Parlementair onderzoek in België

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

In België heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers het recht van onderzoek op basis van artikel 56 van de Grondwet dat wordt uitgeoefend door middel van onderzoekscommissies. Tot 2014 had de Senaat (België) ook recht van onderzoek maar dit is vervangen door de mogelijkheid om een informatieverslag op te maken tijdens de zesde staatshervorming.[1] Naast de kamer van volksvertegenwoordigers heeft ook het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissieen het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, net als de Franse Gemeenschapscommissie als het gaat om bevoegdheden die zijn overgedragen door de Franse Gemeenschap het recht van onderzoek.[2] Voordien hadden de cultuurraden reeds recht van onderzoek.

Dit recht werd uitgewerkt in de wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek.[3] De wet die onderzoekscommissies regelt is aangepast in 1996 naar aanleiding van het transnuclear arrest in 1994. Onderzoekscommissies worden over het algemeen opgericht na onverwachte schokkende gebeurtenissen in de politiek of in de maatschappij. Dit enerzijds om het probleem te onderzoeken en anderzijds ook om te tonen dat er actie wordt ondernomen door de politiek.

Procedure[bewerken | brontekst bewerken]

Een onderzoekscommissie wordt opgericht door een voorstel dat wordt ingediend in de kamer door één of meer kamerleden en waarin de taken van de commissie, de looptijd en het aantal leden wordt vastgelegd. Dit voorstel moet een absolute meerderheid van stemmen krijgen om te worden goedgekeurd. De commissie wordt samengesteld door de Methode-D'Hondt toe te passen. Bij de eerste samenkomst van de commissie wordt een voorzitter gekozen door de leden. Hiervoor is er een informeel systeem tussen de partijen afgesproken over de volgorde. De commissie vergadert in principe in het openbaar al kan ze ook achter gesloten deuren werken wanneer het over geheime of gevoelige informatie gaat.

Het doel van de commissie is om een openbaar verslag te schrijven waarin het de problemen aanduidt en mogelijke oplossingen worden aangereikt. Het is verbonden voor onderzoekscommissies om een strafonderzoek te voeren en zich in de rol van het parket te plaatsen. Onderzoekscommissies kunnen voor hun werk ook beroep doen op onafhankelijke experten. Dit zijn over het algemeen professoren aan Belgische universiteiten en juristen. Onderzoekscommissies eindigen normaal met een rapport dat ter stemming wordt voorgelegd in de Kamer van volksvertegenwoordigers al kunnen ze ook eindigen met de ontbinding van de kamer voordat hun werkzaamheden zijn beëindigd [4][5][6][7]

Bevoegdheden[bewerken | brontekst bewerken]

Een onderzoekscommissie heeft alle bevoegdheden die een onderzoeksrechter toekomen met uitzondering van de inbeschuldigingstelling. Dit wil zeggen dat ze huiszoekingen kunnen bevelen, afluisteren, en getuigen oproepen en onder ede verhoren. Voordat een onderzoekscommissie kan overgaan tot acties die mogelijk de privacy schenden is de tussenkomst van een magistraat echter vereist. Die wordt aangesteld door de eerste voorzitter van het Hof van beroep (België) waar de onderzoeksdaden worden gesteld. De controle van deze magistraat beperkt zich tot de wettigheid van deze acties. Wanneer een onderzoekscommissie samenloopt met een gerechtelijk onderzoek heeft dit gerechtelijk onderzoek altijd voorrang en mag de onderzoekscommissie niets doen dat dit onderzoek kan schaden. Dit is een gevolg van het transnuclear arrest waar getuigen die voor de onderzoekscommissie zijn gekomen niet langer vervolgd konden worden. Na deze zaak heeft de wetgever de wet op het parlementair onderzoek gewijzigd.[4][8][9]

De oprichtingsdatum verwijst naar de dag waarop de plenaire vergadering van het betreffende parlement beslist tot oprichting van de onderzoekscommissie. Daarop volgt een constituerende zitting van de commissie.

Onderzoekscommissies in de Kamer van volksvertegenwoordigers[bewerken | brontekst bewerken]

Legislatuur Oprichtingsdatum Voorzitter Voorwerp
1831-1833 14 november 1831[10] Tiendaagse veldtocht (les causes et les auteurs des revers de la campagne militaire d’août 1831)
1837-1841 18 mei 1840[11] Léandre Desmaisières Buitenlandse handel.[12]
27 februari 1845[13] Pierre-Théodore Verhaegen Instorting van de spoortunnel van Kumtich[14]
1857-1861 1859 De resultaten van de wetgevende verkiezingen in het arrondissement Leuven.
1861-1864 1863 De resultaten van de wetgevende verkiezingen in het arrondissement Bastenaken.
1878-1882 5 mei 1880 De morele en materiële toestand van het lager onderwijs in België, de uitslagen van de wet van 1 juli 1879 en de middelen aangewend om de uitvoering van deze wet te beletten (zie de schoolstrijd)
1908-1912 10 maart 1909 De uitslagen van de wet van 21 mei 1902 (wijziging van de militiewet en van de wet op de bezoldiging van de dienstplichtigen) na te gaan.
1932-1936 17 april 1935 Henri Jaspar Het vastleggen van de verantwoordelijkheden inzake de devaluatie van de frank, vastgelegd bij de wet van 30 maart 1935 en het K.B. van 31 maart 1935 (onder de regering-Van Zeeland I).[15]
1958-1961 15 januari 1959 André Dequae De gebeurtenissen die zich voordeden in Leopoldstad van januari 1959.[16]
1971-1974 28 juni 1972 Eugène Charpentier Het rechtstreeks of zijdelings inlassen van publicitaire teksten of afbeeldingen (sluikreclame) in de uitzendingen van de BRT, van de RTB en van de Kabeltelevisie.[17]
1974-1977 30 januari 1975 Léon Remacle
1981-1985 6 juni 1985 Robert Collignon De oorzaken, de omstandigheden van en de lessen die moeten worden getrokken uit de tragische gebeurtenissen die zich op woensdag 29 mei 1985 tijdens de voetbalwedstrijd Liverpool-Juventus Turijn hebben voorgedaan (het Heizeldrama).[18]
1985-1987 9 april 1987 André Bourgeois Het onderzoek naar de Belgische leveringen van wapens en munitie aan landen die in een gewapend conflict verwikkeld zijn of waartegen een wapenembargo geldt (zie de Iran-Contra-affaire).[19]
1988-1991 17 maart 1988 Éric Tomas De studie van de draagwijdte, de oorzaken en de gevolgen van de mogelijke fraudeschandalen en van eventuele overtredingen op het non-proliferatieverdrag door het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) of aanverwante bedrijven.[20]
21 april 1988 André Bourgeois Het onderzoek naar de wijze waarop de bestrijding van het banditisme en het terrorisme gebeurt (cfr. Bende van Nijvel).[21]
16 juni 1988 André Bourgeois Het onderzoek naar de Belgische leveringen van wapens en munitie aan landen die in een gewapend conflict verwikkeld zijn of waartegen een wapenembargo geldt (heroprichting van de onderzoekscommissie van 9 april 1987).[22]
1991-1995 26 november 1992 Johan Vande Lanotte Het onderzoek naar een structureel beleid met het oog op de bestraffing en de uitroeiing van de mensenhandel.[23]
5 maart 1992 Trees Merckx-Van Goey De in-, uit- en doorvoer van industriële en huishoudelijke afvalstoffen.[24] (Een onderzoekscommissie over dezelfde materie werd tevens in de Waalse Gewestraad, het huidige Waals Parlement, opgericht)
17 juni 1993 Frans Cauwenberghs Het onderzoek naar legeraankopen.[25]
1995-1999 13 juni 1995 Tony Van Parys een onderzoek naar de noodzakelijke aanpassingen van de organisatie en de werking van het politie- en justitiewezen op basis van de moeilijkheden die gerezen zijn bij het onderzoek naar de "Bende van Nijvel".[26]
6 maart 1996 Serge Moureaux De beleidsvorming ter bestrijding van de onwettige praktijken van de sekten en van de gevaren ervan voor de samenleving en voor het individu, inzonderheid voor de minderjarigen.[27]
17 oktober 1996 Marc Verwilghen Het onderzoek naar de wijze waarop het onderzoek door politie en gerecht werd gevoerd in de zaak "Dutroux-Nihoul en consoorten".[28]
24 oktober 1996 Het onderzoek naar de moord op André Cools (op 18 juli 1991).[29]
1999-2003 16 juli 1999 Charles Janssens Een onderzoek van de Belgische vlees-, zuivel- en eierproductie en naar de politieke verantwoordelijkheden in het licht van de zogenaamde "dioxinecrisis".[30]
24 februari 2000 Geert Versnick Het vaststellen van de precieze omstandigheden waarin Patrice Lumumba werd vermoord en van de eventuele betrokkenheid daarbij van Belgische politici.[31]
20 december 2001 Raymond Langendries De omstandigheden die hebben geleid tot het faillissement van Sabena, de bepaling van de eventuele verantwoordelijkheden en de formulering van aanbevelingen voor de toekomst.[32]
2007-2010 10 april 2008 François-Xavier de Donnea Fiscale fraude[33]
15 januari 2009 Bart Tommelein De eerbiediging van de Grondwet, in het bijzonder de scheiding der machten, en de wetten in het raam van de tegen de nv FORTIS ingestelde gerechtelijke procedures[34]
2014-2019 14 april 2016 Patrick Dewael De terroristische aanslagen in Brussel op 22 maart 2016 (reconstructie van de feiten, onderzoek naar de werking van de veiligheidsstructuur en analyse van de radicalisering)[35]
21 april 2016 Ahmed Laaouej De uitgelekte Panama Papers over internationale fiscale fraude (initieel een bijzondere commissie, die later werd omgevormd tot onderzoekscommissie)[36]
7 juli 2016 Eric Van Rompuy Het faillissement van Optima Bank.[37]
1 december 2016[38] Francis Delpérée (van 1 tot 22 december 2016)
Dirk Van der Maelen (vanaf 22 december 2016)
"Kazachgate"; het ontstaan van de wet van 14 april 2011 houdende diverse bepalingen, voor wat de minnelijke schikking in strafzaken betreft (de uitbreiding van de afkoopwet)[39]

Onderzoekscommissies in de Senaat[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds 2014 heeft de Senaat geen recht van onderzoek meer. Hieronder staan de onderzoekscommissies die tijdens de periode 1831-2014 zijn opgericht geweest.[40]

Legislatuur Oprichtingsdatum Voorzitter Voorwerp
1950-1954 1 maart 1951 De activiteiten van de dienst van het Sequester.
1978-1981 19 juni 1980 Jos Wijninckx De problemen in verband met de ordehandhaving en de private milities.
1985-1987 7 april 1987 Het onderzoek naar de omstandigheden waarin België, rechtstreeks of zijdelings, betrokken zou zijn in de handel en het vervoer van wapens en munitie naar de landen ten aanzien waarvan de regering tot een embargo heeft besloten (zie de Iran-Contra-affaire).
1988-1991 23 maart 1988 Het onderzoek en de beoordeling van de voorschriften inzake nucleaire veiligheid, de maatregelen ter voorlichting en bescherming van de bevolking en de evacuatievoorzieningen in geval van verhoogde radioactiviteit op het grondgebied van het Rijk.
20 december 1990 Roger Lallemand Het onderzoek van de recente onthullingen over het bestaan in België van een clandestien internationaal inlichtingennetwerk, bekend onder de naam "Gladio".[41]
1995-1999 18 juli 1996 Hugo Vandenberghe & Roger Lallemand Onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in België.[42]
23 januari 1997 Frank Swaelen Een bijzondere commissie-Rwanda, die wegens de ontoereikendheid van de normale parlementaire procedure werd omgevormd tot een onderzoekscommissie.[43]
1999-2003 28 juni 2001 André Geens Het onderzoek naar de legale en illegale exploitatie van en de handel in natuurlijke rijkdommen in de regio van de Afrikaanse Grote Meren, in het licht van de huidige conflictsituatie en de betrokkenheid van België daarbij.[44]

Onderzoekscommissies in het Vlaams Parlement[bewerken | brontekst bewerken]

Voor het Vlaams Parlement werd het recht van onderzoek uitgewerkt in het decreet van 1 maart 2002 houdende de organisatie van het parlementair onderzoek, dat het decreet van 20 maart 1984 houdende vaststelling van de procedure van onderzoek vervangt. Een onderzoekscommissie wordt opgericht bij wijze van motie.

Legislatuur Oprichtingsdatum Parl. St. Voorzitter Voorwerp
1985-1987 22 mei 1986 141 (1985-1986)[45] Frans Grootjans Het administratief en financieel beheer van de intercommunale Opera van Vlaanderen.[46] (Commissie actief van 22 mei 1986 tot 26 mei 1987)
... 185 (1986-1987)[47] Frans Grootjans Het Gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (I)[48] (Commissie actief van 8 januari 1987 tot 12 december 1987; niet afgerond wegens ontbinding van de Raad)
1988-1991 115 (BZ 1988)[49] Louis Vanvelthoven Het Gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse (II)
1991-1995 1993 318 (1992-1993)[50] Gilbert Bossuyt NV Kempische Steenkoolmijnen[51]
1999-2004 12 mei 2000 291 (1999-2000)[52] Patrick Lachaert Onderzoek naar mogelijke onzorgvuldigheden begaan sinds 1 januari 1989 bij het toekennen en bij het beheer van overheidsgelden inzake zeescheepsbouw en scheepskredieten en/of bij de uitoefening van het functioneel of financieel toezicht dat hierop werd uitgeoefend.[53] (Commissie actief van 16 mei 2000 tot 6 juli 2000)
2019-2024 16 juni 2021 844 (2020-2021)[54] Hannes Anaf Onderzoek naar de aanpak van de met PFOS vervuilde gronden op de Oosterweelwerf en de gevolgen voor de volksgezondheid (commissie nog actief)[55]

Onderzoekscommissies in het Waals Parlement[bewerken | brontekst bewerken]

Tot dusver (2017) werden er twee onderzoekscommissies ingesteld in het Waals Parlement.[56]

Legislatuur Oprichtingsdatum Parl. St. Voorzitter Voorwerp
1991-1995 23 juli 1992 Afvalophaling
2014-2019 15 februari 2017 742 (2016-2017)[57] Olga Zrihen Onderzoek naar de transparantie en de werking van de Publifin-groep (naar aanleiding van het Publifinschandaal).

Onderzoekscommissies in het Parlement van de Franse Gemeenschap[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren '80 werden onderzoekscommissies veelvuldig opgericht binnen het Parlement van de Franse Gemeenschap. Sindsdien zijn er geen meer ingesteld. In dit parlement worden onderzoekscommissies opgericht per decreet, wat eerder uitzonderlijk is; een decreet vereist namelijk de goedkeuring van de regering en is dus een theoretische beperking van het onderzoeksrecht aangezien de regering vaak net het voorwerp van onderzoek is.

Legislatuur Oprichtingsdatum Parl. St. Voorwerp
1981-1985 decreet van 6 april 1984 207 (1985-1985) De problemen van de vierde wereld
decreet van 29 april 1985 De situatie van minderjarigen die onder het toepassingsveld van de wet van 8 april 1965 vallen
decreet van 5 juli 1985 178 (1984-1985) De situatie van Franstaligen binnen (Brusselse) publieke diensten
1985-1987 decreet van 11 december 1986 35 (1986-1987) De situatie van bejaarde personen
decreet van 17 juni 1988 114 (1996-1997) De situatie van minderjarigen die onder het toepassingsveld van de wet van 8 april 1965 vallen

Onderzoekscommissies in Brussel[bewerken | brontekst bewerken]

In Brussel hebben zowel het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie als de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie het recht van onderzoek. De ordonnantie van 16 juni 2017 regelt het parlementair onderzoek voor de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.[58]

Binnen deze drie assemblees is er slechts één onderzoekscommissie opgericht tot nu[(sinds) wanneer?] toe.

Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie
Legislatuur Oprichtingsdatum Parl. St. Voorzitter Voorwerp
2014-2019 20 juni 2017 Stefan Cornelis Onderzoek naar het beheer van Samusocial.

Onderzoekscommissies in het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds 1973 (eerst de Cultuurraad voor de Duitstalige Cultuurgemeenschap, daarna de Raad/het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap) werden drie onderzoekscommissies ingesteld.

Legislatuur Oprichtingsdatum Parl. St. Voorwerp
1978-1981 7 juli 1980 82 (1979-1980) Het afluisteren van telefoongesprekken in het Parlement.
1990-1995 9 maart 1994 111 (1993-1994) Frauduleuze toewijzing van sport- en cultuursubsidies.
1995-1999 16 oktober 1995 21 (1995-1996) Stichting-Niermann (de).