Clair-obscur (schilderkunst)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Caravaggio, De Emmaüsgangers
Rembrandt, Badende vrouw

Clair-obscur (Italiaans: chiaroscuro) is een techniek uit de schilderkunst, film en fotografie waarbij de licht-donkercontrasten sterker worden uitgebeeld dan ze in werkelijkheid vaak zijn. Er wordt weinig gebruikgemaakt van de zogenaamde middentonen. Hiermee wordt een dramatisch effect bereikt, waarmee driedimensionale vormen worden geaccentueerd.

Bij clair-obscur is de achtergrond donker en de voorgrond licht. De lichtbron zelf is meestal niet duidelijk aanwijsbaar; het zou de zon kunnen zijn, of een kaarsvlam.

De techniek is ontstaan in de renaissance en toegepast door Masaccio. In de Barok werd het systematisch toegepast. De schilder gebruikt het licht en donker om de nadruk te leggen op vooral de lichte delen, waarbij de donkere schaduwen naar de achtergrond worden gedrongen.

Meesters van het clair-obscur zijn bijvoorbeeld Caravaggio, Georges de La Tour en Rembrandt.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Chiaroscuro van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.