Wereldkampioenschap rally in 1994: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Thijs!bot (overleg | bijdragen)
Jeroenbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Australië - Link(s) veranderd naar Australië (land)
Regel 63: Regel 63:
|4||26-28/8|| {{FI-VLAG}} [[Finland]]||{{FI-VLAG}} [[Tommi Mäkinen]]<br />|| [[Ford]] [[Ford Escort|Escort RS Cosworth]]
|4||26-28/8|| {{FI-VLAG}} [[Finland]]||{{FI-VLAG}} [[Tommi Mäkinen]]<br />|| [[Ford]] [[Ford Escort|Escort RS Cosworth]]
|-----
|-----
|5||16-19/9|| {{AU-VLAG}} [[Australië]]||{{GB-VLAG}} [[Colin McRae]]<br />|| [[Subaru]] [[Subaru Impreza|Impreza 555]]
|5||16-19/9|| {{AU-VLAG}} [[Australië (land)|Australië]]||{{GB-VLAG}} [[Colin McRae]]<br />|| [[Subaru]] [[Subaru Impreza|Impreza 555]]
|-----
|-----
|6||2-4/11|| {{ES-VLAG}} [[Spanje]]||{{IT-VLAG}} Enrico Bertone<br />|| [[Toyota]] [[Toyota|Celica Turbo 4WD]]
|6||2-4/11|| {{ES-VLAG}} [[Spanje]]||{{IT-VLAG}} Enrico Bertone<br />|| [[Toyota]] [[Toyota|Celica Turbo 4WD]]

Versie van 15 jul 2008 04:05

 WK-Rally per seizoen
Vorige: 1993
Huidige: 1994
Volgende: 1995

Het Wereldkampioenschap Rally in 1994 was het tweeëntwintigste jaar van het FIA World Rally Championship (WRC). Het seizoen kende een grote verandering in de indeling van het kampioenschap. Het 2-liter (Formule 2) kampioenschap kende dat jaar een aparte kalender dan van het ere-kampioenschap. In sommige evenementen konden alleen punten gescoord worden door Formule 2 auto´s, en in andere evenementen alleen de voornaamste fabrieksauto´s. Ook waren er een paar rally´s, waar beide zijdes punten konden scoren. De evenementen alleen meetellend voor het Formule 2 kampioenschap, werden officieel niet meegeteld als WK-Rally. Er werd dat jaar geen nieuwe rally toegevoegd, nimmer viel er een van de kalender af.

Kenmerken

Het kampioenschap zag voor het eerst sinds jaren geen prominent team uit Italië aan de start komen. Het Jolly Club Team stapte over naar Ford-modellen, en Lancia's werden enkel nog ingezet door privé-rijders, zonder groot succes. Toyota, Ford en Subaru waren dit seizoen het meest aan elkaar gewaagd. Mitsubishi kon wederom de aansluiting moeilijk vinden, met inmiddels de tweede evolutie van de Lancer. Iets wat in de jaren erna wel zou veranderen. Regerend wereldkampioen Juha Kankkunen begon zijn titelverdediging goed met op regelmaat een podiumplaats en een overwinning in Portugal. Halverwege het seizoen betrapte de Fin zichzelf echter vaker op foutjes, en werd uiteindelijk uitgesloten voor de titel. Ford-rijder François Delecour startte het seizoen meteen met een verdiende overwinning in Monte Carlo. Hij zag een mogelijk kampioenschap echter al vroeg in het seizoen in duigen vallen. De Fransman raakte gewond in een auto-ongeluk, buiten de rallypaden. Hierdoor was hij een paar maanden uit de roulatie. Bij zijn terugkeer, was hij inmiddels al kansloos op een hoge klassering. Ook teamgenoot Miki Biasion kende een frustrerend seizoen, waar hij knokte met de betrouwbaarheid van zijn auto. Hij eindigde teleurstellend zesde in het kampioenschap en kwam niet meer terug als fabrieksrijder het jaar daarop. Ford's ongeluk speelde in de handen van Subaru, die nu met Carlos Sainz als nieuwe aanwinst een serieuze gooi konden doen naar een eerste rijderstitel. Teamgenoot Colin McRae was bij vlagen snel, maar betrapte zich menigmaal op foutjes, waardoor een titel er voor hem dat jaar niet inzat. De strijd ging vooral tussen Sainz en Toyota-rijder Didier Auriol, die de afgelopen vier seizoen wel op het podium eindigde, echter waar een titel nog in ontbrak. De strijd werd uiteindelijk beslist in de laatste ronde van het kampioenschap in Groot-Brittannië, waar beide rijders een moeizame rally kende. Auriol kwam niet verder dan plaats zes in de eindklassering, maar omdat Sainz na een crash uitviel, werd Auriol gekroond als de eerste Franse wereldkampioen. De rally zelf werd gewonnen door McRae, die daarbij na bijna 20 jaar weer een Britse overwinning versierde in hun thuisevenement. Eerder in het seizoen kwam er ook al de verrassing in Finland, waar Tommi Mäkinen als gastrijder bij Ford, zijn eerste WK-Rally won. Hij zou in 1995 een volledig seizoen afwerken voor Mitsubishi. Toyota debuteerde overigens dat jaar de nieuwe ST205, gewoonlijk als voorheen weer bekend als de Celica GT-Four.

De constructeurstitel werd wederom een prooi voor Toyota, welliswaar met een relatief kleine voorsprong op Subaru. Ford eindigde voor Mitsubishi, op plaats drie. Het 2-liter kampioenschap werd ditmaal gewonnen door Škoda, voor Nissan en Renault. Ondanks Škoda's lange geschiedenis in de rallysport, zou dit hun enigste fabriekstitel zijn.

De titel in de productieklasse ging naar de Spanjaard Jésus Puras, in een Ford Escort. De FIA Ladies Cup werd gewonnen door de Duitse Isolde Holderied in een Mitsubishi.

Overzicht

Kalender

  Datum Rally Winnaar Wagen
1 22-27/1 Vlag van Monaco Monte Carlo Vlag van Frankrijk François Delecour
Ford Escort RS Cosworth
2 1-4/3 Vlag van Portugal Portugal Vlag van Finland Juha Kankkunen
Toyota Celica Turbo 4WD
3 31-3/3-4 Vlag van Kenia Kenia Vlag van Kenia Ian Duncan
Toyota Celica Turbo 4WD
4 5-7/5 Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Toyota Celica Turbo 4WD
5 29-31/5 Vlag van Griekenland Griekenland Vlag van Spanje Carlos Sainz
Subaru Impreza 555
6 30-2/6-7 Vlag van Argentinië Argentinië Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Toyota Celica Turbo 4WD
7 29-31/7 Vlag van Nieuw-Zeeland Nieuw-Zeeland Vlag van Verenigd Koninkrijk Colin McRae
Subaru Impreza 555
8 26-28/8 Vlag van Finland Finland Vlag van Finland Tommi Mäkinen
Ford Escort RS Cosworth
9 9-12/10 Vlag van Italië Italië Vlag van Frankrijk Didier Auriol
Toyota Celica Turbo 4WD
10 20-23/11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Groot-Brittannië Vlag van Verenigd Koninkrijk Colin McRae
Subaru Impreza 555

Kalender (F2)

  Datum Rally Winnaar Wagen
1 4-6/2 Vlag van Zweden Zweden Vlag van Zweden Thomas Rådström
Toyota Celica Turbo 4WD
2 1-4/3 Vlag van Portugal Portugal Vlag van Finland Juha Kankkunen
Toyota Celica Turbo 4WD
3 29-31/5 Vlag van Griekenland Griekenland Vlag van Spanje Carlos Sainz
Subaru Impreza 555
4 26-28/8 Vlag van Finland Finland Vlag van Finland Tommi Mäkinen
Ford Escort RS Cosworth
5 16-19/9 Vlag van Australië Australië Vlag van Verenigd Koninkrijk Colin McRae
Subaru Impreza 555
6 2-4/11 Vlag van Spanje Spanje Vlag van Italië Enrico Bertone
Toyota Celica Turbo 4WD
7 20-23/11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Groot-Brittannië Vlag van Verenigd Koninkrijk Colin McRae
Subaru Impreza 555

Rijders

Plaats Rijder Team Punten

1

Vlag van Frankrijk Didier Auriol

Vlag van Japan Toyota

116

2

Vlag van Spanje Carlos Sainz

Vlag van Japan Subaru

96

3

Vlag van Finland Juha Kankkunen

Vlag van Japan Toyota

93

4

Vlag van Verenigd Koninkrijk Colin McRae

Vlag van Japan Subaru

49

5

Vlag van België Bruno Thiry

Vlag van Verenigde Staten Ford

44

6

Vlag van Italië Miki Biasion

Vlag van Verenigde Staten Ford

42

7

Vlag van Duitsland Armin Schwarz

Vlag van Japan Mitsubishi

31

8

Vlag van Frankrijk François Delecour

Vlag van Verenigde Staten Ford

30

9

Vlag van Finland Ari Vatanen

Vlag van Verenigde Staten Ford

28

10

Vlag van Finland Tommi Mäkinen

Vlag van Verenigde Staten Ford / Vlag van Japan Nissan

22

Rijders (Groep N)

Plaats Rijder Team Punten

1

Vlag van Spanje Jésus Puras

Vlag van Verenigde Staten Ford

50

2

Vlag van Duitsland Isolde Holderied

Vlag van Japan Mitsubishi

42

3

Vlag van Argentinië Jorge Recalde

Vlag van Japan Mitsubishi

27

4

Vlag van Frankrijk Pierre-Manuel Jenot

Vlag van Verenigde Staten Ford

13

5

Vlag van Kenia Patrick Njiru

Vlag van Japan Subaru

13

Constructeurs

Plaats Team Punten

1

Vlag van Japan Toyota

151

2

Vlag van Japan Subaru

140

3

Vlag van Verenigde Staten Ford

116

4

Vlag van Japan Mitsubishi

41

Constructeurs (F2)

Plaats Team Punten

1

Vlag van Tsjechië Škoda

43

2

Vlag van Japan Nissan

40

3

Vlag van Frankrijk Renault

33

4

Vlag van Europa General Motors Europe

32

5

Vlag van Frankrijk Peugeot

18


Sjabloon:Navigatie Wereldkampioenschap Rally