Arbeidsloon (Nederland): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Oszzz (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Oszzz (overleg | bijdragen)
Regel 31: Regel 31:


===Het fiscale loonbegrip===
===Het fiscale loonbegrip===
Het fiscale loonbegrip is niet gelijk aan het hierboven beschreven [[civielrechtelijk]]e loonbegrip. Uitgangspunt voor het fiscale loonbegrip is wel het [[civielrechtelijk]]e loonbegrip, maar hierop worden vervolgens vele uitzonderingen gemaakt. Voordelen die de [[werkgever]] een [[werknemer]] verstrekt en die bijvoorbeeld [[civielrechtelijk]] geen loon (mogen) zijn, zijn in fiscale zin in beginsel loon en daarmee belast. Voor een uitgebreidere behandeling van het Nederlandse fiscale loonbegrip zie: [[Wet op de loonbelasting 1964]].
Het fiscale loonbegrip is niet gelijk aan het hierboven beschreven [[civielrechtelijk]]e loonbegrip. Uitgangspunt voor het fiscale loonbegrip is wel het [[civielrecht]]elijke loonbegrip, maar hierop worden vervolgens vele uitzonderingen gemaakt. Voordelen die de [[werkgever]] een [[werknemer]] verstrekt en die bijvoorbeeld [[civielrecht]]elijk geen loon (mogen) zijn, zijn in fiscale zin in beginsel loon en daarmee belast. Voor een uitgebreidere behandeling van het Nederlandse fiscale loonbegrip zie: [[Wet op de loonbelasting 1964]].


===Zie ook===
===Zie ook===

Versie van 24 mrt 2008 02:26

In dit artikel wordt de situatie in Nederland beschreven. Voor de situatie in andere landen, zie het artikel Arbeidsloon.

Loon (ook arbeidsloon of salaris) is de (meestal financiële) tegenprestatie voor arbeid.

Loon als arbeidsvoorwaarde

Loon is een noodzakelijke voorwaarde voor het bestaan voor een arbeidsovereenkomst. Het is dan een arbeidsvoorwaarde.

Volgens het Burgerlijk Wetboek is loon de tegenprestatie waarop de werknemer recht heeft voor arbeid die de werknemer ten behoeve van zijn werkgever verricht (artikel 7:610 BW). Als loon in geld betaald wordt, wordt het vaak salaris genoemd (maar ook bijvoorbeeld een jubileumuitkering is een geldelijke vorm van loon). Loon behoeft echter niet alleen in de vorm van geld verstrekt te worden. Ook de verstrekking van kost en inwoning, onderricht en de verstrekking van woonruimte kunnen loon zijn. In artikel 7:617 van het Burgerlijk Wetboek is geregeld wat loon kan zijn. Naast loon in geld is dit:

  • Effecten, (vakantie)bonnen, vorderingen en andere aanspraken en bewijsstukken.
  • Verzorgen van diensten of voorzieningen door de werkgever of te betalen door de werkgever, waaronder ook kost en inwoning vallen en het geven van onderricht.
  • Gebruik van een woning (en de betaling van vaste lasten als verlichting en verwarming).
  • Verstrekken van goederen die geschikt zijn voor persoonlijk gebruik van de medewerker en zijn huisgenoten. Dit zijn bijvoorbeeld een (lease)auto, fiets, computer en telefoon die voor het werk gebruikt worden, en maaltijden (bijvoorbeeld bij overwerk).

Dit betekent ook dat bijvoorbeeld onkostenvergoedingen in civielrechtelijke zin geen loon zijn (deze zijn immers geen tegenprestatie voor de arbeid). Ook alcoholhoudende dranken zijn geen loon, dat wil zeggen dat deze geen tegenprestatie mogen zijn voor de arbeid. Een werkgever mag de werknemer wel bijvoorbeeld een fles wijn geven, maar dat mag dan geen tegenprestatie zijn voor de arbeid van de werknemer. Als de werkgever de werknemer 'betaalt' met iets dat civielrechtelijk geen loon is, dan is de werkgever alsnog het loon in geld verschuldigd. Als de werkgever op een niet-toegestane manier 'betaalt', kan de werknemer binnen zes maanden alsnog het geldelijke loon eisen van de werkgever.

In economische zin is loon is niet hetzelfde als inkomen. Loon is puur de tegenprestatie voor arbeid en is daarmee een vorm van inkomen. Inkomen is een veel breder begrip dan loon. Ook bijvoorbeeld huur- en renteopbrengsten zijn vormen van inkomen.

De hoogte van het loon

Werkgever en werknemer zijn in beginsel vrij om de hoogte van het loon te bepalen. Een beperking van deze vrijheid wordt gevormd door de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Deze wet bepaalt dat er een minimum geldt voor het loon. Ook kan deze vrijheid beperkt worden door een CAO. In CAO's worden vaak afspraken gemaakt over de hoogte van het loon. Soms wordt in de CAO zelf de hoogte van het loon exact vastgesteld, soms is een minimumregeling neergelegd in de CAO. De werkgever kan dan naar boven afwijken. Voor loon dat niet in geld verstrekt wordt, verwijzen CAO's vaak naar lagere "regelgeving". Veelal wordt bepaald dat de werkgever hierover met zijn Ondernemingsraad afspraken moet maken.

Het loon (in geld) hoeft niet een van tevoren vastgesteld bedrag te zijn. Loon kan bijvoorbeeld ook een winstaandeel of provisie zijn. Bij een winstaandeel is de hoogte van een deel van het loon (de winstuitkering) afhankelijk van de winst die de werkgever maakt. Bij provisie is (een deel van) het loon afhankelijk van de productiviteit van de medewerker; de medewerker krijgt dan een percentage van elk product dat hij verkoopt (bijvoorbeeld een makelaar of vertegenwoordiger).

Het recht op loon

De werknemer heeft recht op loon zoals dat in zijn arbeidsovereenkomst (of eventueel de toepasselijke CAO) vastgelegd is. Zoals gezegd is loon de tegenprestatie voor de door de werknemer verrichte arbeid. Dit betekent dat in beginsel geen loon verschuldigd is wanneer de werknemer de arbeid niet verricht. Dit is met name van toepassing wanneer het gaat om loon in geld. Loon dat bestaat in het gebruik van een (dienst)woning of auto zal veelal ook verschuldigd zijn als de werknemer niet werkt.

In een aantal gevallen is de werkgever toch loon (in geld) verschuldigd, ook al werkt de werknemer niet. Dat is met name het geval wanneer de werknemer vakantiedagen opneemt of (gedurende een bepaalde periode) ziek is. Tijdens ziekte is de werkgever verplicht om twee jaar lang 70% van het salaris (met een maximum) door te betalen. Ook als de werknemer niet kan werken door een omstandigheid die in de risicosfeer van de werkgever ligt, zal het loon in het algemeen doorbetaald moeten worden. De werknemer moet dan wel bereid zijn te werken.

Een 'gewone' staking (dat wil zeggen, een georganiseerde staking als middel om kracht bij te zetten aan de wensen van de werknemers met betrekking tot lonen en andere arbeidsvoorwaarden) ligt in de risicosfeer van de werknemer. Dat betekent dat de werkgever niet het loon hoeft door te betalen. Let wel: de werkgever hoeft geen loon door te betalen aan de stakers, maar ook niet aan de werkwillige werknemers!

In de Wet Arbeid en Zorg wordt een aantal verlofsoorten aangegeven waar de werknemer recht op heeft, en waarbij de werkgever verplicht is het loon door te betalen. Zie bijvoorbeeld het artikel over calamiteitenverlof.

Als een werknemer het werk slecht verricht is de werkgever toch het volledige loon verschuldigd.

Het fiscale loonbegrip

Het fiscale loonbegrip is niet gelijk aan het hierboven beschreven civielrechtelijke loonbegrip. Uitgangspunt voor het fiscale loonbegrip is wel het civielrechtelijke loonbegrip, maar hierop worden vervolgens vele uitzonderingen gemaakt. Voordelen die de werkgever een werknemer verstrekt en die bijvoorbeeld civielrechtelijk geen loon (mogen) zijn, zijn in fiscale zin in beginsel loon en daarmee belast. Voor een uitgebreidere behandeling van het Nederlandse fiscale loonbegrip zie: Wet op de loonbelasting 1964.

Zie ook

Externe links

  • www.minszw.nl - Informatie van het Ministerie van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid (o.a. minimumloon, loonstrook, inkomensbeleid)