Chronici Zelandiae
De Chronici Zelandiae (voluit: Chronici Zelandiae Libri duo auctore Jacobo Eyndio, Domino Haemstede) is een boek van de Nederlandse schrijver Jacob van den Eynde, beter bekend als Jacobus Eyndius. Het boek werd voor het eerst gepubliceerd in 1634, twintig jaar na de dood van de auteur.[1]
Van den Eynde schreef dit boek tijdens zijn verblijf in Haamstede, op het eiland Schouwen, in Zeeland, waar hij gedurende het Twaalfjarig Bestand met pensioen ging, nadat hij als kapitein had gediend onder Maurits van Oranje.[2][3][4] Van den Eynde was bekwaam in Latijnse poëzie, en dit boek is in het Latijn geschreven. Het boek, een kroniek van het land van Zeeland, was het eerste in zijn soort.[2]
Het lukte Van den Eynde niet om dit werk af te maken voor zijn vroegtijdige dood in 1614, en de Chronici raakten in de vergetelheid. Het werd later gered door de Staat Zeeland. De staat redde dit werk en bracht het weer aan het licht door het uit te geven onder de naam Chronici Zelandiae Libri duo auctore Jacobo Eyndio, Domino Haemstede.[2][5]
Volgens Heer de Witte is dit boek een ‘schaft van geleerdheid’ en is, na alles wat tot heden over Zeeland geschreven is, 'ten hoogste lezenswaardig'.[5] Het eerste boek van de Chronici werd in het Nederlands vertaald door Mattheus Smallegange, en letterlijk ingevoegd in zijn Nieuwe Cronyk van Zeeland.[5][6]
De editie van 1634 van de Chronici bevat een voorwoord van 22 pagina's, met een toewijding aan de Staat van Zeeland en een dankbetuiging aan redacteur Jean de Brune en drukker Simon Moulert. Er zijn ook een paar gedichten ter ere van de auteur, en een heel kort voorwoord.[2]
Het eerste boek, dat eindigt op pagina 131 van de eerste druk, gaat over de 'oudheden van Zeeland'. Het eerste boek is nogal vaag, obscuur, waarbij Eyndius de lezer "maar een paar citaten, hors d'oeuvre, vermoedens en raadsels" voorlegt.[2]
De auteur wordt concreter in het tweede boek, waar zijn stijl volgens sommige auteurs echter nog steeds vaag en overdreven is, en de dichter lijkt Tacitus bijna te imiteren.[2] In dit werk ontkrachtte Eyndius enkele mythes over de Nederlandse graven. Aan de andere kant verzon hij ook enkele mythen ten gunste van Zeeland.[1] Eyndius legde bijvoorbeeld vast dat de pilaren van Hercules in Zeeland te vinden waren.[1]
Eyndius' werk van demythologisering werd gevolgd door grote namen in de Nederlandse geschiedschrijving als Petrus Scriverius (1576-1660), Jan Uytenhage (1636-1668) en Simon van Leeuwen (1626-1682)[1].
Referenties[bewerken | brontekst bewerken]
- ↑ a b c d De mythe van de ‘Hollandse Graven’. ijpelaan.nl. Gearchiveerd op 30 november 2020. Geraadpleegd op 28 november 2020.
- ↑ a b c d e f Mémoires pour servir à l'histoire littéraire des dix-sept provinces des Pays-Bas, de la principauté de Liége, et de quelques contrées voisines Volume 9. De l'Imprimerie Academique via University of Michigan (1767), 400. Gearchiveerd op 13 juni 2023.
- ↑ Portrait of Jacob van den Eynde III (1575-1614), c. 1701. RKD. Geraadpleegd op 28 november 2020.
- ↑ Portret van Jacob van den Eynde (1575-1614), ca. 1700-1720. RKD. Geraadpleegd op 28 november 2020.
- ↑ a b c A.J. van der Aa (1878), Biographisch woordenboek der Nederlanden, bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt, Volume 15. Van Brederode; Koninklijke Bibliotheek, 299–301. Gearchiveerd op 13 juni 2023.
- ↑ Editorial office Zeeuwse Ankers, Cronyk van Zeeland. zeeuwseankers.nl. Gearchiveerd op 31 oktober 2020. Geraadpleegd op 1 juni 2020.