Schwere SS-Panzer-Abteilung 101

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Schwere SS-Panzer-Abteilung 101
Embleem Schwere SS-Panzer-Abteilung 101
Oprichting 19 juli 1943
Ontbinding mei 1945
Land Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Krijgsmacht-
onderdeel
Heer
Onderdeel van Vlag van de Schutzstaffel Waffen-SS
Type Schwere Panzer-Abteilung
Specialisatie Panzers
Motto Meine Ehre heißt Treue
Uitrusting Tiger I, Tiger II
Veldslagen Tweede Wereldoorlog
Commandanten zie commandanten

De Schwere SS-Panzer-Abteilung 101 (afgekort als s.SS-Pz. Abt. 101) was een van de gepantserde elite-eenheden in de Waffen-SS. Zij fungeerde als hulptroepen en waren op alle fronten een zeer sterke gevechtseenheid. Met de introductie eind 1944 van de Tiger II-tanks werd de eenheid hernoemd tot Schwere SS-Panzer-Abteilung 501.

De Schwere SS-Panzer-Abteilung 101 ontstond op 19 juli 1943 als onderdeel van het I. Panzer Korps, door de formering van twee nieuwe tankcompagnies bestaande uit Tiger I-tanks en door de opname van de "13e (Schwere) compagnie" van het 1e SS Panzer Regiment. Op 23 augustus 1943 werd de eenheid bij de 1. SS-Panzer-Division Leibstandarte-SS Adolf Hitler gevoegd en overgebracht naar Italië, waar zij tot midden oktober 1943 bleef. De 1e en 2e compagnie werden overgebracht naar het oostfront terwijl de rest van de eenheid in het westen achterbleef.

Normandië[bewerken | brontekst bewerken]

SS-Sturmbannführer von Westernhagen tijdens een oefening in mei 1944 nabij Beauvais

Met de verwachte geallieerde invasie van Normandië naderend, kregen elementen van het bataljon in het oosten in april 1944 bevel om zich naar het westen te verplaatsen. Op 1 juni 1944 werd het bataljon net noordwestelijk van Parijs gestationeerd, bij de plaats Beauvais. Van de 45 Tigers waren er nog maar 37 operationeel en waren er acht in reparatie. Snel na de geallieerde landingen op 6 juni 1944, kreeg het bataljon bevel om zich te naar Normandië te verplaatsen. Ondanks de zware luchtbombardementen bereikte het bataljon Normandië op 12 juni 1944.

Na weken van zware gevechten vond de slag om Villers-Bocage plaats. Op 5 juli 1944 had het bataljon al vijftien van de vijfenveertig Tigers verloren. Omstreeks die tijd werd het overschot aan personeel van de eenheid teruggetrokken van het front en uitgerust met de nieuwe Tiger II-tanks. Op 7 augustus had het restant van de eenheid die was achtergebleven in Normandië nog maar 21 van 25 Tigers operationeel.

Op 8 augustus 1944 werden drie van de zeven Tigers die beschikbaar waren gesteld voor de tegenaanval nabij Saint-Aignan-de-Cramesnil uitgeschakeld door Britse Fireflys. SS-Hauptsturmführer Michael Wittmann werd bij deze aanval gedood. Het bataljon verloor vrijwel al zijn overgebleven Tigers tijdens de gevechten in de zak van Falaise en de aansluitende Duitse terugtrekking uit Frankrijk.

Op 9 september kreeg het restant van de eenheid het bevel om te rusten. Zij werd uitgerust met de nieuwe Tiger II. Met die verandering werd het op 22 september 1944 hernoemd tot het Schwere SS-Panzer-Abteilung 501. In maart 1945 waren slechts acht van de 32 tanks nog operationeel.[1]

Het 101/501 SS Schwere Panzer-bataljon verloor in haar bestaan 107 eigen tanks en vernietigde 500 vijandelijke tanks.[2]

Commandanten[bewerken | brontekst bewerken]

Gebieden van operatie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Italië augustus 1943 - oktober 1943
  • Oostfront oktober 1943 - april 1944
  • Frankrijk april 1944 - september 1944
  • Duitsland september 1944 - december 1944
  • Ardennen december 1944 - januari 1945
  • Oostfront januari 1945 - mei 1945

Vooraanstaande personen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Karl Möbius (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 125 tanks, maar het exacte aantal is onbekend)
  • Heinz Kling (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 51 tanks, maar het exacte aantal is onbekend)
  • Karl-Heinz Warmbrunn (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 57 tanks, maar het exacte aantal is onbekend)
  • Helmut Wendorff (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 84 tanks, maar het exacte aantal is onbekend)
  • Michael Wittmann (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 138 tanks, maar het exacte aantal is onbekend)
  • Balthasar Woll (wordt meestal toegeschreven met de vernietiging van 100+ tanks, maar het exacte aantal is onbekend)

Gedecoreerde van het Ridderkruis van het IJzeren Kruis[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]