Slag bij Placilla

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag bij Concón
Datum 28 augustus 1891
Locatie Placilla, Chili
Resultaat Overwinning voor de Rebellen
laatste veldslag van de burgeroorlog
Strijdende partijen
Congresistas
rebellen
Balmacedistas
regering
Leiders en commandanten
Brigadegeneraal Estanislao del Canto
Kolonel Emil Körner
Divisie-Generaal Orozimbo Barbosa
Brigadegeneraal José Miguel Alcérreca
Kolonel Daniel García Videla
Troepensterkte
11000 manschappen 95 manschappen
Verliezen
2070 doden en gewonden 1115 doden
2500 gewonden
Doden en gewonden na de Slag bij Placilla (gravure)

De Slag bij Placilla vond op 28 augustus 1891 plaats tijdens de Chileense Burgeroorlog. Hij was het laatste grote militaire treffen tussen de rebellen (congresistas) en het regeringsleger (balmacedistas) en resulteerde in een nederlaag voor de laatste partij. De slag bij Placilla geldt als de bloedigste militaire confrontatie tijdens burgeroorlog.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Na de nederlaag van het regeringsleger bij Concón (21 augustus) en het onvermogen van het regeringsleger om de rebellen bij Viña del Mar (23 augustus) tegen te houden, lag de weg naar de havenstad Valparaíso voor het rebellenleger open. De verdediging van Valparaíso werd toevertrouwd aan de generaals Orozimbo Barbosa, José Miguel Alcérreca en kolonel Daniel García Videla. Zij konden rekenen op 9500 man. Het heuvellandschap even buiten Valparaíso, was de plek waar de mannen van Barbosa hun stellingen betrokken. De bergachtige omgeving was in het voordeel van Barbosa omdat zijn mannen zo een goed overzicht hadden over de omgeving.[1]

Op 27 augustus waren de rebellen Valparaíso op acht kilometer afstand genaderd. Zij hielden halt bij Placilla.[2] De rebellen werden aangevoerd door brigadegeneraal Estanislao del Canto[3] en de Pruisische kolonel Emil Körner. Zij hadden de beschikking over 11000 manschappen.

De strijd[bewerken | brontekst bewerken]

Kaart van de veldslagen bij Concón en Placilla

Om te voorkomen dat de rebellen de stad Valparaíso zouden aanvallen, opende het regeringsleger op 28 augustus, om 7:45 uur, bij Placilla, het vuur op de rebellen. De aanval van het regeringsleger werd beantwoord met de artillerie van de rebellen. Aanvankelijk boekten de rebellen terreinwinst, maar versterkingen aan de zijde van het regeringsleger, drongen de rebellen weer wat terug. Na verloop van tijd gaven de regeringstroepen hun posities echter prijs. Dit was vooral te danken aan het strategisch optreden van kolonel Körner.[1] De slag duurde drie uur waarbij aan de zijde van het regeringsleger 1000 doden vielen en 1500 gewonden.[1] Aan de zijde der rebellen vielen 400 doden en 1000 gewonden.[4]

Barbosa, wiens gezondheidstoestand vanwege diens diabetes ernstig achteruit was gegaan, werd samen met een aantal loyale officieren, waaronder Alcérreca, door de cavalerie van de rebellen omsingeld en allen werden gedood.

Nasleep[bewerken | brontekst bewerken]

In Valparaíso heerste chaos en veel aanhangers van president José Manuel Balmaceda probeerden de stad via buitenlandse schepen te ontvluchten. Om vijf uur in de middag was de stad Valparaíso echter in handen van de rebellen gevallen en legden hun schepen aan in de haven van de stad. Het lot van het regeringsleger was bezegeld.[5]

Slachtoffers in een loopgraaf rond Placilla

Na de nederlaag van het regeringsleger droeg president Balmaceda op 29 augustus de macht over aan generaal Manuel Baquedano die als interim-president van de republiek op zijn beurt op 31 augustus 1891 de macht overdroeg aan het hoofd van de rebellenregering, vice-admiraal Jorge Montt. Balmaceda, die zijn toevlucht had genomen in de ambassade van Argentinië, pleegde op 19 september 1891 zelfmoord.

Galerij[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]