Belegering van Shkodër

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Shkoder-oorlog)
Belegering van Shkodër (1912)
Onderdeel van Balkanoorlogen
Belegering van Shkodër
Datum 28 oktober 1912 - 23 april 1913
Locatie Shkodër, Albanië
Resultaat Overgave van Shkodër, maar uiteindelijk blijft de stad in handen van de Albanezen
Territoriale
veranderingen
Shkodër blijft in handen van de Albanezen
Strijdende partijen
Vlag van Albanië Albanië
Vlag van Ottomaanse Rijk Ottomaanse Rijk
Vlag van Montenegro Montenegro
Vlag van Servië (1882-1918) Servië
Leiders en commandanten
Vlag van Albanië Esad Pashë Toptani
Vlag van Ottomaanse Rijk Hasan Riza Pasha
Vlag van Montenegro Nicolaas I van Montenegro
Vlag van Montenegro Danilo van Montenegro
Troepensterkte
10.000 Albanezen
5000 Turken
25.000 uit Montenegro
30.000 Serviërs
Verliezen
2000, onbekend maar groot deel van de burgers van Shkodër verhongerde 25.000 uit montenegro
3 Servische divisies (18.000 man)

De Belegering van Shkodër was een gewapend conflict rond de Albanese stad Shkodër dat plaatsvond in 1912 tussen de Albanezen en Servisch-Montenegrijnse troepen. Doordat de Albanezen de stad wisten te houden kon ook Shkodër zich aansluiten bij het uitroepen van de onafhankelijkheid.

Verloop[bewerken | brontekst bewerken]

Op 8 oktober 1912 had Montenegro het Ottomaanse Rijk de oorlog verklaard. Voornaamste doel van de Montenegrijnse koning Nikola was de stad Shkodër, ook al had deze een nagenoeg volledig Albanese bevolking. De koning probeerde christelijke Noord-Albanese stammen eveneens over te halen zijn kant te kiezen. Op 28 oktober verscheen het Montenegrijnse leger, geleid door prins Danilo, voor de poorten van Shkodër.

Vooraanstaande Albanezen hadden de bui al zien hangen: als ze niets deden zou hun land onder hun buren verdeeld worden. Ze riepen op 28 november te Vlorë de onafhankelijkheid uit, maar hier trok niemand zich iets van aan.

Het beleg verliep echter niet voorspoedig, en de Serviërs moesten eraan te pas komen om hun bondgenoten te helpen. De Turks-Albanese verdedigers wisten de belegeraars zware verliezen toe te brengen. Zeer veel burgers van de stad kwamen echter om van de honger. Terwijl de stad de hele winter standhield, bezetten Servische en Montenegrijnse troepen een groot deel van Noord-Albanië. Op 23 april 1913 gaf de stad zich ten slotte in een ceremonie in een boot op het Meer van Shkodër over aan de Montenegrijnen.

Internationale druk[bewerken | brontekst bewerken]

Oostenrijk-Hongarije en Italië (met steun van Duitsland) zetten Montenegro onder druk de belegering onmiddellijk te beëindigen. Rusland daarentegen schaarde zich achter Servië en Montenegro. Britse bemiddeling leidde uiteindelijk tot een besluit tot vorming van een onafhankelijk Albanië. Koning Nikola kreeg een lening waarmee hij zijn populariteit in eigen land kon opvijzelen. Toen de Serviërs en Montenegrijnen nog steeds geen haast leken te maken met de ontruiming van de stad en omliggend gebied, stuurden Italië en het Verenigd Koninkrijk kanonneerboten naar de Adriatische kust. De koning zwichtte onder deze intimidatie en trok zijn troepen terug. Shkodër was 3 dagen in handen van Montenegro geweest. Uiteindelijk werd de stad toegewezen aan het nieuwe Albanië.

Eerste Nederlandse vredesmissie[bewerken | brontekst bewerken]

Tijdens de Balkanoorlogen werd Shkodër door Montenegro veroverd, maar een paar dagen later werd het onderdeel van Albanië. In deze periode waren er in Shkodër Nederlandse militairen actief: een actie die als de eerste Nederlandse vredesmissie kan worden beschouwd.