Sifon van het Merwedekanaal: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hansmuller (overleg | bijdragen)
aanvulling, indeling
coördinaten
Regel 1: Regel 1:
{{coördinaten|52_3_4_N_5_6_18_E_type:landmark_zoom:16_region:NL|52° 3' NB, 5° 6' OL}}
{{geen coördinaten}}
De '''watertransporttunnel onder het [[Amsterdam-Rijnkanaal]]''' bestaat sinds 1973 en is destijds in de plaats gekomen voor een oudere, stalen doorgang.
De '''watertransporttunnel onder het [[Amsterdam-Rijnkanaal]]''' bestaat sinds 1973 en is destijds in de plaats gekomen voor een oudere, stalen doorgang.
Deze moest vervangen worden omdat het Amsterdam-Rijnkanaal verbreed werd. De watertransporttunnel verbindt als een grond[[Duiker (kunstwerk)|duiker]] bij [[Jutphaas]] in [[Nieuwegein]] de beide zijden van de [[Vaartse Rijn]], die door het kanaal in tweeën gesneden wordt.
Deze moest vervangen worden omdat het Amsterdam-Rijnkanaal verbreed werd. De watertransporttunnel verbindt als een grond[[Duiker (kunstwerk)|duiker]] bij [[Jutphaas]] in [[Nieuwegein]] de beide zijden van de [[Vaartse Rijn]], die door het kanaal in tweeën gesneden wordt.

Versie van 13 feb 2009 17:06

De watertransporttunnel onder het Amsterdam-Rijnkanaal bestaat sinds 1973 en is destijds in de plaats gekomen voor een oudere, stalen doorgang. Deze moest vervangen worden omdat het Amsterdam-Rijnkanaal verbreed werd. De watertransporttunnel verbindt als een grondduiker bij Jutphaas in Nieuwegein de beide zijden van de Vaartse Rijn, die door het kanaal in tweeën gesneden wordt.

Segmenten

De tunnel bestaat uit geprefabriceerde betonnen elementen, 3 meter lang, 2,85 meter hoog en 8,70 meter breed. Met deze elementen, die elk 70 ton wegen, is een tunnel gemaakt van 158 meter lengte. De tunnelsegmenten zijn gebouwd bij de betonfabriek Kats Prefab Beton in Kats op het eiland Noord-Beveland, waarna ze naar de bouwlocatie vervoerd zijn en geassembleerd in de tijdelijk drooggelegde sluiskamer van de Noordersluis bij Jutphaas.

Aanleg

Om een zeer precieze aansluiting tussen twee segmenten te bereiken, werd elk segment verticaal gestort, bovenop het eerdere element. Hierdoor kon geen scheur ontstaan tussen de vloer en de zijwanden, als gevolg van het krimpen van het beton nadat het is uitgehard. Beton wordt tijdens het harden, als het nog vloeibaar is, warm en zet daardoor uit. Wanneer het beton hard is, is het op zijn warmst, en daarna krimpt het door afkoeling. Als het aangrenzende vloerdeel eerder gestort is, is dit al afgekoeld, en kan daardoor niet krimpen. Daardoor zou een scheur ontstaan in de tunnelwand, waardoor de tunnel zou gaan lekken. Daarnaast werden er twee identieke lengtematen gebruikt om een constante eenheid te krijgen. De segmenten werden verder uitgerust met ophangpunten en gaten voor voorspanningskabels.

Afzinken

De tunnel is gebouwd volgens de afzink-methode. Dit gaat als volgt: Het uitbaggeren van de sleuf vond tegelijkertijd met het verbreden van het Amsterdam-Rijnkanaal plaats. Na het baggeren werd er een vlakke laag grind in de sleuf gelegd om de tunnel goed uit te balanceren. Als laatste stap in het proces is het bouwdok vol met water gezet, waarna de tunnel naar de plaats van bestemming is gevaren en afgezonken. Als ballastlaag is er 50 centimeter onderwaterbeton in de tunnel gestort, waarna de sleuf afgedicht is.

Referentie

Stiksma, K. (ed.), Tunnels in the Netherlands, underground transport connections, Rijkswaterstaat, Den Haag 1987

Zie ook