Homotopie-equivalentie: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Drbreznjev (overleg | bijdragen)
k Interwiki
JRB (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
[[Image:Mug and Torus morph.gif|thumb|right|200px|Een homotopie waar een koffiekopje overgaat in een [[torus]].]]
De [[topologie]] bestudeert eigenschappen van ruimten die ongewijzigd blijven bij continue vervorming. Het begrip homotopie geeft een exacte betekenis aan de intuïtieve notie van continue vervorming. Twee objecten heten '''homotopie-equivalent''' of ''homotoop-equivalent'' als ze door continue vervorming in elkaar overgaan.
In de [[topologie]], die eigenschappen van ruimten bestudeert die bij continue vervorming ongewijzigd blijven, heten twee [[continue functie (topologie)|continue]] [[Functie (wiskunde)|functie]]s van een [[topologische ruimte]] naar een andere functie '''homotopie-equivalent''' of '''homotoop-equivalent''' ([[Griekse taal|Grieks]] ''homos'' = identiek en ''topos'' = plaats) als de één door "continue vervorming" in de ander kan overgaan. Het begrip homotopie geeft een exacte betekenis aan de intuïtieve notie van continue vervorming. Zo'n vervorming wordt een '''homotopie''' genoemd. Het begrip wordt gebruikt in de definitie van [[homotopiegroep]]en en [[cohomotopiegroep]]en, belangrijke [[invariant (wiskunde)|invariant]]en in de [[algebraïsche topologie]].


==Homotopie van afbeeldingen==
==Homotopie van afbeeldingen==

Versie van 26 aug 2008 01:59

Een homotopie waar een koffiekopje overgaat in een torus.

In de topologie, die eigenschappen van ruimten bestudeert die bij continue vervorming ongewijzigd blijven, heten twee continue functies van een topologische ruimte naar een andere functie homotopie-equivalent of homotoop-equivalent (Grieks homos = identiek en topos = plaats) als de één door "continue vervorming" in de ander kan overgaan. Het begrip homotopie geeft een exacte betekenis aan de intuïtieve notie van continue vervorming. Zo'n vervorming wordt een homotopie genoemd. Het begrip wordt gebruikt in de definitie van homotopiegroepen en cohomotopiegroepen, belangrijke invarianten in de algebraïsche topologie.

Homotopie van afbeeldingen

Laat en twee continue afbeeldingen zijn tussen twee topologische ruimten en . Een homotopie tussen en is een afbeelding

zodat de beperking van tot samenvalt met , en de beperking van tot samenvalt met . Hierbij draagt het gesloten reële interval de gebruikelijke topologie, en het cartesisch product wordt voorzien van de producttopologie.

bepaalt dus werkelijk een continue overgang van in , geparametriseerd door een reëel getal tussen 0 en 1.

De afbeeldingen en heten homotopie-equivalent of kortweg homotoop als er een dergelijke homotopie bestaat.

Voorbeelden

De afbeelding is homotoop met de constante afbeelding . Een mogelijke homotopie is

Zij met de discrete topologie, d.w.z. alle deelverzamelingen van zijn open. De identieke transformatie van is niet homotoop met de constante afbeelding op . Veronderstel namelijk dat er een homotopie zou bestaan. Dan is de beperking van tot een continue afbeelding van een samenhangende ruimte naar een discrete ruimte, dus constant. Maar deze beperking neemt de waarde aan in het begin van het interval, en op het einde van het interval: een contradictie.

Homotopie van paden

Een interessant bijzonder geval is dat waarbij X zelf het gesloten interval [0,1] is, zoals in het eerste voorbeeld hierboven. Een continue afbeelding van [0,1] naar Y noemt men een pad in Y.

Een homotopie F tussen twee paden f en g in een topologische ruimte Y

De fundamentaalgroep van Y bestaat uit equivalentieklassen van de relatie "is homotoop met" in alle gesloten paden met een gegeven begin- en eindpunt p van Y.

Homotopie van topologische ruimten

Twee topologische ruimten heten homotopie-equivalent of homotoop als er continue afbeeldingen

bestaan, zodat de samenstelling homotoop is met de identieke transformatie van , en bovendien homotoop is met de identieke transformatie van .

Homeomorfe topologische ruimten zijn steeds homotopie-equivalent: neem voor een homeomorfisme, en zijn omgekeerde.

Het omgekeerde is niet waar: er bestaan paren van homotopie-equivalente ruimten die niet homeomorf zijn. De lensruimten van Tietze en vormen hiervan een niet-triviaal voorbeeld.

Een topologische ruimte heet samentrekbaar als het homotoop is met een singleton, of anders gezegd, als de identieke transformatie homotoop-equivalent is met een constante afbeelding op één punt van de ruimte.

De gesloten en open bollen van zijn allemaal samentrekbaar: door een schaalfactor is de identieke transformatie homotoop-equivalent met de constante afbeelding op het middelpunt van de bol.

De sfeer in (de rand van de eenheidsbol) is nooit samentrekbaar.