Sotōba

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Sotōba (卒塔婆)[noot 1] (仏塔)[noot 2] is de algemene Japanse naam voor elk type houten of stenen, van miniatuur klein (zoals hyakumantō) tot grote Japanse pagode ()[noot 3] of stoepa (塔). Een stoepa is een structuur voor het opbergen van een boeddhistische relikwieën en plaats voor herdenkingsdiensten.

Veel typen van de pagodes hebben echter daarnaast een specifieke naam. De aanduiding sotōba wordt vaker in het bijzonder gebruikt voor itabō (andere namen: itatōba, hiratōba, itagōba, bantōba, pantapo), een Japanse als gift bij een graf geplaatste pagode in de vorm van een smalle houten plank, voorzien van opschriften en met onderverdeling in vijven (als een verwijzing naar de gorintō of gorin sotōba).[noot 4]

Naam, gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

De naam sotōba is afgeleid van het Sanskriet stūpa. Een stoepa is oorspronkelijk de bergplaats voor relieken, afkomstig van Boeddha, van een boeddhistische monnik of van zaken die daarnaar verwijzen. Sotōba wordt vaak ingekort tot sotō, tōba of , wat ook weer als achtervoegsel bij verschillende typen pagodes wordt gebruikt. Voorbeeld: kasatōba, waarin kasa betekent: paraplu of dak. Sotōba is verder een generieke term voor een Japanse pagode (, 塔). is tevens de aanduiding voor een niet religieuze toren.

Daarnaast is sotōba in het Japanse boeddhisme een veel gebruikte naam voor itabō, itatōba of hiratōba (板塔婆)[noot 5], een stoepa imiterende houten plank, die gebruikt wordt op begraafplaatsen om de overledenen te herdenken, vaak op speciale dagen. Een dergelijke sotōba vormt een verwijzing naar de grote stoepa (pagode).

Sotōba, onder andere itabō, kasatōba, gorintō, hōtō, muhōtō, sōrintō, hōkyōintō, sanjū-no-tō, gojū-no-tō