Philip Johnson (architect)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Philip Johnson
Philip Johnson op 95-jarige leeftijd
Persoonsinformatie
Nationaliteit Amerikaan
Geboortedatum 8 juli 1906
Geboorteplaats Cleveland
Overlijdensdatum 25 januari 2005
Overlijdensplaats New Canaan
Beroep architect, kunsthistoricus
Werken
Praktijk Philip Johnson Alan Ritchie Architects
Belangrijke gebouwen Torres KIO, Seagram Building, Crystal Cathedral
Prijzen Pritzker Prize
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde
Glass House, New Canaan
Torres KIO in Madrid
Crystal Cathedral in Garden Grove
Seagram Building in New York

Philip Cortelyou Johnson (Cleveland, 8 juli 1906 - New Canaan, 25 januari 2005) was een Amerikaanse architect en architectuurcriticus. Hij wordt samen met Henry-Russell Hitchcock gezien als een van de grondleggers van de Internationale Stijl. Tevens wordt hij gezien als grondlegger van postmodernistische- en deconstructieve architectuur.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd en opleiding[bewerken | brontekst bewerken]

Philip Johnson werd geboren als zoon van een rijke advocaat. Hij was een nakomeling van Jacques Cortelyou, die voor Peter Stuyvesant de eerste kaart van Nieuw-Amsterdam heeft gemaakt.

Johnson studeerde geschiedenis en filosofie aan de Harvard-universiteit. Voor en tijdens zijn studie heeft hij een aantal keer Europa bezocht, waaronder de kathedraal van Chartres en het Pantheon in Rome. Mede door deze reizen raakte hij gefascineerd door architectuur en het Duitse nazisme.

Jaren 30[bewerken | brontekst bewerken]

Van 1930 tot 1936 was hij hoofd van de afdeling architectuur in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York. Geïnspireerd door een artikel van Henry-Russell Hitchcock en een persoonlijke ontmoeting met Ludwig Mies van der Rohe, raakte Johnson in de ban van de nieuwe-bouwen-beweging in de bouwkunst. Op de ontmoeting met van der Rohe volgde een levenslange vriendschap en samenwerking. In 1932 organiseerde hij de tentoonstelling 'Modern Architecture: International Exhibition' in het MoMA. Hier werden werken tentoongesteld van onder andere Le Corbusier, Walter Gropius en van der Rohe. Frank Lloyd Wright trok zich terug, omdat zijn werk volgens hem geen prominente plaats innam op de tentoonstelling. De tentoonstelling was zeer invloedrijk. Het was de eerste kennismaking van het Amerikaanse publiek met het modernisme. Het boek The International Style, dat Johnson samen met Henry-Russell Hitchcock schreef, werd tevens de naam van een nieuwe stroming binnen de architectuur.

In de jaren 30 sympathiseerde Johnson met de nazi's. Later zei hij over deze periode in zijn leven: "I have no excuse (for) such unbelievable stupidity... I don't know how you expiate guilt." In die periode nam Johnson ontslag bij het MoMA, om zich te richten op een carrière in de journalistiek. Hij had grote kritiek op de liberale verzorgingsstaat, waarvan, volgens Johnson, het falen bleek tijdens de Grote Depressie. Als correspondent deed Johnson verslag van de nationaalsocialistische partijdagen in Neurenberg en van de inval in Polen in 1939. Na zijn terugkeer in de Verenigde Staten nam hij dienst in het Amerikaanse leger.

Jaren 40 en 50[bewerken | brontekst bewerken]

In 1940 keerde Johnson terug naar Harvard, waar hij architectuur studeerde bij Walter Gropius en Marcel Breuer. Daarna richtte hij zijn eigen architectenbureau op. In 1946 keert hij terug bij het MoMA om weer hoofd van de afdeling architectuur te worden. In de periode 1947-1949 ontwierp Johnson het Glass House. Dit ontwerp geldt nog steeds het schoolvoorbeeld van de wijze waarop architectuur kan opgaan in de natuur. Het Farnsworth House van Van der Rohe stond model voor het Glass House. In 1953 ontwierp hij de beeldentuin van het MoMA. Samen met Mies van der Rohe ontwierp hij in de jaren 50 het Seagram Building, wat als een mijlpaal van de moderne architectuur wordt beschouwd.

Latere jaren[bewerken | brontekst bewerken]

Eind jaren zeventig ontwierp Johnsons het AT&T Building (tegenwoordig Sony Building), een wolkenkrabber van drie opeengestapelde delen: een classicistisch voetstuk, een modernistisch middengedeelte en een gebroken pediment als hoofddeksel. In dezelfde tijd tekende Johnson het neogotische glaspaleis PPG Building in Pittsburgh.

De tentoonstelling "deconstructivistische architectuur", die hij samen met Mark Wigley organiseerde in 1988 in het MoMA, vormde de doorbraak van de deconstructieve architectuur. Johnson overleed in januari 2005. Zijn levenspartner David Whitney volgde een aantal maanden later, op 12 juni 2005.

Philip Johnson kreeg in 1961 voor het ontwerp van de daklozenkerk in New Harmony de eerste prijs van het American Institute of Architects. In 1979 won hij als eerste de Pritzker Prize.

Werk (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Johnson wordt genoemd in het nummer Thru These Architect's Eyes op het album Outside (1995) van David Bowie.
Zie de categorie Philip Johnson van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.