Shou sugi ban
Shou sugi ban is een Japanse houtbewerkingstechniek waarbij het hout wordt verduurzaamd door het een koolstoflaag te geven, meestal door verbranding. Deze techniek dankt zijn ontstaan aan de timmerlieden in Sendai, een belangrijke Japanse havenstad.[1] Zij gebruikten drijfhout van aangespoelde scheepswrakken om huizen te bouwen. Door het hout te verbranden werd de levensduur van het hout verbeterd en vormt het geen voedingsbodem meer voor bacteriën. Het drijfhout in het middeleeuwse Japan bestond voornamelijk uit ceder- en cipressenhout.
Bij de techniek worden de planken per drie tegen elkaar geplaatst waardoor ze een schoorsteen of tipi vormen. Binnen de schoorsteen wordt een vuur aangewakkerd, waardoor het hout eenzijdig zijn koolstoflaag krijgt. Het toeval wil dat de gegoede burgerij van het toenmalig Japan, de verkoolde kant verkoos omwille van de artistieke meerwaarde.[1]
In Europa wordt gebrand hout ondertussen vervaardigd met Scandinavisch sparrenhout of Siberisch larikshout. Beide houtsoorten laten zich gemakkelijk bewerken. Siberische lariks is een halfhardhoutsoort en heeft daardoor hogere densiteit en sterkere massiviteit dan Scandinavisch sparrenhout. Er is dus sprake van een klein kwaliteitsverschil dat zich ook vertaalt in de prijs.
Bronnen, noten en/of referenties
|