0	54	56	110
15	Kazachstan	56			56
16	Zwitserland	54			54

Tijdranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 2 landen die niet gekwalificeerd zijn via de puntenranking, verdienen een quotaplek. De top 3 ongekwalificeerde landen vormen de reservelijst.

Na alle 3 de wedstrijden^[14]

Pos.	Land	Beste tijd	Noot
1	Verenigde Staten	3:34,473	PQ
2	Russische ploeg	3:35,904	Q
3	Noorwegen	3:36,242	PQ
4	Italië	3:37,989	PQ
5	Canada	3:38,604	PQ
6	China	3:38,930	PQ
7	Nederland	3:39,796	PQ
8	Zuid-Korea	3:40,221	Q
9	Japan	3:40,634	R1
10	Denemarken	3:40,880	R2
11	Polen	3:41,587	R3
12	Duitsland	3:44,607
13	Nieuw-Zeeland	3:46,560
14	Wit-Rusland	3:47,514
15	Kazachstan	3:57,516
16	Zwitserland	3:58,803

Vrouwen 500m[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 20 atleten, met een maximum van 3 per NOC, verdienen een startquota voor hun land.

Na alle 8 de wedstrijden^[15]

Pos.	Schaatsster	TOM 1	TOM 2	SOR 1	SOR 2	SLC 1	SLC 2	CGY 1	CGY 2	Punten	Noot	NOC
1	Erin Jackson	60	60	60	54	60	38	40	48	420	Q	USA-1
2	Angelina Golikova	43	54	43	48	54	54	48	60	404	Q	RUS-1
3	Nao Kodaira	54	48	54	60	38	34	54	54	396	Q	JPN-1
4	Olga Fatkoelina	48	32	40	40	40	48	60		308	Q	RUS-2
5	Andżelika Wójcik	28	30	32	27	43	60	43	43	306	Q	POL-1
6	Kaja Ziomek	40	28	48	38	25	29	32	40	280	Q	POL-2
7	Tian Ruining	36	40	27	30	34	36	38	38	279	Q	CHN-1
8	Darja Katsjanova	31	38	38	36	31	40	34		248	Q	RUS-3
9	Kim Min-sun	25	24	28	31	30	28	36	34	236	Q	KOR-1
10	Anna Nifontova	32	43	30	24	22	27	29	27	234	Q	BLR-1
11	Arisa Go	28	36	25	22	27	30	31	32	231	Q	JPN-2
12	Kimi Goetz	24	26	28	28	34	32	25	30	227	Q	USA-2
13	Femke Kok	30	34	29	32	48	43			216	Q	NED-1
14	Michelle de Jong	12	28	26	34	28	25	30	29	212	Q	NED-2
15	Dione Voskamp	21	27	24	23	28	26	28	28	205	Q	NED-3
16	Jutta Leerdam	29	29	36	43	36	21			194		NED-4
17	Jin Jingzhu	38	25	31	29	26	31			180	Q	CHN-2
18	Maki Tsuji	26	23	21	21	15	21	27	23	177	Q	JPN-3
19	Brooklyn McDougall	24	21	13	28	23	22	21	22	174	Q	CAN-1
20	Kristina Silaeva	13	21	23	14	14	24	24	36	169		RUS-4
21	Heather McLean	27	22	24	26	10	12	15	24	160	Q	CAN-2
22	Marsha Hudey	22	17	21	25	24	24	23	0	156	Q	CAN-3
23	Brittany Bowe	34	31	34				24	31	154
24	Marrit Fledderus	17	24	22	16	13	17	16	26	151		NED-5
25	Jekaterina Ajdova	15	16	11	0	16	28	26	28	140
26	Kako Yamane	21	12	15	21	24	13		24	130		JPN-5
27	Huang Yu-ting	11	14	14	24	21	16	12	16	128
28	Zhang Lina	16	13	9	9	21	23	17	17	125
29	Kaylin Irvine	14	15	12	15	11	11	21	25	124
30	Julie Nistad Samsonsen	7	8	8	11	13	14	10	13	84

Tijdranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 10 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking en waarvan het betreffende NOC nog geen 3 quotaplekken heeft behaald, verdienen een quotaplek voor hun land. NOC's die hun 3e quotaplek op basis van de tijdranking behalen (tussen plek 21-30) worden in de voorlopige quotaverdeling op de reservelijst geplaatst in volgorde van tijdsnelsten. De top 8 ongekwalificeerde atleten worden tevens toegevoegd aan de reservelijst.

Na alle 8 de wedstrijden^[7]

Pos.	Schaatsster	Beste tijd	Noot	NOC
1	Angelina Golikova	36,669	PQ
2	Olga Fatkoelina	36,726	PQ
3	Nao Kodaira	36,764	PQ
4	Andżelika Wójcik	36,775	PQ
5	Erin Jackson	36,809	PQ
6	Femke Kok	36,962	PQ
7	Darja Katsjanova	36,986	PQ
8	Tian Ruining	37,035	PQ
9	Kaja Ziomek	37,083	PQ
10	Kristina Silaeva	37,204		RUS-4
11	Kim Min-sun	37,205	PQ
12	Jutta Leerdam	37,226		NED-4
13	Kimi Goetz	37,251	PQ
14	Jin Jingzhu	37,290	PQ
15	Miho Takagi	37,299		JPN-4
16	Arisa Go	37,323	PQ
17	Brittany Bowe	37,395	R5	USA-3
18	Vanessa Herzog	37,461	Q	AUT-1
19	Michelle de Jong	37,523	PQ
20	Jekaterina Ajdova	37,558	Q
21	Anna Nifontova	37,563	PQ
22	Dione Voskamp	37,574	PQ
23	Kako Yamane	37,757		JPN-5
24	Maki Tsuji	37,813	PQ
25	Marsha Hudey	37,843	PQ
26	Marrit Fledderus	37,868		NED-5
27	Huang Yu-ting	37,878	Q	TPE-1
28	Letitia de Jong	37,926		NED-6
29	Karolina Bosiek	37,928	R6	POL-3
30	Julie Nistad Samsonsen	37,943	Q	NOR-1
31	Zhang Lina	37,981	R7	CHN-3
32	Kaylin Irvine	38,007		CAN-4
33	Rio Yamada	38,053		JPN-6
34	Brooklyn McDougall	38,074	PQ
35	Heather McLean	38,086	PQ
36	Nikola Zdráhalová	38,108	Q	CZE-1
37	Martine Ripsrud	38,120	Q	NOR-2
38	Elizaveta Agafoshina	38,214		RUS-5
39	Sarah Warren	38,247		USA-4
40	Pei Chong	38,247		CHN-4
41	Femke Beuling	38,298		NED-7
42	Sophie Warmuth	38,349	Q	GER-1
43	Maria Victoria Rodriguez	38,354	R1	ARG-1
44	Kim Hyun-yung	38,366	R8	KOR-2
45	Mihaela Hogaș	38,377	R2	ROU-1
46	Park Chae-eun	38,653	R9	KOR-3
47	Brianna Bocox	38,653		USA-5
48	Sandrine Tas	38,667	R3	BEL-1
49	Jekaterina Sloeva	38,878	R10	BLR-2
50	Ellia Smeding	38,985	R4	GBR-1
51	Maddison Pearman	39,102		CAN-5
52	Lea-Sophie Scholz	39,170	R11	GER-2
53	Natalia Czerwonka	39,275		POL-4
54	Stien Vanhoutte	39,278		BEL-2
55	Li Qishi	39,322		CHN-5
56	Carolina Hiller	39,385		CAN-6
57	Bianca Stănică	39,559		ROU-2
58	Natalia Jabrzyk	39,610		POL-5
59	Anna Ostlender	39,642		GER-3
60	Vera Güntert	39,687		SUI-1

Vrouwen 1000m[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 20 atleten, met een maximum van 3 per NOC, verdienen een startquota voor hun land.

Na alle 4 de wedstrijden^[16]

Pos.	Schaatsster	TOM	SOR	SLC	CGY	Punten	Noot	NOC
1	Brittany Bowe	60	60	48	54	222	Q	USA-1
2	Nao Kodaira	48	48	36	60	192	Q	JPN-1
3	Miho Takagi	54	54	60		168	Q	JPN-2
4	Angelina Golikova	43	25	43	43	154	Q	RUS-1
5	Darja Katsjanova	30	38	38	36	142	Q	RUS-2
6	Li Qishi	34	36	29	40	139	Q	CHN-1
7	Jelizaveta Goloebeva	32	40	28	38	138	Q	RUS-3
8	Jutta Leerdam	40	43	54		137	Q	NED-1
9	Kimi Goetz	29	34	34	34	131	Q	USA-2
10	Jekaterina Ajdova	28	28	30	32	118	Q	KAZ-1
11	Andżelika Wójcik	27	30	26	29	112	Q	POL-1
12	Olga Fatkoelina	0	31	28	48	107		RUS-4
13	Ireen Wüst	38	32	32		102	Q	NED-2
14	Karolina Bosiek	28	22	24	28	102	Q	POL-2
15	Han Mei	24	26	23	26	99	Q	CHN-2
16	Huang Yu-ting	15	21	31	31	98	Q	TPE-1
17	Nikola Zdráhalová	21	23	22	30	96	Q	CZE-1
18	Femke Kok	31	24	40		95	Q	NED-3
19	Kim Hyun-yung	24	29	21	21	95	Q	KOR-1
20	Lotte van Beek		28	27	27	82		NED-4
21	Jin Jingzhu	25	27	25		77	Q	CHN-3
22	Kim Min-sun	17	14	17	24	72	Q	KOR-2
23	Yin Qi	14	13	16	28	71		CHN-4
24	Valérie Maltais	26	21		23	70
25	Natalia Czerwonka	13	16	11	24	64
26	Rio Yamada		15	24	22	61
27	Maddison Pearman	12	11	14	12	49
28	Marrit Fledderus	23	6	12	6	47		NED-6
29	Kaja Ziomek		17	6	21	44
30	Kaylin Irvine	22	3	3	13	41

Tijdranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 10 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking en waarvan het betreffende NOC nog geen 3 quotaplekken heeft behaald, verdienen een quotaplek voor hun land. NOC's die hun 3e quotaplek op basis van de tijdranking behalen (tussen plek 21-30) worden in de voorlopige quotaverdeling op de reservelijst geplaatst in volgorde van tijdsnelsten. De top 8 ongekwalificeerde atleten worden tevens toegevoegd aan de reservelijst.

Na alle 4 de wedstrijden^[7]

Pos.	Schaatsster	Beste tijd	Noot	NOC
1	Miho Takagi	1:11,834	PQ
2	Jutta Leerdam	1:12,254	PQ
3	Nao Kodaira	1:12,510	PQ
4	Brittany Bowe	1:12,543	PQ
5	Angelina Golikova	1:12,777	PQ
6	Femke Kok	1:12,878	PQ
7	Darja Katsjanova	1:12,915	PQ
8	Kimi Goetz	1:12,992	PQ
9	Olga Fatkoelina	1:13,013		RUS-4
10	Li Qishi	1:13,272	PQ
11	Ireen Wüst	1:13,393	PQ
12	Huang Yu-ting	1:13,448	PQ
13	Jelizaveta Goloebeva	1:13,454	PQ
14	Jekaterina Ajdova	1:13,467	PQ
15	Nikola Zdráhalová	1:13,836	PQ
16	Rio Yamada	1:13,926	R6	JPN-3
17	Lotte van Beek	1:13,931		NED-4
18	Andżelika Wójcik	1:14,091	PQ
19	Jin Jingzhu	1:14,112	PQ
20	Ragne Wiklund	1:14,118	Q	NOR-1
21	Kim Min-sun	1:14,162	PQ
22	Yin Qi	1:14,432		CHN-4
23	Vanessa Herzog	1:14,465	Q	AUT-1
24	Karolina Bosiek	1:14,564	PQ
25	Maddison Pearman	1:14,674	Q	CAN-1
26	Han Mei	1:14,697	PQ
27	Natalia Czerwonka	1:14,861	R7	POL-3
28	Letitia de Jong	1:14,869		NED-5
29	Kaja Ziomek	1:14,885		POL-4
30	Anna Nifontova	1:14,921	Q	BLR-1
31	Nadezhda Morozova	1:14,925	Q	KAZ-2
32	Marrit Fledderus	1:14,954		NED-6
33	Jekaterina Sloeva	1:15,072	Q	BLR-2
34	Tian Ruining	1:15,161		CHN-5
35	Valérie Maltais	1:15,222	Q	CAN-2
36	Elizaveta Agafoshina	1:15,271		RUS-5
37	Alexa Scott	1:15,293	R8	CAN-3
38	Brianna Bocox	1:15,332	R9	USA-3
39	Dione Voskamp	1:15,371		NED-7
40	Kaylin Irvine	1:15,436		CAN-4
41	Kako Yamane	1:15,466		JPN-4
42	Kim Hyun-yung	1:15,596	PQ
43	Lea-Sophie Scholz	1:15,696	R1	GER-1
44	Kaitlyn McGregor	1:15,783	R2	SUI-1
45	Ellia Smeding	1:15,816	R3	GBR-1
46	Erin Jackson	1:15,847		USA-4
47	Park Ji-woo	1:15,922	R10	KOR-3
48	Martine Ripsrud	1:16,174	R11	NOR-2
49	Mihaela Hogaș	1:16,195	R4	ROU-1
50	Sandrine Tas	1:16,467	R5	BEL-1
51	Antoinette de Jong	1:16,504		NED-8
52	Femke Beuling	1:16,558		NED-9
53	Maki Tsuji	1:16,587		JPN-5
54	Natalia Jabrzyk	1:16,639		POL-5
55	Rin Kosaka	1:16,719		JPN-6
56	Nana Takagi	1:16,811		JPN-7
57	Maria Victoria Rodriguez	1:16,995		ARG-1
58	Julie Nistad Samsonsen	1:17,099		NOR-3
59	Brooklyn McDougall	1:17,255		CAN-5
60	Sophie Warmuth	1:17,387		GER-2

Vrouwen 1500m[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 20 atleten, met een maximum van 3 per NOC, verdienen een startquota voor hun land.

Na alle 4 de wedstrijden^[17]

Pos.	Schaatsster	TOM	SOR	SLC	CGY	Punten	Noot	NOC
1	Ayano Sato	38	48	54	48	188	Q	JPN-1
2	Brittany Bowe	54	36	34	60	184	Q	USA-1
3	Miho Takagi	60	60	60		180	Q	JPN-2
4	Jelizaveta Goloebeva	31	38	40	40	149	Q	RUS-1
5	Francesca Lollobrigida	40	32	36	38	146	Q	ITA-1
6	Ragne Wiklund	29	40	30	43	142	Q	NOR-1
7	Ireen Wüst	43	54	43		140	Q	NED-1
8	Nadezhda Morozova	48	31	32	29	140	Q	KAZ-1
9	Antoinette de Jong	36	43	48		127	Q	NED-2
10	Han Mei	32	30	27	36	125	Q	CHN-1
11	Ivanie Blondin	30	27	28	34	119	Q	CAN-1
12	Nana Takagi		28	31	54	113	Q	JPN-3
13	Isabelle Weidemann	28	28	26	30	112	Q	CAN-2
14	Misaki Oshigiri	27	29	29	27	112		JPN-4
15	Irene Schouten	34	34	38		106	Q	NED-3
16	Nikola Zdráhalová	21	26	24	32	103	Q	CZE-1
17	Natalia Czerwonka	28	25	24	25	102	Q	POL-1
18	Jelena Jeranina	26	24	23	23	96	Q	RUS-2
19	Li Qishi	23	12	21	31	87	Q	CHN-2
20	Jekaterina Ajdova	24	22	10	26	82	Q	KAZ-2
21	Yin Qi	16	17	17	28	78	Q	CHN-3
22	Karolina Bosiek	25	23	8	21	77
23	Darja Katsjanova	24	21		22	67
24	Maddison Pearman	15	10	14	24	63
25	Jorien ter Mors	17	24	22		63
26	Jevgenia Lalenkova			25	28	53
27	Alexa Scott	13	15	11	11	50
28	Mia Kilburg-Manganello	14	5	12	15	46
29	Marijke Groenewoud	12	14	16		42
30	Jelena Sochrjakova	11	9	7	12	39

Tijdranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 10 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking en waarvan het betreffende NOC nog geen 3 quotaplekken heeft behaald, verdienen een quotaplek voor hun land. NOC's die hun 3e quotaplek op basis van de tijdranking behalen (tussen plek 21-30) worden in de voorlopige quotaverdeling op de reservelijst geplaatst in volgorde van tijdsnelsten. De top 8 ongekwalificeerde atleten worden tevens toegevoegd aan de reservelijst.

Na alle 4 de wedstrijden^[7]

Pos.	Schaatsster	Beste tijd	Noot	NOC
1	Miho Takagi	1:49,990	PQ
2	Ayano Sato	1:51,468	PQ
3	Antoinette de Jong	1:51,722	PQ
4	Brittany Bowe	1:52,054	PQ
5	Nana Takagi	1:52,063	PQ
6	Ireen Wüst	1:52,105	PQ
7	Jelizaveta Goloebeva	1:52,109	PQ
8	Irene Schouten	1:52,128	PQ
9	Francesca Lollobrigida	1:52,238	PQ
10	Nadezhda Morozova	1:52,418	PQ
11	Ragne Wiklund	1:52,476	PQ
12	Nao Kodaira	1:52,670		JPN-5
13	Misaki Oshigiri	1:53,029		JPN-4
14	Han Mei	1:53,095	PQ
15	Ivanie Blondin	1:53,096	PQ
16	Jevgenia Lalenkova	1:53,291	R4	RUS-3
17	Nikola Zdráhalová	1:53,476	PQ
18	Joy Beune	1:53,505		NED-4
19	Lotte van Beek	1:53,894		NED-5
20	Isabelle Weidemann	1:54,026	PQ
21	Li Qishi	1:54,073	PQ
22	Yin Qi	1:54,263	PQ
23	Marijke Groenewoud	1:54,505		NED-6
24	Kimi Goetz	1:54,533	Q	USA-2
25	Natalia Czerwonka	1:54,688	PQ
26	Jekaterina Ajdova	1:54,697	PQ
27	Jelena Jeranina	1:54,756	PQ
28	Maddison Pearman	1:54,989	R5	CAN-3
29	Jorien ter Mors	1:55,071		NED-7
30	Jekaterina Sloeva	1:55,092	Q	BLR-1
31	Mia Kilburg-Manganello	1:55,334	R6	USA-3
32	Alexa Scott	1:55,348		CAN-4
33	Valérie Maltais	1:55,375		CAN-5
34	Reina Anema	1:56,117		NED-8
35	Leia Behlau	1:56,171	Q	GER-1
36	Tao Jiaying	1:56,250		CHN-4
37	Jelena Sochrjakova	1:56,374		RUS-4
38	Karolina Bosiek	1:56,455	Q	POL-2
39	Darja Katsjanova	1:56,670		RUS-5
40	Ahenaer Adake	1:56,935		CHN-5
41	Rin Kosaka	1:57,102		JPN-6
42	Marina Zoejeva	1:57,160	Q	BLR-2
43	Huang Yu-ting	1:57,176	Q	TPE-1
44	Sofie Karoline Haugen	1:57,279	Q	NOR-2
45	Kaitlyn McGregor	1:57,420	R1	SUI-1
46	Ellia Smeding	1:57,624	R2	GBR-1
47	Momoka Horikawa	1:57,890		JPN-7
48	Michelle Uhrig	1:58,136	R7	GER-2
49	Lea-Sophie Scholz	1:58,204	R8	GER-3
50	Brianna Bocox	1:58,302		USA-4
51	Sandrine Tas	1:58,559	R3	BEL-1
52	Anastasija Grigorjeva	1:58,701		RUS-6
53	Magdalena Czyszczoń	1:58,905	R9	POL-3
54	Noemi Bonazza	1:59,098	R10	ITA-2
55	Zuzana Kursová	1:59,802	R11	CZE-2
56	Sanne in 't Hof	1:59,946		NED-9
57	Stien Vanhoutte	1:59,953		BEL-2
58	Marit Fjelanger Bøhm	2:00,750		NOR-3
59	Park Ji-woo	2:00,831		KOR-1
60	Natálie Kerschbaummayr	2:01,286		AUT-1

Vrouwen 3000m en 5000m[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De kwalificatie voor de 3000 en 5000 meter op basis van punten, wordt bepaald op basis van de gecombineerde ranking 3000/5000m. De top 14 schaatsers, met een maximum van 3 per NOC, verdienen een quota voor hun land op de 3000m. De top 8 schaatsers, met een maximum van 2 per NOC, verdienen een quota voor hun land op de 5000m.

Na alle 4 de wedstrijden^[18]

Pos.	Schaatsster	TOM	SOR	SLC	CGY	Punten	Noot	NOC
1	Isabelle Weidemann	54	54	43	54	205	Q	CAN-1
2	Ragne Wiklund	43	48	48	43	182	Q	NOR-1
3	Irene Schouten	60	60	60		180	Q	NED-1
4	Francesca Lollobrigida	48	38	34	60	180	Q	ITA-1
5	Martina Sáblíková	38	43	40	48	169	Q	CZE-1
6	Joy Beune	40	30	36	36	142	Q	NED-2
7	Ivanie Blondin	34	40	38	27	139	Q	CAN-2
8	Natalya Voronina	32	34	32	34	132	Q	RUS-1
9	Valérie Maltais	29	29	31	38	127	q	CAN-3
10	Antoinette de Jong	36	36	54		126	q	NED-3
11	Marina Zoejeva	30	31	30	32	123	q	BLR-1
12	Misaki Oshigiri	32	32	26	31	121	q	JPN-1
13	Ayano Sato	31	29	28	30	118	q	JPN-2
14	Carlijn Achtereekte	26	36	27	28	117		NED-4
15	Han Mei	25	24	28	29	106	q	CHN-1
16	Nadezhda Morozova	28	21	29	25	103
17	Sanne in 't Hof	20	32	25	21	98
18	Jevgenia Lalenkova	27		25	40	92
19	Nikola Zdráhalová	28	19	8	28	83
20	Claudia Pechstein	25	22	12	20	79

Tijdranking 3000m[bewerken | brontekst bewerken]

De top 6 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking en waarvan het betreffende NOC nog geen 3 quotaplekken heeft behaald, verdienen een quotaplek voor hun land. NOC's die hun 3e quotaplek op basis van de tijdranking behalen (tussen plek 21-30) worden in de voorlopige quotaverdeling op de reservelijst geplaatst in volgorde van tijdsnelsten. De top 8 ongekwalificeerde atleten worden tevens toegevoegd aan de reservelijst.

Na alle 3 de wedstrijden^[7]

Pos.	Schaatsster	Beste tijd	Noot	NOC
1	Irene Schouten	3:52,899	PQ
2	Francesca Lollobrigida	3:54,437	PQ
3	Antoinette de Jong	3:55,194	PQ
4	Isabelle Weidemann	3:55,334	PQ
5	Miho Takagi	3:55,450	R4	JPN-3
6	Martina Sáblíková	3:55,500	PQ
7	Ragne Wiklund	3:55,519	PQ
8	Ivanie Blondin	3:56,887	PQ
9	Joy Beune	3:57,093	PQ
10	Nana Takagi	3:57,812		JPN-4
11	Jevgenia Lalenkova	3:57,876	Q	RUS-2
12	Han Mei	3:58,760	PQ
13	Natalia Voronina	3:59,032	PQ
14	Valérie Maltais	3:59,223	PQ
15	Marina Zoejeva	3:59,228	PQ
16	Nadezhda Morozova	3:59,647	Q	KAZ-1
17	Nikola Zdráhalová	3:59,664	Q	CZE-2
18	Ayano Sato	3:59,795	PQ
19	Carlijn Achtereekte	4:00,381		NED-4
20	Misaki Oshigiri	4:00,948	PQ
21	Sanne in 't Hof	4:01,671		NED-5
22	Jelena Sochrjakova	4:02,321	R5	RUS-3
23	Sofie Karoline Haugen	4:02,662	R6	NOR-2
24	Mia Kilburg-Manganello	4:02,914	R1	USA-1
25	Claudia Pechstein	4:03,695	R2	GER-1
26	Ahenaer Adake	4:04,147	QH	CHN-2
27	Natalia Czerwonka	4:04,222	R3	POL-1
28	Jekaterina Sloeva	4:04,685	R7	BLR-2
29	Momoka Horikawa	4:04,751		JPN-5
30	Reina Anema	4:05,239		NED-6
31	Magdalena Czyszczoń	4:05,328	R8	POL-2
32	Noemi Bonazza	4:05,967	R9	ITA-2
33	Leia Behlau	4:06,185	R10	GER-2
34	Yin Qi	4:06,609		CHN-3
35	Marit Fjelanger Bøhm	4:06,692		NOR-3
36	Dessie Weigel	4:06,857		USA-2
37	Nene Sakai	4:07,448		JPN-6
38	Tao Jiaying	4:08,423		CHN-4
39	Anastasija Grigorjeva	4:08,434		RUS-4
40	Alexa Scott	4:08,474		CAN-4

Tijdranking 5000m[bewerken | brontekst bewerken]

De top 4 atleten die zich niet reeds hebben gekwalificeerd via de puntenranking, met een maximum van 2 per NOC, verdienen een quotaplek voor hun land. De top 8 ongekwalificeerde atleten vormen de reservelijst.

Na de enige race die is gehouden^[7]

Pos.	Schaatsster	Beste tijd	Noot	NOC
1	Irene Schouten	6:52,837	PQ
2	Isabelle Weidemann	6:54,953	PQ
3	Ragne Wiklund	6:56,469	PQ
4	Martina Sáblíková	7:00,794	PQ
5	Carlijn Achtereekte	7:01,913		NED-3
6	Ivanie Blondin	7:02,978	PQ
7	Sanne in 't Hof	7:03,852		NED-4
8	Francesca Lollobrigida	7:04,956	PQ
9	Antoinette de Jong	7:05,235		NED-5
10	Natalya Voronina	7:06,634	PQ
11	Valérie Maltais	7:07,489		CAN-3
12	Miho Takagi	7:07,809	Q	JPN-1
13	Misaki Oshigiri	7:08,052	Q	JPN-2
14	Marina Zoejeva	7:09,102	Q	BLR-2
15	Han Mei	7:09,580	Q	CHN-1
16	Joy Beune	7:10,378	PQ
17	Magdalena Czyszczoń	7:10,456	R1	POL-1
18	Claudia Pechstein	7:10,778	R2	GER-1
19	Nadezhda Morozova	7:11,062	R3	KAZ-1
20	Momoka Horikawa	7:11,278		JPN-3
21	Nikola Zdráhalová	7:12,898	R5	CZE-2
22	Ahenaer Adake	7:12,969	R6	CHN-2
23	Nene Sakai	7:14,462		JPN-4
24	Ayano Sato	7:15,439		JPN-5
25	Jelena Sochrjakova	7:16,124	R7	RUS-2
26	Sofie Karoline Haugen	7:18,945	R8	NOR-2
27	Jelena Jeranina	7:22,278		RUS-3
28	Maria Lamb	7:24,881	R4	USA-1
29	Tao Jiaying	7:26,035		CHN-3
30	Michelle Uhrig	7:28,214		GER-2
31	Josie Hofmann	7:30,613		GER-3
32	Jamie Jurak	7:34,334		USA-2
33	Anna Kovaleva	7:36,154		BLR-2
34	Victoria Stirnemann	7:37,357		GER-4
35	Kim Bo-reum	7:37,709		KOR-1

Vrouwen massastart[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 24 schaatssters, met een maximum van 2 per NOC, verdienen een quotaplek voor hun land op de massastart. De volgende 8 schaatssters komen op de reservelijst. Er kunnen op de Olympische Spelen maximaal 6 schaatssters van de reservelijst worden toegevoegd, mits zij zich reeds hebben gekwalificeerd op een andere afstand en dus geen extra quotaplek innemen. Er zal prioriteit worden gegeven aan schaatssters uit landen, die nog geen quotaplek hebben op de massastart.

Na alle 3 de wedstrijden^[19]

Pos.	Schaatsster	TOM SF	TOM F	SLC SF	SLC F	CGY SF	CGY F	Punten	Noot	NOC
1	Ivanie Blondin	54	108	54	120	48	108	492	Q	CAN-1
2	Francesca Lollobrigida	48	96	54	80	60	120	458	Q	ITA-1
3	Guo Dan	38	72	38	76	48	86	358	Q	CHN-1
4	Jelizaveta Goloebeva	54	60	48	44	54	96	356	Q	RUS-1
5	Mia Kilburg-Manganello	40	64	48	64	43	80	339	Q	USA-1
6	Irene Schouten	60	120	60	86			326	Q	NED-1
7	Marijke Groenewoud	60	86	60	108			314	Q	NED-2
8	Kim Bo-reum	43	76	43	58	40	46	306	Q	KOR-1
9	Park Ji-woo	48	58	43	52	40	56	297	Q	KOR-2
10	Valérie Maltais	36	56	36	56	34	72	290	Q	CAN-2
11	Michelle Uhrig	32		40	68	54	68	262	Q	GER-1
12	Marina Zoejeva	34	80	34	72	30		250	Q	BLR-1
13	Rin Kosaka	34	68	25		34	76	237	Q	JPN-1
14	Sofie Karoline Haugen	28		23	96	38	48	233	Q	NOR-1
15	Nadezhda Morozova	38	50	32		60	50	230	Q	KAZ-1
16	Li Qishi	43	62	0		43	64	212	Q	CHN-2
17	Claudia Pechstein	26		36	60	30	60	212	Q	GER-2
18	Dessie Weigel	40	52	38	50	32		212	Q	USA-2
19	Karolina Bosiek	36	54	30	54	26		200	Q	POL-1
20	Momoka Horikawa	32		40	62	32		166	Q	JPN-2
21	Nikola Zdráhalová	31		29		36	62	158	Q	CZE-1
22	Sandrine Tas	31		34	48	29		142	Q	BEL-1
23	Laura Isabel Gomez Quintero	27		24		28	54	133	Q	COL-1
24	Nadja Wenger	29		25	46	0		100	Q	SUI-1
25	Evelien Vijn					36	58	94		NED-3
26	Robin Groot					38	52	90		NED-4
27	Gemma Cooper	27		31		28		86	R1	GBR-1
28	Jelena Jeranina	30		31		23		84	R4	RUS-2
29	Yauheniya Varabyova	25		28		31		84	R5	BLR-2
30	Natalia Jabrzyk	30		24		29		83	R6	POL-2
31	Marit Fjelanger Bøhm	28		29		25		82	R7	NOR-2
32	Zuzana Kursová	29		27		25		81	R8	CZE-2
33	Katharina Thien	24		26		27		77	R2	AUT-1
34	Zul Altan-Ochir	24		22		26		72	R3	MGL-1
35	Ramona Härdi			30		31		61		SUI-2
36	Noemi Bonazza	25		32		0		57		ITA-2
37	Natálie Kerschbaummayr			28		24		52		AUT-2
38	Ainoa Carreño					27		27		ESP-1
39	Ranya Ezzi			27				27		SWE-1
40	Huang Yu-ting			26				26		TPE-1

Vrouwen ploegenachtervolging[bewerken | brontekst bewerken]

Puntenranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top zes landen verdienen een quotaplek voor de ploegenachtervolging.

Na alle 3 de wedstrijden^[20]

Pos.	Land	TOM	SLC	CGY	Punten	Noot
1	Canada	120	120	120	360	Q
2	Japan	108	68	108	284	Q
3	Nederland	96	108	76	280	Q
4	Russische ploeg	80	96	86	262	Q
5	Noorwegen	76	86	80	242	Q
6	Polen	86	80	72	238	Q
7	Wit-Rusland	72	76	68	216
8	Verenigde Staten	72	72	63	207
9	Duitsland	63	67	72	202
10	Zwitserland	67	63	67	197
11	China	0	72	96	168

Tijdranking[bewerken | brontekst bewerken]

De top 2 landen die niet gekwalificeerd zijn via de puntenranking, verdienen een quotaplek. De top 3 ongekwalificeerde landen vormen de reservelijst.

Na alle 3 de wedstrijden^[7]

Pos.	Land	Beste tijd	Noot
1	Canada	2:52,067	PQ
2	Nederland	2:52,692	PQ
3	Japan	2:52,892	PQ
4	Rusland	2:56,220	PQ
5	Noorwegen	2:56,794	PQ
6	Polen	2:58,263	PQ
7	China	2:58,310	Q
8	Wit-Rusland	2:58,601	Q
9	Duitsland	3:02,068	R1
10	Zwitserland	3:03,666	R2
11	Verenigde Staten	3:07,503	R3

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Olympisch kwalificatietoernooi schaatsen Nederland 2022

Bronnen, noten en/of referenties

↑ (en) International Skating Union, Qualification Systems for XXIV Olympic Winter Games, Beijing 2022 (18 november 2020). Geraadpleegd op 13 november 2021.
↑ (en) International Skating Union, Communication No. 2405 Qualifying competitions and qualifying times for Speed Skating events at the 2022 Olympic Winter Games. www.isu.org (1 juli 2021). Geraadpleegd op 6 september 2021.
↑ (en) Communication No. 2452 XXIV Olympic Winter Games 2022 Beijing. ISU (24 januari 2022). Geraadpleegd op 26 januari 2022.
↑ (en) Number of Entries by NOC. Beijing 2022 (30 januari 2022). Gearchiveerd op 5 februari 2022. Geraadpleegd op 15 februari 2022.
↑ (en) Communication No. 2449 - XXIV Olympic Winter Games 2022 Beijing - Entries Speed Skating. ISU (22 december 2021). Geraadpleegd op 29 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 500m Men. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.
↑ ^a ^b ^c ^d ^e ^f ^g ^h ⁱ ^j ^k (en) International Skating Union, Provisional Special Olympic Qualification Classification for allocation of Quota places for Olympic Winter Games 2022. www.isu.org (5 december 2021). Gearchiveerd op 6 december 2021. Geraadpleegd op 5 december 2021.
↑ (en) Special Olympic Qualification Classification for allocation of Quota places for Olympic Winter Games 2022 (pdf). UCI. Geraadpleegd op 29 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 1000m Men. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 1500m Men. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Long Distances Men. www.isu.org (10 december 2021). Geraadpleegd op 10 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Mass Start Men. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Team Men. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup ploegenachtervolging Men. www.isu.org (15 november 2021). Geraadpleegd op 15 november 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 500m Women. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 1000m Women. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 1500m Women. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Long Distances Women. www.isu.org (10 december 2021). Geraadpleegd op 10 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Mass Start Women. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.
↑ (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup ploegenachtervolging Women. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.

[1] (en) International Skating Union, Qualification Systems for XXIV Olympic Winter Games, Beijing 2022 (18 november 2020). Geraadpleegd op 13 november 2021.

[2] (en) International Skating Union, Communication No. 2405 Qualifying competitions and qualifying times for Speed Skating events at the 2022 Olympic Winter Games. www.isu.org (1 juli 2021). Geraadpleegd op 6 september 2021.

[3] (en) Communication No. 2452 XXIV Olympic Winter Games 2022 Beijing. ISU (24 januari 2022). Geraadpleegd op 26 januari 2022.

[4] (en) Number of Entries by NOC. Beijing 2022 (30 januari 2022). Gearchiveerd op 5 februari 2022. Geraadpleegd op 15 februari 2022.

[5] (en) Communication No. 2449 - XXIV Olympic Winter Games 2022 Beijing - Entries Speed Skating. ISU (22 december 2021). Geraadpleegd op 29 december 2021.

[6] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 500m Men. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.

[times-7] ↑ ^a ^b ^c ^d ^e ^f ^g ^h ⁱ ^j ^k (en) International Skating Union, Provisional Special Olympic Qualification Classification for allocation of Quota places for Olympic Winter Games 2022. www.isu.org (5 december 2021). Gearchiveerd op 6 december 2021. Geraadpleegd op 5 december 2021.

[8] (en) Special Olympic Qualification Classification for allocation of Quota places for Olympic Winter Games 2022 (pdf). UCI. Geraadpleegd op 29 december 2021.

[9] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 1000m Men. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.

[10] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 1500m Men. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.

[11] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Long Distances Men. www.isu.org (10 december 2021). Geraadpleegd op 10 december 2021.

[12] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Mass Start Men. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.

[13] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Team Men. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.

[14] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup ploegenachtervolging Men. www.isu.org (15 november 2021). Geraadpleegd op 15 november 2021.

[15] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 500m Women. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.

[16] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 1000m Women. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.

[17] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup 1500m Women. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.

[18] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Long Distances Women. www.isu.org (10 december 2021). Geraadpleegd op 10 december 2021.

[19] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup Mass Start Women. www.isu.org (12 december 2021). Geraadpleegd op 12 december 2021.

[20] (en) International Skating Union, World Cup Standings ISU World Cup ploegenachtervolging Women. www.isu.org (11 december 2021). Geraadpleegd op 11 december 2021.

[1]

[2]

[3]

[4]

[5]

[6]

[7]

[8]

[9]

[10]

[11]

[12]

[13]

[14]

[15]

[16]

[17]

[18]

[19]

[20]